Onderzoek doen

Er is een duidelijk verschil tussen onderzoek doen en het hebben van een onderzoekende houding. Bij het doen van (praktijk)onderzoek is er een duidelijk begin- en eindpunt en wordt gericht en systematisch data verzameld. Een onderzoekende houding is behulpzaam bij het doen van onderzoek, maar ook daarbuiten: doordat een leraar met een onderzoekende houding kritisch durft te reflecteren (ook op het eigen gedrag en onderliggende motieven) draagt een onderzoekende houding bij aan het professioneel werken van de (toekomstige) leraren.

Een onderzoekende houding?

In de literatuur is er geen eenduidige definitie te vinden van wat een onderzoekende houding precies inhoudt. Op basis van nationale en internationale onderzoeken komen Bruggink en Harinck (2012) met negen generieke kenmerken van een onderzoekende houding: (1) nieuwsgierigheid, (2) een open houding, (3) kritisch zijn, (4) willen begrijpen, (5) bereid zijn tot perspectiefwisseling, (6) afstand nemen van routines, (7) gerichtheid op bronnen, (8) gerichtheid op zeker weten en (9) willen delen met anderen. Meijer (2017) concludeerde dat een onderzoekende houding twee dimensies heeft: een interne (komen tot nieuwe inzichten en gedrag op basis van reflectie) en een externe dimensie (professionele kennis vergroten door actief en doelgericht op zoek te gaan naar kennis van anderen). Dat betekent dus dat een leraar met een onderzoekende houding enerzijds bereid is om te reflecteren, ook op eigen gedrag en onderliggende motieven. Anderzijds heeft deze leraar een diepe interesse om meer te weten te komen en wil hij zaken echt begrijpen en uitpluizen om tot dieper inzicht te komen.

Hoe stimuleren lerarenopleidingen de onderzoekende houding van studenten?

Lerarenopleidingen werken op verschillende manieren aan de ontwikkeling van een onderzoekende houding van studenten. Bijvoorbeeld via opdrachten waarin studenten oefenen met afzonderlijke kennis en aspecten van de onderzoekende houding, door middel van structurele reflectie, coaching en intervisie, het voeren van een socratisch gesprek, of door het toepassen van reeds bestaande onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk. Daarnaast doen in iedere lerarenopleiding studenten onderzoek. Ook dat is een middel dat ingezet wordt om de onderzoekende houding te stimuleren. Onderdeel hiervan kan zijn kritische reflectie door toetsing van resultaten van onderzoek aan theorie of literatuur.

Ontwikkel je een onderzoekende houding door het doen van onderzoek?

Het doen van onderzoek kan een effectieve manier zijn om een onderzoekende houding te stimuleren. De onderzoekende houding wordt met name ontwikkeld door de dialoog die studenten voeren tijdens een onderzoeksproces waarbij ze werken aan realistische taken. Het is belangrijk om studenten samen te laten werken en de onderzoekopdrachten zo echt mogelijk te laten zijn en aan te sluiten bij wat de studenten zelf interessant vinden.

De lerarenopleider heeft hier een belangrijke taak. Enerzijds door de onderzoeksopdrachten zo in te richten dat studenten daadwerkelijk samen aan zelf gekozen onderzoeksopdrachten kunnen werken Anderzijds door in colleges expliciet aandacht te besteden aan de onderzoekende houding door bijvoorbeeld concepten te verhelderen en daarover te discussiëren, en door meningen en concepten steeds weer te laten onderbouwen.

Eerst droogzwemmen of direct het diepe in?

In het traditionele curriculum van het hoger onderwijs is het gebruikelijk dat studenten eerst een kennisbasis verwerven (droogzwemmen) en werken aan meer basale en instrumentele onderzoeksvaardigheden en -technieken voordat ze starten met het dóen van onderzoek (het diepe in). Het blijkt echter dat de onderzoekende houding van studenten juist gestimuleerd wordt wanneer zij vrij snel zelf (onder begeleiding) onderzoek mogen doen. Hierbij staat de docent model en leren studenten tijdens het doen van onderzoek de bijbehorende kennis en vaardigheden.

Kortom: Optimaal voor het stimuleren van de onderzoekende houding is het wanneer studenten samenwerken aan een onderzoeksvraagstuk dat hen zelf interesseert en waarbij de kennis dus ‘in actie’ wordt verworven in plaats van voorafgaand aan het doen van onderzoek .

Toch moeten studenten ook weer niet té snel starten met het doen van onderzoek. De onderzoekende reflectieve houding wordt beter gestimuleerd als de studenten starten met een verkenning van de bedoelingen van hun onderwijs en de eigen rol daarbinnen, om pas daarna over te gaan tot het formuleren van een eigen onderzoeksvraag en het uitvoeren van een onderzoek.

Wat doe jij?

De onderzoekende houding van ons als docenten heeft natuurlijk ook een externe en een interne dimensie. Wanneer jij de onderzoekende houding van jouw leerlingen of studenten wilt stimuleren zou je jezelf vragen kunnen stellen als: begrijpen leerlingen het doel van mijn lessen? Wat voor onderzoeksopdracht spreekt mijn leerlingen eigenlijk aan en geef ik ze daar een keuze in? Maar ook: Wat merken leerlingen van mijn onderzoekende houding en hoe zou ik dat kunnen versterken?

Dit artikel kwam voort uit een vraag aan de Kennisrotonde: ‘Welke aanpak werkt beter bij het ontwikkelen van een onderzoekende houding van studenten aan de lerarenopleiding: eerst een theoretische basis verwerven of direct in de praktijk onderzoek doen?’ Lisette Uiterwijk is associated lector Leiderschap bij Penta Nova en Rena Punt is adviseur bij Cinop. Beiden zijn kennismakelaar bij NRO.

Op bezoek bij de Kennisrotonde

De Kennisrotonde is een uniek loket voor de snelle beantwoording van vragen uit het onderwijs met kennis uit onderzoek. Ga ook op bezoek bij https://www.nro.nl/kennisrotonde/

Bronnen

Bruggink, M. & Harinck, F. (2012). De onderzoekende houding van leraren: wat wordt daaronder verstaan? Tijdschrift voor lerarenopleiders, 33(3), 46-53.
Geerdink, G. (2010). Over de zin van praktijkgericht onderzoek voor hbo’ers. HAN Business Publications, 5, 65-79.

Griffioen, D., Boerma, K., Engelbert, R., & Van der Linden, W. (2013). Doelen en vormen van onderzoek in het onderwijs: de onderwijspraktijk in een conceptueel raamwerk. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, 31(1&2), 32-44.

Hunter, A., Laursen, S.L., & Seymour, E. (2006). Becoming a scientist: the role of undergraduate research in students’ cognitive, personal and professional development. Science Education, 91(1), 36-74.

Leeman, Y., & Wardekker, W. (2010). Leraren leren met behulp van onderzoek over pedagogische kwaliteit? Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 31(2), 4-10.

Meijer, M.J. (2017). Teachers’ Inquiry-Based Attitude as an Objective in Teacher Education. PhD Thesis. Heerlen: Open Universiteit.

Ros, A., Van der Steen, J, & Timmermans, M.C.L. (2016). De waarde van de academische opleidingsschool. Avans Hogeschool Breda, Fontys Eindhoven, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.