Scholen hebben volgens het ministerie van Onderwijs de taak om bij te dragen aan het opleiden van leerlingen tot burgers die volwaardig deel uitmaken van de samenleving. Een van de vaardigheden die daarin wezenlijk zijn is: kunnen communiceren. Uitdrukking geven aan je gevoelens en gedachten op een respectvolle manier, begrip van anderen krijgen en zelf anderen begrijpen zijn nodig om sociale contacten aan te gaan en samen te werken. Goed kunnen communiceren helpt de leerling om succesvol te zijn op school, en vergroot de kans op een volwaardige deelname aan de samenleving en daarmee het welzijn van mensen.

Oracy

Oracy is een Engelstalige term waarmee een spectrum aan onderwijzende activiteiten wordt aangeduid die leerlingen leren om effectieve sprekers en luisteraars te worden.

Oracy legt op de eerste plaats de basis voor verdere algemene taalontwikkeling. Door middel van mondelinge interactie vergroten kinderen hun woordenschat, verbeteren zij hun grammaticale kennis, ontwikkelen zij de vaardigheden die nodig zijn om effectief te communiceren en te begrijpen wat er gelezen wordt. En natuurlijk oefenen ze het luisteren en spreken.

Daarnaast speelt mondelinge taalvaardigheid een centrale rol bij het verwerven van kennis. Leerlingen die goed kunnen spreken en luisteren, zijn in staat om informatie beter te begrijpen en te onthouden. Het vermogen om helder te spreken en effectief te luisteren vergemakkelijkt niet alleen het begrijpen van complexe concepten, maar ook het oplossen van problemen en het samenwerken met anderen. Door het voeren van gesprekken, discussies en debatten leren kinderen om argumenten te formuleren en kritisch te denken. Bovendien bevordert mondelinge taalvaardigheid sociale interactie en relaties. Het helpt leerlingen om zelfverzekerder te worden in groepsdiscussies, presentaties en andere sociale situaties. Het versterkt empathie, begrip en respect voor diversiteit in taalgebruik en culturele achtergronden. Samenvattend zou je kunnen zeggen dat je met Oracy de leerlingen in staat om zichzelf, elkaar en de wereld om hen heen beter te begrijpen.

Het begrip Oracy komt uit Groot-Brittannië. De Universiteit van Cambridge heeft samen met Voice21, de Britse nationale liefdadigheidsinstelling voor Oracy-onderwijs, het Framework Oracy ontwikkeld. Uit onderzoek van deze universiteit blijkt dat 84 procent van de schoolleiders ervan overtuigd is dat het structureel ontwikkelen van Oracy op scholen bijdraagt aan het zelfvertrouwen en het welzijn van kinderen, hun cognitieve vaardigheden, kansengelijkheid en sociale gelijkheid.

Te weinig aandacht

In Nederland is er een soortgelijke waardering van mondelinge taalvaardigheid. Wanneer we de laatste peiling van de Inspectie bekijken over mondelinge taalvaardigheid op basisscholen (maart 2019) zien we dat veel leerkrachten (basisonderwijs) mondelinge taalvaardigheden zeker belangrijk vinden. Toch is de tijd die men in het onderwijs aan mondelinge taalvaardigheden besteedt minimaal, zowel in het primair onderwijs als in het voortgezet onderwijs. Van Schaik, Knook en van Silfhout schrijven in 2021: “De doelen mondelinge taalvaardigheid – luisteren, spreken en gesprekken voeren – komen er in de onderwijspraktijk veelal bekaaid van af. Zo blijkt uit de peiling van de Inspectie van het Onderwijs in het basisonderwijs dat expliciete leerdoelen mondelinge taalvaardigheid relatief onbekend en niet leidend zijn. Leerkrachten werken vooral incidenteel aan mondelinge taalvaardigheid (Van Langen et al., 2017). In het voortgezet onderwijs wordt de meeste tijd besteed aan spellen en formuleren, en krijgt onder andere mondelinge taalvaardigheid minder tot weinig aandacht (Van der Leeuw et al., 2017).” (uit: Levende Talen Magazine, 21/1)

En in 2023 merkt de onderwijsinspectie op in het deelrapport Primair Onderwijs, Staat van het Onderwijs: "Scholen geven aan geen zicht te hebben op de beheersing van de referentieniveaus voor mondelinge taalvaardigheid en schrijven. Dit zijn de leergebieden die niet door eindtoetsen worden gemeten (Inspectie van het Onderwijs, 2023). Een duidelijke focus op basisvaardigheden, inclusief de onderdelen die niet door de eindtoetsen worden gemeten, blijft ook de komende jaren belangrijk".

Raamwerk Oracy

Het belang van een goede mondelinge taalvaardigheid wordt inmiddels gelukkig ook in Nederland erkend. CPS is in samenwerking met de Universiteit van Cambridge gekomen tot het Raamwerk Oracy voor het Nederlandse (basis)onderwijs.

Het Raamwerk Oracy bestaat uit vier domeinen; Fysiek, Linguistisch, Cognitief en Sociaal Emotioneel. Elk domein omvat diverse vaardigheden die je nodig hebt om je goed te kunnen verwoorden en effectief te kunnen luisteren. Op al deze vier domeinen is het van belang dat leerlingen zich in samenhang ontwikkelen. Laten we inzoomen op deze vier domeinen.

