Wat is een taxonomie?

Misschien deed je het ooit op school? In de les biologie moest je een plant proberen in te delen aan de hand van een soort van heuristiek op een blaadje papier. Welke soort bladeren zie je, welke kleur, enzovoort. Op die manier kun je een plant uiteindelijk indelen in een bepaalde classificatie. Dit vinden, beschrijven, benoemen en indelen van organismen noemen we een taxonomie. Een taxonomie is een systematische ordening op basis van bepaalde criteria. In onderwijs worden taxonomieën vooral gebruikt om doelstellingen te ordenen.

Er zijn veel verschillende taxonomieën. Een van de bekendste is wellicht deze van Benjamin Bloom, maar er is verder ook nog SOLO (die John Hattie promoot), Romiszowski, Kwakernaak, De Block en Heene, en meer.

(Een persoonlijke noot: vaak merk je dat de taxonomie waarin iemand is opgeleid, een deel van zijn of haar voorkeur bepaalt. Zelf werd ik gevormd in de taxonomie van De Block en Heene en het switchen naar een andere taxonomie kan behoorlijk pittig zijn omdat het erg je denken over onderwijsdoelen heeft gestuurd en bepaald.)

Waarom kan dit ordenen handig zijn?

Ordenen volgens een ordeningsprincipe, een taxonomie, kan voorkomen dat je eenzijdig les geeft en het houdt inzichtelijk welke soort doelen je nastreeft en inhouden aanbiedt. Daar ligt ook de duidelijke link tussen evalueren en taxonomiën, dit was al het geval bij Bloom.

Volgens Krathwohl had Bloom de volgende bedoelingen met het ontwikkelen van zijn taxonomie:

- een gemeenschappelijke taal creëren over leerdoelen om de communicatie mogelijk te maken tussen personen en over onderwijsniveaus heen; 


- een gemeenschappelijke basis creëren om doelen te bepalen voor cursussen en curricula op land-, school- en klasniveau; 


- een middel ontwikkelen om de congruentie te bepalen tussen onderwijsdoelen, activiteiten en evaluaties van een les, een cursus, een curriculum; 


- een panorama beschrijven van onderwijskundige en educatieve mogelijkheden waarmee de beperkte breedte of diepte van een cursus of curriculum vergeleken kan worden. 


De meeste taxonomieën maken onderscheid tussen verschillende vormen van kennis en vaardigheden, maar ook hoe je die kennis en vaardigheden moet kennen of kunnen. Op die manier kun je beter doelen vormgeven en meer optimaal evalueren.

Van de verschillende voordelen die een degelijke taxonomie kan bieden, wordt vaak de eerste doelstelling van Bloom over het hoofd gezien: een taal aanreiken om over doelen te praten en verder te communiceren. Een goed uitgewerkte taxonomie biedt je een gemeenschappelijke taal aan, waardoor je bijvoorbeeld bij eindtermen of leerplannen weet wat de bedoeling van een bepaalde doelstelling kan zijn.

Dat er dan verschillende taxonomieën bestaan, kan die communicatie net ook moeilijker maken. Het kunnen als het ware verschillende talen zijn. Samen met mijn collega Liese Missine bekeken we hoe vaak de verschillende bekende taxonomieën geciteerd worden op Google Scholar. Daarbij viel op dat Bloom er met kop en schouders bovenuit stak. SOLO scoorde ook zeer hoog. De taxonomie waarin ik zelf werd gevormd, die van De Block en Heene, viel op in zijn afwezigheid.

Bloom is dus niet eenzijdig cognitief, we gebruiken te vaak maar een derde van de taxonomie.

Op deze manier krijg je een beetje een Facebook-effect. Als iedereen op Facebook zit, dan is het moeilijk voor een concurrent om er nog naast te ontstaan omdat je een kritische hoeveelheid gebruikers nodig hebt vooraleer die communicatiefunctie bruikbaar wordt. Met andere woorden, dat Bloom zo populair is, zorgt er mede voor dat deze indeling populair blijft.

Waarom een taxonomie geen mythe kan zijn?

