In 2020 schreef Samira Bouchibti het handboek ‘Nederland is van ons allemaal’, een boek dat uitdraagt dat de Grondwet niet zomaar een stoffige tekst is, maar de levende basis waarop de democratische waarden van onze samenleving zijn gegrondvest. In 2023 verscheen ‘Jij bent gewoon Nederlander’, een boek voor jongeren en jongvolwassenen geschreven, op basis waarvan mooie gesprekken over verdraagzaamheid, vertrouwen en houvast gevoerd kunnen worden.

Samira Bouchibti is werkzaam als (strategisch) beleidsregisseur voor gemeenten in het sociaal domein. En al jaren verzorgt ze gastlessen ‘democratisch burgerschap’ voor leerlingen en studenten, en masterclasses voor docenten.

Wat heb jij met burgerschap?

“Ik vind het erg leuk om leerlingen te inspireren om na te denken over het land waarin ze leven en hen te laten reflecteren op de samenleving waarin ze hun toekomst willen opbouwen. Ik wil hen graag aanmoedigen om hun stem te laten horen, hun ideeën en overtuigingen te delen en actief deel te nemen aan de samenleving.”

Met welke omschrijving van burgerschap werk jij?

“Burgerschap is een actieve en verantwoordelijke betrokkenheid bij de samenleving, waarbij de focus ligt op het respecteren van rechten, het nakomen van plichten en het dragen van verantwoordelijkheid voor de medemens en de maatschappij. Burgerschapsonderwijs stimuleert leerlingen om kritisch te denken, onderscheid te maken tussen feiten en meningen, hun eigen standpunten met argumenten te onderbouwen en open te staan voor verschillende meningen. Daarnaast speelt burgerschapsonderwijs een belangrijke rol in het bevorderen van de kennis van democratische principes en kernwaarden, zoals stemrecht, persvrijheid, vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, rechtvaardigheid en solidariteit.”

In jouw beide boeken betrek je uitdrukkelijk de grondwet in het verhaal. Wat betekent de grondwet voor jou?

“In Nederland leven mensen met verschillende religies, culturen, gewoonten, rituelen en tradities samen. Wij verschillen van elkaar, maar horen allemaal bij Nederland. Onze Grondwet is bij uitstek verbindend en een middel om in dialoog te gaan over wat ons verbindt. Onze grondwet geeft richting aan onze samenleving en een fundament waarin onze rechten en vrijheden worden beschermd, en dient als hoeksteen voor het functioneren van een rechtvaardige en democratische samenleving. Het is belangrijk dat leerlingen weten wat hun grondrechten zijn en begrijpen hoe onze democratische samenleving functioneert. Als je goed op de hoogte bent van je grondrechten, kun je actief deelnemen aan het democratisch proces en je rechten en vrijheden beschermen. Tegenover de Grondwet en de daaraan verbonden rechten staat wat mij betreft één grondplicht: de plicht om op een open, vreedzame en democratische wijze vorm en inhoud geven aan ons land.”

Je bespreekt deze ook op scholen, bijvoorbeeld over artikel 1. Hoe reageren leerlingen hierop?

“Leerlingen vinden het geweldig om gesprekken of discussies te voeren over hun grondrechten, of het nu gaat om artikel 1, zelfbeschikking of godsdienstvrijheid. Bij het behandelen van grondwetsartikelen bespreek ik actuele thema’s zoals het toeslagenschandaal en racisme bij de belastingdienst, het vraagstuk rond het wel of niet inrichten van een stilteruimte op school, of - in het kader van zelfbeschikking (artikel 11) - euthanasie.”

Kun je wat meer vertellen over hoe jongeren tegen de samenleving aankijken? Wat hebben zij nodig?

