Kun je wat meer vertellen over deze opdracht? “Ik vertel in de les vaak over kunstenaars en hun eigen kunstzinnige ontwikkeling. Ik toon dat ook, bijvoorbeeld in geval van Piet Mondriaan. Iedereen kent zijn abstracte doeken, met de lijnen en de primaire kleuren. Maar weinig leerlingen weten dat Mondriaan is begonnen met realistische schilderwerken, veelal van landschappen. Daarnaast is de eigen interpretatie van een kunstwerk ook van belang. Bij het originele schilderij van Edvard Munch ('De Schreeuw') zien we groot op de voorgrond een figuur met de handen naast het gezicht staan schreeuwen. Maar wat is de essentie van zijn schilderij geweest? En waar bevindt de hoofdfiguur zich op dat moment? Op welke manier heeft Munch geschilderd? Waarom past deze manier van schilderen bij deze afbeelding? Dat zijn vragen die ik de leerlingen bij de inleiding van zo'n opdracht voorleg. Over de achtergrond van 'De Schreeuw' verschillen de verhalen daarnaast nogal. Sommige kenners beweren dat Munch overvallen werd door het landschap en de avondgloed terwijl hij depressieve gevoelens had. Anderen zeggen dat juist het landschap naar hém lijkt te schreeuwen.”

En toen mochten de leerlingen hun eigen versie maken? “Ja. Ze mochten de kleuren zelf bepalen en proberen te schilderen zoals dat Munch deed: met wat grovere vlakken en lijnen een dynamische creatie maken. Ze konden ook met een VR-bril in een virtueel museum 'De Schreeuw' gaan ontdekken. Dat was een erg mooie en visuele aanvulling op de tekenopdracht. Ze waren allemaal enthousiast, maar dan zie je toch dat ze tegelijkertijd stimulans nodig hebben om ‘buiten de lijntjes’ te kleuren. De verschillende soorten hoofdfiguren zijn erg leuk en soms hilarisch geworden. De ideeën daarvoor waren er meteen tijdens de eerste les al, Teletubbies, Mega Mindy, magere Hein, Peppa Pig, Smurfin, Tweety, Garfield. Het maakt me als docent trots om te zien hoe goed ze hebben gewerkt aan de opdracht en hoe origineel en verrassend de uiteindelijke schilderwerken zijn geworden.”

Hoe gaat het met de leerlingen? “Ik onderschrijf wel de zorg die uit verschillende rapporten spreekt. Dat merk je op school vaak niet direct in de klas tijdens de lessen, maar wel in 1-op-1 gesprekken. Het belang van zulke gesprekken mag niet worden onderschat. Je kunt op deze manier zoveel meer informatie krijgen en eventuele hulpbronnen zoeken en inzetten die op dat moment nodig zijn om de leerling te ondersteunen. We hebben op school veel middelen om de leerlingen bij te staan. Faalangstreductie, interne huiswerkbegeleiding, sociale weerbaarheid, leren leren, enzovoort. Zorg in het algemeen is enorm toegenomen. Onderwijs is absoluut niet meer alleen je les draaien. Het is van belang om als docent je oren en ogen open te houden voor zaken die zijdelings spelen en daar accuraat mee om te gaan. Dat is vaak lastig, maar zeker van belang.”

Geef ons nog eens een werkvorm? “Ik gebruik veel afwisselende werkvormen, met duidelijk structuren ingepast in het lesuur. Ik probeer bij elke opdracht beeldmateriaal te laten zien dat van belang is voor de opdracht. Ik zoek geregeld naar filmpjes die we klassikaal bekijken. In de brugklas maken we een voorpagina van een zelfverzonnen krant en van zelfverzonnen (fake)nieuws. Dan laat ik een filmpje zien van hoe een krant tot stand komt. Daar hebben ze vaak geen idee van. Wanneer ze werken aan het ontwerpen van een nieuwe chipszak kijken we naar een filmpje over hoe chips gemaakt wordt en in de zakken terecht komt. De kinderen vinden het ook fijn wanneer je als docent iets voordoet of eigen werk laat zien. Dat inspireert en motiveert hen. In elke leerlaag wil ik minimaal één grotere groepsopdracht doen, waarbij de leerlingen gaan samenwerken, leren taken te verdelen en verantwoordelijkheid leren nemen. We zijn nu in klas drie bezig met het ontwerpen van een nieuw bordspel, met eigen spelregels. Ik wil heel graag bij de creatieve vakken de vrijheid houden om te experimenteren. Zo kunnen we inspelen op wat op dat moment het beste aansluit bij de belevingswereld van de leerlingen, zonder de einddoelen uit het oog te verliezen. En ik denk dat deze aanpak zowel voor de leerlingen als de docenten het beste werkt.”


* Columnbundels ‘Leraren hebben meer vakantie dan mensen die werken' (2016), ‘Leraren zijn net echte mensen' (2017) en 'Heeft u hier een cursus voor moeten volgen?' (2021), uitgeverij Quirijn

* 'Woordenwisseling', een correspondentie met 24 bekende(re) Nederlanders over hun onderwijsverleden, carrières, dromen en ambities, 2020, uitgeverij Quirijn