Een taxonomie is altijd een abstractie die je op de werkelijkheid legt. Het is steeds een vereenvoudiging van iets complex. De indeling in de biologie beschrijft, net zoals onderwijstaxonomieën doelen proberen te beschrijven. Je kunt dus niet vragen of een taxonomie een mythe is, maar je kunt wel de volgende vragen stellen:

- Hoe goed beschrijft de taxonomie de werkelijkheid?

- Hoe bruikbaar is de taxonomie om doelen te classificeren?

- Hoeveel mensen gebruiken die taxonomie zodat communiceren erover mogelijk is?

- Hoe sluit de taxonomie aan bij de kennis die we hebben over leren?

Als je taxonomieën vergelijkt, merk je dat ze allemaal wel voor- en nadelen hebben. Zo is de aandacht voor meta-cognitie bij Bloom wel fijn, is de aandacht voor transfer bij De Block en Heene dan weer een meerwaarde, enzovoort. Eenmaal los van de taxonomie waarin je werd opgeleid, maken de verschillende voor- en nadelen van elk type taxonomie de keuze soms niet eenvoudiger.

Mythes over Bloom

Dat een taxonomie moeilijk een mythe kan genoemd worden, wil niet zeggen dat er geen mythes kunnen bestaan over taxonomieën. In ons boek beschrijven Paul Kirschner, Casper Hulshof en ikzelf hoe er behoorlijk wat mythes over Bloom bestaan.

Zo wordt Bloom vaak beperkt besproken. De bekendste indeling die je vaak ziet opduiken beschrijft de indeling van de cognitieve doelen. Maar aansluitend ontwikkelde men ook een affectieve en verschillende psychomotorische taxonomieën. Bloom is dus niet eenzijdig cognitief, we gebruiken te vaak maar een derde van de taxonomie.

Verder blijkt de piramidevorm waarin het cognitieve luik van Bloom vaak afgebeeld wordt, fundamenteel fout en haaks te staan op de redenering achter de taxonomie. In feite moet je Bloom weergeven als een tabel waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen vier vormen van kennis die je op zes manieren kunt gebruiken:

Wat is er fout aan de piramidevorm? Deze vorm suggereert een soort van hiërarchie. Dat een bepaald doel ‘hoger’ is dan een ander doel komt in bepaalde taxonomieën wel voor, maar bij Bloom is dat uitdrukkelijk niet het geval. Laat me dit concreet maken. Het toepassen van procedurele kennis, ook wel vaardigheden genoemd, kan bijvoorbeeld zijn dat je een schilderij kunt maken. Maar dat wil nog niet zeggen dat je per se het concept achter een schilderij dat je maakt begrijpt.

Tot slot: hebben we taxonomieën nodig?

Wellicht kun je perfect gelukkig leven zonder taxonomieën, maar de noden die in 1948 Bloom inspireerden tot het ontwikkelen van zijn eerste taxonomie, bestaan vandaag nog steeds. Nog steeds moeten er curricula en lessen opgesteld worden die liever niet eenzijdig focussen op één soort doel. Nog steeds hebben we een taal nodig om over doelen en evalueren te praten. En nog steeds moeten doelen en hoe je evalueert met elkaar matchen.

Maar welke taxonomie je dan het best kunt gebruiken? Dat is niet aan mij om te zeggen. Vlaanderen koos voor zijn nieuwe eindtermen voor Bloom, waardoor zijn populariteit nog versterkt zal worden. Die keuze valt te begrijpen, ook vanweg de communicatiefunctie over landen heen. Maar zoals ik al schreef, elke taxonomie heeft wel zijn voor- en nadelen.

Meer lezen?

Veel van dit artikel is gebaseerd op de literatuurstudie die we deden voor ons boek:
De Bruyckere, P., Kirschner, P., & Hulshof, C. (2019). Juffen zijn toffer dan meesters. Leuven: LannooCampus/Anderz.

Rianet Knevel maakte een vergelijking van verschillende taxonomieën:
Knevel, R. (2013). Taxonomieën zijn hot… en handig. Culemborg: Bureau ICE. Zie ook https://score.hva.nl/Bronnen/Overzicht%20taxonomie%C3%ABn.pdf

Voor Bloom raad ik verder zeker de originele tekst van Krathwol aan:
Krathwohl, D. R. (2002). A revision of Bloom’s taxonomy: An overview. Theory into Practice, 41, 212-218.

Kijk ook op: