Op de middelbare school krijgen leerlingen voor het eerst het vak economie. Dit vak is niet zo zeer bedoeld om hen op te leiden voor een economische studie, maar wel om hen voor te bereiden op hun rol in de maatschappij. De vraag is echter of zij met het huidige lesmateriaal goed worden voorbereid om als burger, ondernemer of werknemer te functioneren in de maatschappij waarin zij terechtkomen. Het lesmateriaal voor economielessen gaat namelijk lang niet altijd over de vraagstukken van deze tijd. Waar de samenleving en de economische wetenschap volop in ontwikkeling zijn, loopt het economiecurriculum achter. In het eindexamen economie van dit jaar, raakte slechts 8% van de vragen (licht) aan onderwerpen als duurzaamheid en klimaatverandering, terwijl dit dé onderwerpen van deze tijd zijn. Dit stoort ook Mathijs Nicolai (docent economie op het Christelijk Lyceum Apeldoorn) en Theo Roos (docent bedrijfseconomie op het Fons Vitae Lyceum in Amsterdam). Zij zoeken - en vinden! - manieren om hun lessen beter aan te laten sluiten bij de maatschappij zoals deze zich ontwikkelt.

Afwegingen maken

Als docent bedrijfseconomie heeft Roos een rijke opvatting van zijn werk. “Mijn vak gaat over veel meer dan alleen over het berekenen van financiële uitkomsten” zegt Roos. “Als ik mijn leerlingen ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid wil bijbrengen, moeten ze de financiën in perspectief kunnen zien. Denken dat bedrijfseconomische beslissingen alleen op basis van financiële uitkomsten worden gemaakt lijkt me geen realistische weergave van hoe het in de praktijk werkt. Net zo min als dat bedrijven of consumenten altijd en automatisch voor de goedkoopste variant gaan. In de praktijk wegen heel andere krachten en waarden mee. De keuze van IKEA om vegetarische Zweedse gehaktballetjes aan te bieden was niet alleen een financiële keuze. Dat geldt ook voor alle consumenten die een elektrische scooter verkiezen boven een benzinescooter. Ik wil ze leren hoe ze afwegingen moeten maken, ongeacht wat de uitkomst van de afweging is.”


We hebben er niets aan om leerlingen een versimpelde weergave van de werkelijkheid te leren

Theoretisch mensbeeld

Nicolai herkent de manier waarop Roos de versimpelde weergave van een besluitvormingsproces schetst. “In het lesmateriaal wordt de consument neergezet als rationele, egocentrische homo economicus. Het werkt natuurlijk makkelijk om vanuit deze aanname economische voorspellingen te doen, maar het doet geen recht aan de werkelijkheid. Er zijn veel meer motieven vanuit waar mensen handelen. Soms doen mensen iets dat niet per se hun eigen belang dient, maar willen ze iets terug doen voor een ander. De complexiteit aan motieven om dingen wel of niet te doen, doet meer recht aan de werkelijkheid dan hoe ze geschetst wordt in het lesmateriaal. We hebben er niets aan om leerlingen een versimpelde weergave van de werkelijkheid te leren als dit niet de werkelijkheid is waar ze in terecht komen. Bovendien lopen we het risico dat het een soort self fulfilling prophecy wordt: leerlingen zitten in een vormende fase en als we ze blijven leren dat de mens een egocentrisch en rationeel wezen is, gaan we er automatisch naar handelen. Zo wordt dit aangeleerde mensbeeld vanzelf de waarheid.”

Om hier met zijn leerlingen over in gesprek te kunnen gaan, heeft Nicolai een klaslokaalexperiment bedacht. Hierin geeft hij zijn leerlingen een som geld en laat hij hen een keuze maken tussen het zelf houden of het (deels) ter beschikking te stellen aan een ‘collectief goed’. Nicolai: “De keuzes die de leerlingen tijdens dit experiment maken, zijn voor mij een geweldig haakje om het gesprek aan te gaan over gedragsmotieven in de praktijk en welke gevolgen dit heeft voor de economische inrichting van een samenleving.”.

Aansluiting bij de vraagstukken van nu

Duidelijk is dat beide docenten het huidige lesmateriaal te weinig vinden aansluiten bij actuele ontwikkelingen en vraagstukken van nu. Roos: “Als het gaat om een onderwerp als ‘terugverdientijd’, is het vandaag de dag toch logisch om te rekenen met de aanschaf van zonnepanelen of een warmtepomp? Of laat leerlingen eens werken met de duurzaamheidsvraagstukken waar elk bedrijf wel eens mee worstelt. Door te kiezen voor deze actuele onderwerpen blijf je binnen de kaders van de eindtermen, maar laat je de toepassing dichter aansluiten op de werkelijkheid.”

Nicolai voegt toe dat het ook belangrijk is dat het materiaal meegaat in de ontwikkelingen die de economische wetenschap doormaakt: “De economische wetenschap is geen statische, exacte wetenschap. Het is een gemis dat je vrijwel niets van die ontwikkelingen in denken over true pricing, circulariteit of meervoudige waarde terugziet in het huidige economieprogramma.”

Week van het Economieonderwijs

Roos en Nicolai vinden allebei hun weg om hun lessen te verrijken met nieuwe economische inzichten en actuele maatschappelijke vraagstukken. Nicolai: “Natuurlijk zou het helpen als we met z’n allen wat minder gefocust zouden zijn op de centrale examens. Of als er wat meer ruimte komt in het curriculum om met leerlingen in gesprek te gaan over andere vormen van kapitaal dan alleen financieel kapitaal. Maar ook binnen de bestaande kaders is heel veel mogelijk! Het zou ontzettend helpen als docenten die hiermee bezig zijn hun kennis en materiaal met elkaar zouden delen, zodat niet iedereen zelf het wiel hoeft uit te vinden.”

Tijdens de Week van het Economieonderwijs van 20 tot en met 24 november delen zij hun ervaring. Zo vertelt Roos over hoe hij aan de slag is gegaan met het schrijven van zijn eigen lesmateriaal waarin actuele maatschappelijke vraagstukken zijn verwerkt en waarin leerlingen worden uitgedaagd afwegingen te maken tussen allerlei waarden. Hij laat tijdens een workshop zien hoe je dit materiaal kunt gebruiken in de lessen. Nicolai laat tijdens de Week van het Economieonderwijs zien hoe zijn klaslokaalexperiment in de praktijk werkt.

Op zoek naar inspiratie en tips voor toekomstbestendig economieonderwijs? Leer van de ervaring van Roos, Nicolai en vele anderen. Kijk op www.weekvanheteconomieonderwijs.nl/vo