Jan-Wolter Smit noemt zich op LinkedIn Head of Community and Content at LessonUp, hoofdredacteur TOEN!, eigenaar Geschiedenisleraar.nl, auteur bij ThiemeMeulenhoff én docent Geschiedenis. De volgorde is niet toevallig. Smit is bijna fulltime bezig met het maken van materialen, en geeft nog maar enkele uren les.

Geschiedenisleraar.nl

Jan-Wolter Smit heeft een indrukwekkende baard, kijkt energiek door zijn brillenglazen en spreekt in een rap tempo. Hij is sinds 1995 bevoegd geschiedenisleraar. ‘Maar ik kwam niet direct aan het werk en het arbeidsbureau somberde dat ik met mijn vak waarschijnlijk nooit een fulltime baan zou kunnen krijgen. Dus werkte ik overdag bij een bedrijf dat aluminium kozijnen maakte, en startte ik in de avonduren met de Pabo. Maar in 1997 werd ik aangenomen op een middelbare school en ik heb sindsdien altijd lesgegeven. Al 22 jaar, dus.‘ Hij bleek een leraar te zijn met een voorkeur voor eigen creaties, eigen oplossingen voor behoeften in zijn dagelijks werk. ‘Ik was al snel bezig met het maken van een website die aanvankelijk bedoeld was voor mijn leerlingen. Ik vind veel mooie bronnen voor mijn vak op niet-Nederlandstalige websites, maar ik had leerlingen die niet zo taalvaardig waren. Dus vertaalde ik veel zaken en uiteindelijk werd dat de website Geschiedenisleraar.nl.’ Het werd een website vol filmpjes en bronnen, toegankelijk voor leraren en leerlingen van alle niveaus. Inmiddels is Geschiedenisleraar.nl een eigen kanaal binnen LessonUp, maar daarover later. Jan-Wolter: ‘Ik wist al snel dat ik meer wilde in die ontwikkelrol, ik ging meewerken aan de geschiedenismethode Feniks en ik zocht een nieuwe balans in mijn lestaak. Leraar zijn is hartstikke mooi, maar voor mij was het niet prettig: elke dag voor de klas en ’s avonds voorbereiden en nakijken. Het was niet zozeer de werkdruk, maar het gebrek aan afwisseling.’ Jan-Wolter bracht zijn lestaak terug naar ongeveer drie dagen les, en vulde de overgebleven tijd met materialen maken. Zo liep hij ook aan tegen LessonUp.

Je maakte ’s avonds thuis een les, en op school zag die les er ineens anders uit. Dat kan niet.

