Leerling Mohamed en Agnieszka Lubbers, zijn docent wiskunde en mentor, zitten na schooltijd in de aula aan een tafeltje. Op tafel ligt een kleedje en staat een schaaltje nootjes. De radio speelt zachtjes op de achtergrond. Mo heeft een specifieke vraag over grafieken bij wiskunde B. Lubbers weet raad: hij kan de grafieken uit de boeken en filmpjes van havo-4 en havo-5 bekijken en de eigenschappen ervan op een rijtje zetten.

Experiment

Café Contact is een experiment met een nieuwe vorm voor leerlinggesprekken op het Isendoorn College in Warnsveld. Afdelingsleiders Cissy Hubers en Harry Winkels vonden dat het tijd werd om de leerlingbespreking mét de leerlingen te doen, in plaats van óver hen te praten. Dus dit jaar geen vergadering van docenten en mentoren, maar leerlingen die met vragen op docenten afstappen. Alle havo-5-leerlingen die een onvoldoende staan voor een vak zijn uitgenodigd. Tijdens het mentoruur eerder vandaag hebben zij hun vragen voorbereid. Nu ‘shoppen’ ze zelfstandig de antwoorden bij elkaar.

Leerling Amber vindt het contact met haar docenten tijdens Café Contact wel leuk: ‘Ze nemen de tijd voor je en ik kan gericht vragen stellen, omdat ik die heb voorbereid. Ik heb handige tips gekregen en van mijn docent wiskunde krijg ik nu elke week twee oefenexamens.’ Conrector Ineke Rogge luistert aandachtig naar de feedback. Amber heeft nog een tip: ‘Nu gaat na vijf minuten de bel en stopt het gesprek. Het zou fijn zijn als je zelf mag kiezen of je dan wisselt.’

Dit is het moment

Mentor en docent beeldende vorming Henk Maas stapte zelf op zijn mentorleerling Devlin af toen hij hem trof in het Café Contact. Devlin kwam met een vraag voor zijn docent aardrijkskunde. Hij maakte zich geen zorgen over zijn andere vakken. Toch is hij nu met zijn mentor en met docent geschiedenis René Huiskamp in overleg. ‘Devlin loopt bij zijn profielwerkstuk voor geschiedenis tegen een paar dingen aan’, vertelt Henk. ‘Dit is het moment om dat met zijn drieën te bespreken. In de hectiek van alledag doen we dat niet.’ Ze maken nu concrete afspraken over wanneer Devlin het werkstuk inlevert en hoe hij er meer structuur in kan brengen.

Devlin vindt het Café Contact een origineel idee: ‘Maar het moet wel vrijwillig zijn. De gesprekken zijn nu wat geforceerd. Ik zou dit uit mezelf nooit doen.’

In ons onderwijs worden leerlingen niet uitgedaagd om zich echt te laten zien. Er wordt niet doorgevraagd.

Touwtjes in handen

Huiskamp vindt het een-op-een-contact met de leerlingen tijdens deze middag heel goed, maar het bereik relatief klein. ‘De stap naar hbo is voor havisten vaak groot. We willen ze daarmee helpen door ze actiever aan het werk te zetten.’ Maas is het met hem eens: ‘Ik had ook graag willen spreken met leerlingen die er redelijk voor staan. Sommigen maken een verkeerde inschatting. Ik zag weinig leerlingen voor de kunstvakken, dus ik ben zelf op hen afgestapt. Een middag open in gesprek, daar zou ik als mentor heel blij mee zijn.’

Afdelingsleider Cissy Hubers ziet wel wat in de suggestie: ‘Volgende keer mogen ze ook naar docenten van vakken waar ze wel goed voor staan. Het is voor havo-5 heel belangrijk dat er een relatie ontstaat tussen docent en leerling. Dit café zou de halfjaarlijkse gesprekken óver leerlingen kunnen vervangen.’

Over twee dagen is er een Café Contact waarin docenten aan mentoren terugkoppelen wat zij met de leerlingen hebben besproken. Twee weken later zijn de tienminutengesprekken. Hubers: ‘Daarin willen we de leerling ook de touwtjes in handen geven. Die bereidt het gesprek voor. Dat past in ons concept voor onderwijsvernieuwing: we willen naar een zelfstandige leerling.’

Uitdagen

‘We zijn eigenlijk steeds op zoek naar antwoorden op vragen als: Hoe kun je een kind bereiken? Wat houdt je tegen om dat te doen?’, vult collega-afdelingsleider Harry Winkels aan. ‘In ons onderwijs worden leerlingen niet uitgedaagd om zich echt te laten zien. Er wordt niet doorgevraagd. Maar daar nemen we geen genoegen meer mee. Toch is dat best een zoektocht met leerlingen van deze leeftijd. Die geven zich niet snel bloot.’

Docent Agnieszka Lubbers sprak met leerlingen over vakinhoudelijke zaken, maar ook over ‘leren leren’. ‘Dat we de vraag terugleggen bij de leerling is een grote uitdaging voor onze havisten. Ze moeten het gesprek voorbereiden. En docenten stellen een wedervraag. Als een leerling vraagt hoe hij van een 4,4 een 5,5 kan maken, dan vraag ik: ‘Hoe doe je dat nu?’ Veel leerlingen willen geen begeleiding door hun docent of geven sociaal wenselijke antwoorden. Maar een antwoord als: ‘Ik moet mijn inzet veranderen’, moet veel concreter. ‘Welke stappen ga je zetten?’, vraag ik dan. ‘En wat kan ik van jou in de les verwachten?’’

Rol van de schoolleider
‘De drie afdelingsleiders van de bovenbouw zijn heel autonoom en hebben hun eigen budget’, vertelt conrector Ineke Rogge. ‘Ze zitten met zijn drieën op een kamer, er is een open cultuur en ze spiegelen en leren veel van elkaar. Dus toen zij het Café Contact opperden, vond ik het meteen een goed idee. Het past in de ontwikkeling waarmee we hier bezig zijn. We waren een school waar een kind lang klein werd gehouden. Nu werken we aan een nieuw onderwijsconcept waarin leerlingen veel zelfstandiger zijn. Er moet echt iets gebeuren als we een school willen blijven die leerlingen geeft wat ze nodig hebben, ook in deze tijd. In de tweede klas gaan leerlingen daarom nu ook aan hun docenten pitchen wat ze willen leren en waarom.’

‘Mijn rol is ruimte geven. Mijn mantra is ‘leerlingen moeten veel meer geactiveerd worden’. Ik doe dat door enthousiaste docenten te steunen. En we nemen de leerlingenraad overal in mee’, vertelt Rogge. Ze is nu acht jaar conrector op het Isendoorn. ‘Toen ik kwam, heb ik een studiedag georganiseerd. ‘Kom, we vragen leerlingen erbij’, zei ik toen, want dat was ik gewend. De afdelingsleiders vonden dat wel grappig, maar de docenten moesten er erg aan wennen. Nu zitten we in een leerlab en we gaan ook bij andere scholen kijken. We proberen docenten en leerlingen te laten zien hoe het ook kan. Leerlingen kunnen nog veel leren als het gaat om een eigen route samenstellen en zelf vakken kiezen. We willen dat ze echt mee gaan doen. In Nederland zitten we nog heel consumerend op school. Het denkvermogen en de creativiteit moeten geactiveerd worden!’