“Vooral als je jong bent en moeite hebt om je plek te vinden in de samenleving, ben je kwetsbaar. Veel jongeren werken hard en doen hun best om erbij te horen, en toch hebben ze het gevoel dat ze er niet bij mógen horen. Als je het gevoel hebt dat je minder kansen krijgt om iets waardevols bij te dragen aan de samenleving vanwege je huidskleur, afkomst, seksuele gerichtheid of religieuze achtergrond, heeft dit invloed op hoe je denkt en hoe je in de samenleving staat. Als je (te) vaak met discriminatie en racisme te maken krijgt, kun je je gaan terugtrekken uit de samenleving en wantrouwen of angst ontwikkelen ten opzichte van andere mensen, overheidsinstanties, de media of de politie. Ik begrijp heel goed hoe het voelt om gediscrimineerd te worden, omdat ik zelf ook met discriminatie te maken heb gehad. Ik zeg altijd tegen leerlingen dat ze zich niet moeten laten ontmoedigen en dat ze altijd voor hun rechten moeten opkomen. Ook vertel ik ze dat ze zich niet moeten laten wijsmaken dat ze iets niet kunnen bereiken en gaan we in gesprek over het belang van zelfvertrouwen. Veel jongeren moeten leren inzien waarom het niet goed is als zichzelf vergelijken met anderen en dat het leven niet draait om rijk worden of het verzamelen van likes. Ik moedig ze aan om geduldig te zijn, zichzelf positief aan te moedigen en als ze hulp nodig hebben om hulp te vragen aan mensen in hun omgeving als het minder goed gaat. Ze hoeven niet altijd sterk, stoer, mooi of slim te zijn, en streven naar perfectie mag geen doel zijn. Goed is goed genoeg. Mijn mantra is: weest trouw aan jezelf, trots, tevreden en tel je zegeningen.”

Wat is wat jou betreft cruciaal om onze inspanningen op het gebied van burgerschap een succes te laten zijn?

Wat Burgerschap inhoudt staat omschreven in de Wet. Het is de taak van het onderwijs om hier inhoud aan te geven door het formuleren van doelen en beoogde uitkomsten te omschrijven en die structureel te integreren in het curriculum. Die taak moet serieus genomen worden. Dus de aandacht moet structureel zijn en niet sporadisch of alleen in reactie op incidenten. Burgerschap is van onschatbare waarde en een belangrijk concept voor het in stand houden van een gezonde democratie en het bevorderen van een inclusieve samenleving. Dit begint met hoogwaardig burgerschapsonderwijs, waar leerlingen de kans krijgen om te leren over democratische principes, grondrechten en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Leerlingen moeten aangemoedigd worden om deel te nemen aan de samenleving, door vrijwilligerswerk te doen, te stemmen bij verkiezingen en zich in te zetten voor positieve verandering.”

Hoe kijk je aan tegen het toetsen van burgerschap?

“Zonder een planmatige aanpak en duidelijke gedefinieerde concrete doelen heeft burgerschapsonderwijs weinig zin. In dat geval leidt het alleen maar tot verspilling van kostbare onderwijstijd. Burgerschapsonderwijs is alleen effectief als het goed is ontwikkeld en breed door de school en docenten worden gedragen. Toetsen kunnen worden ingezet om te beoordelen in hoeverre leerlingen theoretische kennis hebben verworven over democratische principes, grondrechten, maatschappelijke verantwoordelijkheid en andere relevante onderwerpen. Maar Burgerschap omvat niet alleen theoretische kennis, maar ook vaardigheden zoals kritisch denken, debatteren, samenwerken en actieve betrokkenheid in de samenleving. ‘Toetsing’ kan zich dus ook richten op het waarderen van deze praktische vaardigheden, bijvoorbeeld door middel van groepsprojecten, discussies, presentaties of simulaties van democratische processen. Bovendien is het ook waardevol om leerlingen aan te moedigen om hun eigen ontwikkeling op het gebied van burgerschap te evalueren en te reflecteren op hun betrokkenheid bij de samenleving.”

Samira Bouchibti