In beginsel richtte het onderzoek zich op buitenschools leren. Maar de onderzoekers kwamen er eigenlijk direct al achter dat die term en afbakening niet meer voldoet. Ruben Fukkink: “’Buitenschools leren’ suggereert te veel dat deze vormen van leren en ontwikkelen plaatsvinden buiten de school om. In ons onderzoek kwamen we juist verschillende vormen tegen die op de schoollocatie of in nauwe samenwerking met de school worden uitgevoerd. Daarom is ‘aanvullend onderwijs’ een betere term.”

Drie soorten aanvullend onderwijs

Wat ook al snel duidelijk werd: dat er allereerst een inventarisatie moest komen. “We hebben daarom eerst het ‘landschap’ van aanvullend onderwijs beschreven en drie vormen van aanvullend onderwijs geïdentificeerd, die elk een ander doel hebben en zich ook op een andere manier verhouden tot het reguliere onderwijs,” legt Louise Elffers uit. “Zeker in discussies over kansengelijkheid is het belangrijk om helder te hebben of je het over ondersteunend, verrijkend of vervangend onderwijs hebt.”

Ondersteunend onderwijs: bijles, toets- en examentraining en huiswerkbegeleiding

Betaalde ondersteuning om beter te kunnen leren en presteren op school is voorbehouden aan leerlingen van wie de ouders daarvoor kunnen betalen. Hoe maak je ondersteunend onderwijs toegankelijker? Louise: “Sommige private partijen bieden een deel van hun aanbod kosteloos aan voor leerlingen met minder draagkrachtige ouders en we zien ook steeds meer kosteloze programma’s ontstaan die bijvoorbeeld door vrijwilligers worden aangeboden. Maar je zou ook moeten nadenken over manieren om de gewenste ondersteuning binnen het reguliere onderwijs aan te bieden, zodat alle leerlingen er gebruik van maken.

Verrijkend onderwijs: talentontwikkeling en loopbaanoriëntatie

Er is ook aanvullend onderwijs dat streeft naar talentontwikkeling en het verrijken van het sociaal-cultureel kapitaal van leerlingen bovenop het reguliere onderwijsprogramma. Aan deze programma’s, bijvoorbeeld van IMC Weekendschool, kunnen kinderen kosteloos deelnemen. Ze zijn specifiek gericht op het bieden van extra ontwikkelkansen voor leerlingen.

Vervangend onderwijs: begeleiding van jongeren die uitvallen

“We waren onder de indruk van de projecten waar jongeren die zijn uitgevallen uit het onderwijs een nieuwe kans krijgen. Bijvoorbeeld bij Studio Moio in Leiden,” vertelt Ruben. “Ze werken daar aan kwalificatie, aan persoonlijke groei en aan nieuw perspectief op de toekomst. Aan gloednieuwe kansen.”

Helder advies

Ruben en Louise zijn helder over hun advies aan het Nederlandse onderwijs: “Verduurzaam de samenwerking tussen regulier en aanvullend onderwijs, zodat continuïteit in onderwijs en begeleiding beter gewaarborgd wordt. Leerlingen gedijen erbij als hun leefwerelden – thuis, op school en in het aanvullend onderwijs – met elkaar verbonden zijn.”

Voor meer informatie en alle publicaties over dit onderzoek ga je naar: Gelijkekansenvooreendiversejeugd.nl,

Aanvullend onderwijs

Louise Elffers is onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, lector Kansrijke Schoolloopbanen in een Diverse Stad en directeur van Kenniscentrum Ongelijkheid.

Ruben Fukkink is hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en lector Pedagogiek bij de Hogeschool van Amsterdam