Dit verhaal vertel ik altijd aan mijn leerlingen, ter illustratie bij het onderwerp ‘de bijzondere positie van de Republiek in de zeventiende eeuw’. Ik moest aan de anekdote denken toen ik het boek ‘Het Lerarentekort, een pleidooi voor vakmanschap’ van Jacqueline Bulterman las. In dit boek pleit Bulterman voor een herwaardering van praktische handelingskennis, of tacit knowledge, binnen de kennisinfrastructuur. Volgens de auteur wordt theoretische kennis ten onrechte hoger aangeslagen dan vakmanschap van de leraar. Die scheve verhouding tussen kennis over onderwijs en kennis over onderwijzen is volgens haar bovendien een belangrijke oorzaak voor het lerarentekort. Het boek draagt daarmee een revolutionaire kern en roept op tot bezinning, tot vragen en tot actie. Ik ben erdoor gegrepen.

Zelf heb ik een tweedegraads leraarsopleiding doorlopen, gevolgd door een vakinhoudelijke universitaire master en daarna een educatieve master voor mijn eerstegraads bevoegdheid. Lesgeven, dat heb ik geleerd in de eerste vier jaar van mijn opleiding. Met name in het derde jaar van mijn opleiding, toen ik het voorrecht had om een jaar op een opleidingsschool stage te lopen: het Helen Parkhurst College in Almere. Ik liep mee met een ervaren docent en werd uitgedaagd om mijn eerste zelfstandige lessen te geven. Er werd veel samengewerkt met andere stagiairs. Er vond collegiale consultatie plaats waar ik de gelegenheid kreeg om een casus in te brengen en te bespreken met mede-stagiairs. Ik bezocht lessen, collega’s bezochten mijn lessen. Kennis, verkregen op de opleiding, kon ik direct uitproberen. Marzano. Wilschut. Hattie. Soms werkte het voor mij, soms sloeg ik de plank mis en liep alles in de soep. Geeft niet, failing forward heette dat.

Het boek verdient het om gelezen en besproken te worden in lerarenkamers door heel Nederland.

Ik wil het niet idealiseren. Er waren veel momenten waarop ik vloekend achter mijn computer zat, het zoveelste reflectieverslag te tikken. Het was zwaar. Het kostte bakken tijd. Maar ik heb daar wél leren lesgeven.

Wat tot bezinning oproept, is wat daarna kwam. Om les te kunnen geven aan de bovenbouw van havo en vwo wilde ik eerstegraads bevoegd worden. Daarvoor hoefde ik geen enkele les te geven. Ik hoefde geen reflectieverslag te schrijven. Geen casussen te bespreken. Wel moest ik een aantal onderwijskundige onderzoeken doen en daar posterpresentaties over maken. Dat heb ik gedaan, waarmee ik mijn eerstegraads bevoegdheid heb behaald. De sterke nadruk op theoretische kennis over onderwijs stond in schril contrast met de tweedegraadsopleiding, waar ik lesgeven als ambacht heb geleerd in de ‘Zaanse traditie’, een beetje zoals in de tijd van de Peter de Grote.

Die bezinning roept op tot vragen: hoe kunnen we tacit knowledge de status geven die het verdient? Als we over evidence-based spreken, hebben we het dan alleen over theoretische kennis? Of kunnen we ook spreken over kennis, verkregen door te handelen? Wat kunnen we leren van andere landen? Hoe kunnen we het vakmanschap van de leraar bevorderen, binnen opleidingsinstituten, binnen scholen en tussen scholen? En wat betekent dit alles voor de kennisinfrastructuur?

Die vragen roepen op tot reflectie en tot actie. Het boek van Jacqueline Bulterman verdient het om gelezen en besproken te worden in lerarenkamers door heel Nederland.

23 vtta6 boekrecensie cover

De positie van leraren is weinig benijdenswaardig: ze doen het belangrijkste werk, maar hun vakmanschap heeft een ondergeschikte positie gekregen. In het onderwijs werkt een groep deskundigen die kennis ontwikkelt of verspreidt zonder deze kennis te gebruiken voor de klas, terwijl de kennis van mensen die wel voor de klas staan geen status heeft. Is het een wonder dat het onderwijs in een neerwaartse spiraal verkeert? Jacquelien Bulterman laat zien waarom kennisontwikkeling en handelen uit elkaar zijn gegroeid. Vanuit wetenschappelijk oogpunt is deze situatie niet meer te verantwoorden: wetenschap en vakmanschap horen bij elkaar. Het onderwijs komt dan weer in een opwaartse spiraal.