Zoals zo vaak is het die ene leraar die iets teweeg brengt. Mark: “Juffrouw Berna. Met haar werd school een feestje. Ze verstond haar vak, ze kon met groot enthousiasme de meest droge leerstof uitleggen en ze had oog voor ieder kind in de klas. Bij haar in de klas werd hard gewerkt, dat is wat ik mij herinner. Mij kreeg ze echt zo ver dat ik tijd en aandacht wilde steken in mijn werk.” Op de middelbare school was het de geschiedenisdocent die die voorbeeldrol overpakte. Mark koos voor de lerarenopleiding.

Wanneer ga je fluitend naar huis omdat het vak van leraar het mooiste van de wereld is? Of blijf je in je lokaal even nagenieten, omdat je het gevoel hebt dat je echt goed werk geleverd hebt?

“Ik ga fluitend naar huis als de leerlingen in de les echt ‘aan’ hebben gestaan: als je merkt dat je ze raakt met een uitleg, dat ze aan de slag gaan, verdiepende vragen stellen en verbanden leggen. Kortom: als ze weggaan met meer dan waarmee ze kwamen. Dat geldt ook bij het observeren van lessen, waar ik als leidinggevende tegenwoordig vaker mee te maken heb of als ik een schoolbezoek doe vanuit mijn rol als toezichthouder. Het is mooi om te zien hoe docenten leerlingen in een leerstand krijgen en houden; verwondering te zien en een merkbaar verschil te zien. Dat laat zich tegelijkertijd moeilijk in woorden uitdrukken: een leerhouding voel je en zie je. Het resultaat laat zich pas met vertraging meten. Dat maakt kwaliteit ook zo ingewikkeld: de feedback, in harde data, krijg je vaak pas achteraf. Maar uiteindelijk moeten de leerlingen de kwaliteit merken."

Hoe werk je eraan?

"Het is van belang dat er vooral ruimte is om als collega’s met elkaar, en vervolgens ook met de leidinggevende, het gesprek te voeren en gerichte intervisie te kunnen doen. Ik werk met ontwikkelgesprekken met mijn docenten; ik merk dat het in het onderwijs niet overal gemeengoed is dat na een succesvolle beoordelingscyclus oog is voor regelmatige gesprekken over wat het goede werk is. Als school ben je in mijn ogen ‘alle kanten op’ een lerende organisatie. Je moet successen dus kunnen delen en aan je eigen ontwikkelpunten kunnen werken.”

Heb je wel eens een collega iets zien doen waardoor jijzelf geraakt werd?

“Zeker. Ik geniet van de lessen die ik zie bij collega’s die vakken geven die volledig anders van aard zijn dan mijn vak. Aan een lesbezoek bij LO (gym), Onderzoeken en Ontwerpen (Technasium), beeldende vorming of drama houd ik altijd nieuwe en uitdagende lesvormen over. Die lessen inspireren me enorm. Hetzelfde geldt voor collega’s die erin slagen nieuwe ICT toepassingen inhoudsvol in te zetten. Daarvan zag ik dit jaar prachtige voorbeelden bij het vak Duits. Bij hetzelfde vak zag ik een spreekvaardigheidsles waarin alle leerlingen, op hun eigen niveau, actief bezig waren gesprekken in het Duits te voeren. Los van de leeropbrengst in spreekvaardigheid was er duidelijk een merkbare winst in het samenwerken, in veiligheid, aan een uitdagende opdracht.”

Hoe ga je om met jouw eigen kwaliteitsopvattingen en die van de school in breder opzicht? Of misschien zelfs breder, van de samenleving en hoe men naar onderwijs kijkt?

“Het doel van het onderwijs is en blijft het overdragen van kennis van de ene generatie op de andere. De inhoud van die kennis is, qua belang dat eraan gehecht wordt, aan verandering onderhevig. Je merkt dat er steeds meer verwacht wordt van scholen: kennisoverdracht op het gebied van vaardigheden, socialisatie en zelfontwikkeling. Voor scholen is het van belang de balans te bewaken en zich niet te laten afleiden of kwaliteitsindicatoren te gaan verleggen, bijvoorbeeld van kennisoverdracht naar enkel vaardigheden. Vaardigheden kunnen pas geleerd en toegepast worden als er voldoende kennisbasis onder ligt. Een tweede uitdaging voor scholen is het op niveau houden van die kennisbasis in een samenleving waarin het adagium ‘hoger is beter’ geldt. Het bieden van maatwerk op individueel niveau is zeker geen oplossing omdat dit de waarde van behaalde resultaten ondermijnt.”

Met welke testimonials zou je willen dat jouw leerlingen jullie school verlaten?

“Ik zou het mooi vinden als het vervolgonderwijs na een week met onze ex-leerlingen gewerkt te hebben zou kunnen zeggen: ‘dit is er duidelijk een van het Groene Hart’. Dan heb je als school je merkbare meerwaarde bewezen. Het zou mooi zijn als leerlingen andersom zouden zeggen ‘Ik heb daar meer geleerd dan alleen de vakinhoud’. (Maar dat laatste is wel van primair belang).”

Mark Tange