“We merken dat leerlingen het heel lastig vinden om een tekst echt goed te begrijpen”, zegt Anita Smits, docent Nederlands (havo, vwo) op het Christelijk Lyceum Delft (CLD). Ze bestudeerde samen met haar collega Jeffrey van der Knaap (mavo) vakliteratuur over lezen, woordenschat, het structureren van zinnen en hoe je onderwijs goed kunt inrichten voor het bevorderen van de leesvaardigheid. Jeffrey: “We ontdekten dat veel leerlingen, als ze een onderdeel van een tekst niet begrijpen, gewoon doorgaan. Soms beseffen ze niet eens dat ze het niet begrijpen. We trainen ze om steviger te lezen en na te denken over de tekst.”

Anita en Jeffrey maakten een lessenserie waarbij ze leerlingen met behulp van diep lezen (ook wel close reading genoemd) teksten grondig laten analyseren. Anita: “Je leest de tekst meerdere keren. De eerste keer bespreek je de inhoud; zo neem je ook de minder goede lezer mee. Bij de volgende rondes ben je bezig met woordenschat, moeilijke woorden en bijvoorbeeld de alinea-indeling. Daarna met het doel van de schrijver en je eigen mening. En tenslotte bied je een verwerkingsopdracht aan om het geheel betekenisvol te maken. Bij ons is dat een debat.” De twee kozen voor een onderwerp dat hun leerlingen boeit: deep fake. Daarbij gebruikten ze teksten uit De Volkskrant, het tijdschrift Kijk en filmpjes van YouTube. Ze ontwikkelden bij de lessenserie een ondersteunende PowerPoint voor docenten en een hulpblad voor leerlingen met de verschillende stappen: markeer belangrijke uitspraken of zinnen; omcirkel woorden die je niet kent; zet een vraagteken in de kantlijn bij wat je niet begrijpt; zet een uitroepteken bij wat je nieuwsgierig maakt; noteer wat je nog wilt weten. Binnenkort nemen de docenten leesvaardigheidstoetsen af. Anita: “Ik ben heel benieuwd of de leerlingen dan deze manier van lezen gaan toepassen.”

Zelf toetsen maken

Jacquelien Kool en Leonie Goutier van het Blaricumcollege wilden achterhalen waar hun leerlingen precies uitvallen bij lezen. Zij richtten zich daarbij op de cognitieve processen die PISA ook gebruikt: informatie opzoeken, informatie begrijpen en het evalueren van en reflecteren op teksten. Ze maakten toetsen met behulp van PISA-teksten, om te ontdekken hoe goed hun leerlingen zijn in deze cognitieve processen. De docenten lieten een aantal leerlingen hardop denken tijdens de afname van een toets. Dat leverde bruikbare inzichten op over hun denkprocessen. De leerlingen blijken vooral moeite te hebben met evalueren en reflecteren. Leonie: “Ze vinden het lastig om objectief over een tekst na te denken. In één tekst bespreken jongeren bijvoorbeeld de voor- en nadelen van het drinken van koemelk. Gevraagd met wie hij het eens was, noemde een leerling de bron die positief was over koemelk. Niet vanwege diens goede argumenten, maar omdat hij zélf veel koemelk drinkt.” De docenten willen vanaf de eerste klas veel nadruk gaan leggen op kritisch lezen: het goed kijken van welke bron de informatie in een tekst afkomstig is. “Liefst bij alle vakken”, zegt Leonie.

De Venlose docenten maakten een handreiking met tips die docenten kunnen toepassen bij het maken van toetsen en het vormgeven van lessen. “Leraren pakken al snel de standaardtoets van de methode”, zegt Jacquelien, “want zelf een toets maken kost tijd. Een specifiek op deze cognitieve processen gerichte toets heeft echter veel meerwaarde. Het is belangrijk dat docenten meer tijd krijgen om zulke toetsen te ontwikkelen.”

Voor mij was een eyeopener dat we vaak bezig zijn met de vorm van de tekst, zoals het verdelen van de tekst in alinea’s, terwijl het zo belangrijk is om met de inhoud aan de slag te gaan.

Onderwijs profiteert van wetenschap

Na PISA de lente slaat een brug tussen wetenschap en onderwijs. “We bieden een unieke samenwerking tussen wetenschappelijke leesexperts, lerarenopleiders en docenten uit het voortgezet onderwijs”, zegt Anke Herder, projectleider vanuit SLO. “De wetenschappers dragen hun kennis over, denken mee over vormgeving van het praktijkonderzoek en geven feedback op onderwijsleermateriaal dat docenten ontwikkelen. De lerarenopleiders geven een kwaliteitsimpuls aan kennis over lezen en leesdidactiek in de opleidingen, waardoor studenten en dus toekomstige docenten Nederlands goed beslagen ten ijs komen.”