LessonUp.com

Jan-Wolter raakte betrokken bij de eerste stappen van uitgevers om ook online hun lesmateriaal aan te bieden. Jan Wolter: ‘Dat begon bijvoorbeeld met de ervaringen met het programma als Schooltas, wat eigenlijk niet zo heel veel meer was dan een boek achter glas. Maar een groot internet internetbedrijf, Q42, in Den Haag en mensen die hun sporen hadden verdiend in de educatieve uitgeverij hadden grotere plannen. Het was de tijd dat leraren gebruik gingen maken learning tools: Powerpoints, Kahoot, Quizlet, Mentimeter, et cetera. Maar het was niet gemakkelijk werken, met al die tabbladen open. Het ging zo vaak mis, je drukte ergens op het kruisje en hop… alles weer weg. LessonUp moest de leraar ontzorgen door alles in één systeem onder te brengen. Met één inlogcode had de leraar dan de beschikking over presentaties, filmpjes, meerkeuzevragen en zelfs open vragen.’ Jan-Wolter had dan wel geen verstand van techniek, maar wel van onderwijs en inmiddels ook van materiaalontwikkeling. Hij was kritisch op de eerste interfaces die gewoon niet goed werkten, niet gebruikersvriendelijk waren. ‘Je maakte ’s avonds thuis een les, en op school zag die les er ineens anders uit. Dat kan niet.’ En in een stevig kritische relatie met het team werkte hij intensief mee aan de verdere ontwikkeling van LessonUp. Want het idee was goed. Het doel was tweeledig. De leraar ontzorgen én het bieden van een platform voor het delen van lesmateriaal. Er werden slagen gemaakt op het gebied van de stabiliteit, gebruikersvriendelijkheid, en functionaliteiten. En inmiddels zijn er kanalen waarop lessen staan die je bij wijze van spreken blind kunt inzetten. Zelf maakt hij zijn materialen nu allemaal binnen LessonUp en is zo de ultieme praktijktester. ‘Ik heb mijn eigen methode overboord gezet, en bij elk onderwerp zelf lessen gemaakt. Goed materiaal dat iedereen kan gebruiken.’ Is LessonUp daarmee methodevervangend? Nee, betoogt hij, er is ook de theorie van je vak die je aan leerlingen wilt en moet aanbieden. ‘Maar een boek is wel lineair, zo plat als een dubbeltje. Dus het is aan jou om daar levend materiaal van te maken, interactie in te brengen. En als je heel erg thuis bent in je eigen vak, dan kun je ervoor kiezen het methodegebruik te minimaliseren. Voor mij persoonlijk is LessonUp methodevervangend geworden.’ Hij benadrukt dat er geen voorgeschreven manier van gebruik is. Iedereen kan en mag zijn eigen weg daarin vinden, en zo gebruikt men de site ook. ‘Misschien gaan we wel nadenken over een waarderingssysteem, een soort editor’s pick.‘

Verwondering in de klas

Jan-Wolter Smit wil blijven lesgeven maar als vervanger, invaller. Geen vast contract meer, en een zeer beperkt aantal uren. Hij heeft zijn eigen spoor gevonden om bij te dragen aan ons onderwijs. Onlangs heeft hij een nieuw initiatief ontwikkeld: Tijdstip. Een online bron voor basisscholen die soms worstelen met de geschiedenislessen. Lessen over grote onderwerpen, personen, wereldgeschiedenis… allemaal gratis beschikbaar. Verdienen? Als je geld wilt verdienen moet je een ander vak kiezen, vindt Jan-Wolter. Soms komt hij ook nog wel collega’s tegen die hun eigen materiaal niet willen afstaan tenzij tegen betaling. Onzin, vindt Smit. Van je eigen lessen maken moet je geen gouden bergen verwachten. Zijn drive is vooral: ervoor zorgen dat leraren en leerlingen zich elke dag kunnen verwonderen over prachtige lessen die er zijn op hun vakgebied. Merken dat je dingen maakt waar anderen goed mee kunnen werken en betere lessen mee kunnen geven, dat geeft voldoening. Hij wordt er blij van als leerlingen tegen hem zeggen dat presentaties zo mooi zijn. ‘Ooit heb ik in LessonUp een afsluitingsonderdeel van een les geïntroduceerd. Het kwam erop neer dat je aan de leerling vraagt: Schrijf drie dingen op die je geleerd hebt, en één vraag die je nog wilt stellen. Het blijkt het meest gebruikte lesonderdeel in LessonUp te zijn. Dat vind ik leuk.’ Ook vindt Jan-Wolter dat hij er een betere leraar van wordt. ‘Niet omdat ik een master doe, waardoor ik LD kan worden. Ik geloof daar niet in. De enige master die echt betere leraren maakt is een wiskundige master, dat begreep ik laatst uit onderzoek. Nee, ik zeg, ga meewerken aan een methode van een uitgever. Ga toetsen maken voor Cito. Leer beter te denken in lesdoelen in plaats van in hoofdstukken. Denk na over je bronnen, denk na over wat je leerlingen echt moeten kennen? Daar word je een betere docent van. En ik schrijf niemand iets voor, echt niet. Als ik een workshop geef, zeg ik dat ook altijd. Ik ga niemands manier van lesgeven beoordelen. Ik zeg alleen: als je ooit een keer denkt… ik ga iets met digitaal lesmateriaal doen, denk dan nog eens aan die man met die baard… ‘