Om te beginnen lesbezoeken zijn gebruikelijk in het onderwijs. En dat is, als je het mij vraagt, een goede zaak. Lesbezoeken zijn heel erg waardevol: zowel voor degene die het bezoek uitvoert (coach of leidinggevende, maar ook directe collega’s) als voor degene waarbij het bezoek wordt uitgevoerd (meestal de (startende) leraar). Helaas worden ze, in mijn ogen, vaak op de verkeerde manier ingezet. Het gevolg daarvan is dat startende leraren enorm gaan opzien tegen lesbezoeken. Zonde!

Lesbezoeken worden door startende leraren bijna altijd gekoppeld aan een vorm van beoordeling. Het klopt dat een lesbezoek hiervoor gebruikt wordt of kan worden, maar er zijn veel meer doelen te behalen. Zo kan degene die een les bezoekt inzicht krijgen in de hulpvraag van degene die lesgeeft, de bezoeker kan iets leren (voor zijn eigen praktijk) van degene die hij observeert, de leraar die bezocht wordt kan laten zien waar hij gegroeid is of waar hij juist zou willen groeien (en de observator kan dan dus kijken waar die groei zit). Sommige lesbezoeken kunnen worden gefilmd, wat heel veel waardevolle inzichten kan opleveren (mits hier op een goede manier vervolg aan wordt gegeven).

En ja, uiteindelijk kan een lesbezoek dus ook dienen als onderdeel van de beoordeling. Let wel: onderdeel, want op basis van één lesbezoek kan nooit een beoordeling plaatsvinden.

Maar goed, wat kun je nou doen om minder zenuwachtig te zijn voor het lesbezoek? Uiteraard heb ik wat tips voor je:

Tip 1: je bent niet het lijdend voorwerp!
En dat betekent dat je ook dingen mag vragen en zaken mag inbrengen! Vraag om te beginnen waar het lesbezoek voor bedoeld is: is het om feedback te geven, voor je opleiding of is het onderdeel van de beoordeling? Vraag na waar op gelet wordt en wat men van jou verwacht. Vraag ook naar wat je van de bezoeker mag verwachten. En, niet onbelangrijk, geef het ook aan als een tijdstip jou niet uitkomt. Vrijdagmiddag het 8e uur is nu eenmaal minder prettig dan dinsdag het 3e uur. En hoewel je op beide uren je werk moet doen, kan dat voor een lesbezoek wel degelijk veel verschil maken (al is het maar op het gebied van zelfverzekerdheid). Zorg ook dat je een gesprek krijgt na deze les. Dat kan kort zijn, maar je wilt wel weten wat de bevindingen zijn én de gelegenheid krijgen hierop eventueel te reageren.

Tip 2: wen aan lesbezoeken
Het is heel spannend om iemand in je les te hebben, maar je zult merken dat je het minder spannend gaat vinden als je vaker een lesbezoek krijgt! Vraag collega’s, je coach of desnoods je leidinggevende om vaker te komen kijken in je les. Vraag ze ook om feedback te geven. Ze wen je aan iemand in je les én krijg je input over je lessen zonder dat hier direct een consequentie aan verbonden is.

Tip 3: bezoek lessen.
Ga ook bij anderen kijken. Vraag collega’s of je eens bij hen in de les mag meekijken, maar kijk ook eens mee in de lessen van je coach/begeleider. Juist het omdraaien van die rollen zorgt bij beiden voor een bepaalde mate van bewustzijn. Coaches en begeleiders ‘vergeten’ soms dat het spannend kan zijn om iemand in de les te hebben.

Tip 4: bespreek waarop gelet wordt.
Zoals gezegd zijn niet alle lesbezoeken bedoeld om te beoordelen. Sterker nog: de meeste lesbezoeken zijn bedoeld om te leren en te groeien. Spreek van te voren af waar de observator op gaat letten, bijvoorbeeld door een leerdoel af te spreken of zelf een punt aan te geven waarop je soms vastloopt.

Tip 5: speel open kaart
Geef aan dat je lesbezoeken spannend vindt (en waarom). De meeste ervaren mensen in het onderwijs staan hier vaak niet meer bij stil en zullen zich daar weer bewust van zijn als jij open kaart speelt! Het geeft ze de kans om hier op in te spelen door je bijvoorbeeld gerust te stellen of je de gelegenheid te geven om mee te denken over datum, tijd, plaats, klas etc.

Tip 6: zorg voor een plan B

Natuurlijk bereid je deze les extra goed voor. Zeker als je weet dat een leidinggevende komt kijken. En dat begrijp ik. Maar… zorg ook voor een plan B! Zelf had ik namelijk ooit eens een beoordelingsles waarbij één minuut voor de start de stroom uitviel. Gevolg? Geen digibord, geen computer, geen wifi, kortom: compleet analoog. Mijn teamleider vond het geen reden om de beoordelingsles niet door te laten gaan (en achteraf ben ik het daarmee eens). Het was namelijk een situatie die altijd kan plaatsvinden. Dus al mijn goede voorbereidingen konden overboord en ik moest het anders aanpakken. Het werd niet de les die ik voor ogen had, maar het was een prima les en ik liet zien dat ik ook in ‘noodsituaties’ uit de voeten kon.

Uiteindelijk horen lesbezoeken er in meer of mindere mate bij en zijn ze in de meeste gevallen bedoeld om jou te ondersteunen. Door het ook op die manier te bekijken, wordt het minder spannend. Zie het als een kans om te leren, om nog beter te worden in je werk en niet als iets wat vervelend is en ‘moet gebeuren’. Ten eerste haal je er dan ook echt wat waardevols uit, ten tweede maak je het voor jezelf minder spannend.

Heb je zelf een vraag? Stel hem! Je kunt mailen naar [email protected].

(We bespreken de vragen anoniem)


Marjolein Mantelaers is docent Nederlands, onderwijskundige, en bedenker van de Lerarenwaaier.

https://lerarenwaaier.nl/