Leonie: “Voor mij was een eyeopener dat we vaak bezig zijn met de vorm van de tekst, zoals het verdelen van de tekst in alinea’s, terwijl het zo belangrijk is om met de inhoud aan de slag te gaan. Die verwerk je via die drie cognitieve processen (begrijpen, evalueren en reflecteren): hoe doen de leerlingen het daarbij en hoe kunnen we dat verbeteren? Die aanpak kun je vrij gemakkelijk inbouwen in je lessen of bestaande methode.” Anita: “Wij kregen de tip om onze methodiek een naam te geven, zodat je er altijd naar terug kunt verwijzen. We hebben gekozen voor diep lezen. Als ik nu zeg: ‘We gaan diep lezen’, dan weet mijn klas precies welke stappen ze moeten volgen.” Het sparren met de andere scholen levert ook veel ideeën op. Jeffrey: “Elke school legt eigen accenten in z’n ontwerponderzoek. Zo kunnen we ook profiteren van elkaars uitkomsten.” Anita en Jeffrey prijzen de vakliteratuur die zij kregen aangeboden. Jeffrey: “Eén artikel stelde dat we op een supersnelle digitale snelweg zitten, terwijl we met tekstbegrip kinderen onderwijzen alsof we in een dorpsstraat rijden. Wij gebruiken daarom bewust ook teksten van het internet.”

Uitrollen binnen de school

Tijdens het huidige, tweede projectjaar gaat de aandacht naar het lezen bij andere vakken. Jeffrey: “Ook bij vakken als wiskunde, geschiedenis en aardrijkskunde is het belangrijk om tot een goed begrip van de teksten te komen.” Jacquelien: “Je kunt in principe bij elk vak met de cognitieve processen van PISA aan de slag. Ook hier kunnen toetsresultaten helpen om te zien bij welke achterliggende leesprocessen het mis loopt. Als je voor één klas met docenten van vier vakken zou kijken naar de toetsresultaten, kun je misschien ergens de vinger op leggen.” De docenten delen hun kennis en maken collega’s warm voor hun aanpak. Anita: “We beschrijven onze bevindingen in de nieuwsbrief en houden presentaties voor de secties. We gaan in vwo 5 aan de slag met tekstbegrip. Ik heb een les over deep fake gemaakt voor vwo 2 en heb het ook met collega’s van de havo over deze manier van werken. Dit najaar gaan we hier een studiedag aan wijden. Het balletje begint te rollen.”

Teamleider faciliteert

Elly de Wit, teamleider onderbouw vmbo bij het Nuborgh College in Elburg, maakte haar school warm voor deelname aan het project. “Als ik bij de Primera ben, help ik nog wel eens iemand met het opladen van een ov-kaart. Mensen lopen in dat soort dingen vast doordat ze niet leesvaardig genoeg zijn. Dit ervaren mogelijk ook veel van mijn leerlingen. Als vmbo-school moeten wij doen wat we kunnen zodat zij zich staande kunnen houden in de maatschappij.” Haar collega’s, Anja Kruithof en Gerriën Groen, krijgen door hun deelname aan het project Na PISA de lente 160 uur per kalenderjaar om de leesmotivatie te vergroten en het begrijpend lezen te versterken. Zij hebben voor die doelen een leerlijn ontwikkeld. Alle lessen in de school duren 75 minuten en beginnen met lezen. Vier keer per jaar is er een leesproject. Dit is ingebed in het vak Nederlands, maar wordt nu ook uitgebreid naar de zaakvakken. Elly: “Ik denk dat onze leerlingen hier ontzettend veel baat bij zullen hebben.”

Zij faciliteert Anja en Gerriën, die ze maandelijks spreekt over hun vorderingen. Ze zou graag zien dat alle activiteiten rond leesvaardigheid in een doorlopende lijn naar de bovenbouw gaan. “Dat lijkt me een taak die past bij de locatiedirecteur. En ik denk dat het schoolbestuur vooral de visie moet uitdragen. Zij kunnen stimuleren dat leesonderwijs ook op de andere locaties aandacht krijgt.”

Elly ziet al een mooie bijvangst: “We hebben nu een boekenuitleen op school. Vanuit de bibliotheek zorgt een leesconsulent dat er in elke leer-werkruimte telkens nieuwe boeken staan, passend bij de interesse en het niveau van onze leerlingen.” De effecten van de nieuwe aanpak zijn nog niet gemeten, maar Elly ziet wel wat veranderen. “Ik heb het idee dat de leesmotivatie toeneemt. Lezen is in de onderbouw een belangrijk aandachtsgebied geworden. Nu gaan we daar ook de zaakvakken bij betrekken.” Deze ontwikkeling sluit mooi aan bij de focus van Na Pisa de lente in 2022. De inmiddels negen scholen werken met duo’s van docenten Nederlands plus een ander vak, zoals economie of geschiedenis. Anke: “Zij gaan samen aan de slag met de verbetering van leesvaardigheid in beide contexten en een betere afstemming tussen de vakken.”

Het loont om de leesvaardigheid van je leerlingen in kaart te brengen en je leesonderwijs toe te spitsen op hun lacunes, zeggen Jeffrey en Anita. “Wees niet bang om zelf een toets te maken”, voegen Jacquelien en Leonie daaraan toe. “Dat kost tijd, maar met de uitkomsten kun je je leesonderwijs echt effectiever maken.”

Afbeelding met persoon, tafel    Automatisch gegenereerde beschrijving

 

Project verbetert leesonderwijs 

Het project Na PISA de lente richt zich op verbetering van het leesonderwijs in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Docenten, lerarenopleiders en wetenschappers ontwikkelen gedurende twee jaar samen onderwijsleermateriaal en schoolleerplannen. 

Dit project van de Werkgroep Onderzoek en Didactiek Nederlands (WODN) van de vereniging van Levende Talen Nederlands wordt uitgevoerd in samenwerking met SLO. Subsidie komt van het ministerie van OCW.