Het Fysieke domein

Om je goed te kunnen verwoorden, is het belangrijk om je stem op de juiste manier te gebruiken. Iedereen kent wel leerlingen die binnensmonds een spreekbeurt of een presentatie mompelen. En bijna iedereen spreekt te snel. Hoe zorg je dat je luid en langzaam genoeg praat en toch weer niet te hard en te traag? Hoe zorg je voor de juiste intonatie en articulatie? Maar ook lichaamstaal is van belang. Hoe sta je erbij als je spreekt? Gebruik je gebaren? Maak je oogcontact? Hiervan kennisnemen en ermee oefenen is essentieel voor een goede mondelinge taalvaardigheid.

Het Linguïstische domein

Ook om over dingen na te kunnen denken, heb je woorden nodig. Hoe groter je woordenschat, des te groter je mogelijkheden. Als je meer woorden kent met een vergelijkbare betekenis, kun je nuances aanbrengen in je verhaal. Natuurlijk is het ook van belang dat je met die woorden grammaticaal goede zinnen kunt bouwen en die kunt begrijpen. En misschien lukt het je om humor of vergelijkingen in je verhaal te brengen en bijvoorbeeld (denk)vragen te stellen, waardoor je verhaal krachtiger wordt.

Het Cognitieve domein

Sommige mensen (leraren én leerlingen) kunnen eindeloos vertellen over iets wat ze zelf tomeloos interessant vinden. Voor een goed gesprek of een goede presentatie is het echter van belang om onderwerpen te kiezen die interessant zijn voor je publiek. Kun je hoofdzaken van bijzaken scheiden, je mening met argumenten onderbouwen? Kun je je lang genoeg concentreren en de tijd in de gaten houden? Ben je in staat te luisteren naar wat de ander zegt of vraagt? Samen te vatten? Kun je goed reageren en doorvragen? Kortom: heb je het vermogen om een interessante presentatie samen te stellen, een constructieve dialoog of discussie te voeren of kun je echt goed naar de ander luisteren door je te verplaatsen in hun perceptie om samen verder te komen? Hoe overtuig je je publiek?

Het Sociaal-emotionele domein

Ook het sociaal-emotionele domein is van belang voor Oracy: ben je in staat om samen te werken? Kun je op het juiste moment het woord nemen en dat niet te vaak of juist te weinig doen? Durf je initiatief te nemen in het gesprek? Durf je beslissingen te nemen, een plan voor te stellen? Kun je actief luisteren en goed reageren op wat anderen zeggen? Kun je in je verhaal rekening houden met wat de anderen al van je onderwerp weten? Ben je in staat om levendig te presenteren en af te stemmen op je publiek, waardoor je hen boeit? Durf je jezelf te zijn en erop te vertrouwen dat je het goed doet?

Wat levert Oracy op?

In ieder geval een taalvaardiger leerling die ‘door de grenzen van de eigen taal te verruimen, ook de grenzen van de eigen wereld verruimt’ (indachtig het gedachtengoed van de Oostenrijkse filosoof Ludwig Wittgenstein). Onderzoek (in bijvoorbeeld Groot Brittannië) wijst verder uit dat bij een geïntegreerde aanpak het mondelinge taalaanbod tussen de vakken en in de school positieve effecten kan hebben op de volgende onderdelen:

  • Het verhogen van het zelfvertrouwen van de leerling
  • Het verhogen van de cognitieve resultaten
  • Het bevorderen van het zelfvertrouwen en welzijn van leerlingen
  • Meegeven aan leerlingen van vaardigheden voor het leven buiten school
  • Vergroten van kansen en bevorderen van sociale gelijkheid.

Tot slot

Mondelinge taalvaardigheid is van onschatbare waarde in het onderwijs, omdat het niet alleen academische en professionele groei ondersteunt, maar ook sociale en persoonlijke ontwikkeling bevordert. Het is een vaardigheid die een leven lang meegaat en die essentieel is voor succes in de moderne wereld. Met expliciet en systematisch lesgeven in mondelinge taalvaardigheid boeken alle leerlingen vooruitgang in het leren. Met goede mondelinge taalvaardigheden geef je leerlingen kansen in handen om verder te komen, om zich tot betrokken burger te ontwikkelen en om te werken aan de eigen persoonsvorming.

Lees ook

Inspectie van het Onderwijs (2019). Peil. Mondelinge taalvaardigheid. Einde basisonderwijs 2016 – 2017. Inspectie van het Onderwijs. https://www.onderwijsinspectie.nl/binaries/onderwijsinspectie/documenten/rapporten/2019/03/28/peil.mondelinge-taalvaardigheid/peil.mondelinge+taalvaardigheid.pdf

Voice 21

In 2018 evalueerde de Education Endowment Foundation (EEF) het Britse Oracy-project, genaamd Voice 21. Binnen dit project werd op één school, School 21, een programma ingevoerd dat de communicatieve vaardigheden van leerlingen moest vergroten. Het was de bedoeling dat er tenminste één uur per week aan deze vaardigheden zou worden gewerkt, onder begeleiding van de University of Cambridge. Het programma werd door de leraren goed ontvangen en werd ook tot het einde uitgevoerd, en leerlingen lieten inderdaad vooruitgang zien in hun mondelinge taalvaardigheden. Er zijn nog te weinig data voor een wetenschappelijk onderzoek naar de daadwerkelijke meerwaarde, maar sommige leraren hebben nadrukkelijk het idee dat het voortzetten van dit programma gunstig zou kunnen uitwerken op de schoolse resultaten van de leerlingen.

Meer lezen over dit project? https://educationendowmentfoundation.org.uk/projects-and-evaluation/projects/voice-21