Christa van Delen

omschrijft haar school, het Grienden-college, als een brede kleinschalige vmbo met een accent op loopbaanoriëntatie en -begeleiding. De school wil vooral leerlingen stimuleren om te ontdekken wie ze zijn, waar ze goed in zijn en welke doelen ze willen bereiken. ‘Leerlingen ondersteunen in het maken van keuzes, dat staat bij ons centraal.’

Wat betekent onderwijskwaliteit voor u?

‘Kwaliteit begint met een team dat, van de receptie tot aan de docent voor de klas, dezelfde doelen voor ogen heeft. Vanzelfsprekend willen we de leerlingen kennis en vaardigheden meegeven, en ook een lichting met mooie examencijfers maakt ons trots. Maar we kijken verder dan dat. Wij willen dat onze jongeren de school zelfbewust verlaten en met die bagage een vervolgopleiding kiezen die bij ze past. Het gaat zelfs nog verder dan dat, want zelfkennis en zelfonderzoek zal hun hele leven een belangrijke rol spelen: het hele leven bestaat uit keuzes maken en wij helpen ze hun keuze-intelligentie te ontwikkelen.’

Wilt u iets vertellen over het huidige toezicht vanuit de inspectie en op welke wijze dat bijdraagt aan de onderwijskwaliteit op uw school?

‘De school scoort vanaf december 2014 weer voldoende, daarvoor gold het predicaat Zwak en stond de school dus onder extra toezicht. We hebben als schoolteam hard gewerkt aan het herstel van onderwijsresultaten, met name door meer opbrengstgericht te gaan werken. We zijn er als school enorm trots op dat dat gelukt is: het geeft blijk van onze betrokkenheid en doorzettingsvermogen.

Er is gekeken naar de samenhang tussen de toetsen in alle klassen tot aan het eindexamen toe, en vervolgens hebben alle medewerkers planmatig en doelgericht gewerkt om tot betere resultaten te komen. Die verbeterden inderdaad, en dat motiveerde weer om nog een stap verder te gaan, wat de resultaten nog verder omhoog trok.’

Net noemde u nog zelfbewustzijn en keuze-intelligentie met betrekking tot onderwijskwaliteit, waar zitten die in dit plaatje?

‘De onderwijsresultaten vormen de basis en moeten op orde zijn. Toen die eenmaal weer goed waren, konden we kijken naar de identiteit van de school, stilstaan bij onze rol in de omgeving, op zoek naar onze identiteit en kernwaarden. De vragen van de inspectie hebben ons daarbij geholpen. Ik zie het toezicht dan ook als een gunst, het is gratis advies van deskundige inspecteurs die op vele onderwijsinstellingen hebben meegekeken. Maak daar gebruik van.’

Is het toezicht veranderd in de loop der jaren?

‘We worden meer gestimuleerd onze eigen route te volgen en onze ambities te formuleren. De inspecteurs kijken niet meer eerst in de klas om de bevindingen vervolgens te melden aan de directie, maar vragen nu in de eerste plaats om de visie van de school. Met dat in het achterhoofd bezoeken ze nu de lessen om daarna feedback te geven, en dat voelt beter.’

Tot slot: wat kan er nog beter qua toezicht?

‘De kwaliteit van loopbaanoriëntatie en -begeleiding is persoonlijk en moeilijk objectief te meten. Je kunt wel aantonen dat je er tijd en middelen voor vrijmaakt maar de kwaliteit van de begeleiding zelf is moeilijk te beoordelen door een inspecteur. Bovendien is het effect ervan vaak pas jaren later zichtbaar: tijdens de vervolgopleiding, in hun werk en privéleven. Ik snap dat de inspectie dit moeilijk kan ondervangen, maar het is wel iets wat me bezighoudt.’

Directeur Arjan Gerritsen noemt het Olympia vmbo Eindhoven een warme vmbo-school met een mooie diverse leerlingenpopulatie en een betrokken team. Dat leidt tot goede resultaten en een fijne sfeer, vindt hij.

Wat betekent onderwijskwaliteit voor u?

’Kwaliteit begint met de leerling zíen. Begrijpen dat de jongens en meiden zijn ingebed in een bepaalde buurt, familie en (sub-)cultuur, maar gezegend met een unieke persoonlijkheid, talenten en ambities. Wanneer je aanvoelt wie je voor je hebt, dan begrijp je ook het belang van goed onderwijs. Deze betrokkenheid leidt tot positieve resultaten.’

U heeft een kwaliteitswaardering gekregen, de waardering Goed. Wat betekent dat voor u en voor de school?

‘Ja, we hebben de waardering Goed gekregen. Dat is veel meer dan alleen een stempel. Het is een blijk van waardering voor de medewerkers en het maakt ook de leerlingen trots: je ziet ze oplichten als ze horen dat ze op een Goede school zitten.

Jaren geleden ging het een stuk minder met de school, het scheelde niet veel of we waren een ‘zeer zwakke’ school geweest. Van bovenaf stuurden we toen flink op de resultaten en die bereikten we ook. Er was echter wel een keerzijde: de docenten zelf namen duidelijk minder initiatief. We hebben een omslag gemaakt waarbij het wederzijds geven van vertrouwen heel belangrijk was. Vanuit dit vertrouwen werkten de docenten zelf aan het verbeteren van de school. Ze gingen op zoek naar methoden en materialen, probeerden ze uit in de praktijk en evalueerden de resultaten. Lang verhaal kort: we kregen een school vol betrokken leraren, die staan voor wat ze doen.

We keken ook nog eens goed naar onze identiteit. We zijn een christelijke school maar dat zag je niet direct terug. We zetten de christelijke waarden rechtvaardigheid, barmhartigheid en vergevingsgezindheid weer centraal. Geen probleem voor onze grote groep leerlingen en ouders die geen christelijke achtergrond heeft: zij herkennen die waarden net zo goed. Door steeds weer terug te vallen op onze kernwaarden ontstond er langzaamaan verbinding en verzachting op school.

Ten derde namen we meer docenten aan met diverse achtergronden die goed aansluiten bij onze leerlingpopulatie. Dat bevordert wederom de sfeer en cohesie op school. Tijdens dit hele proces heeft de inspectie met ons meegedacht en ons ondersteund.

Van andere scholen weet ik dat een inspectiebezoek al dagen van tevoren onder hoogspanning wordt voorbereid. Nergens voor nodig. ‘Doe maar gewoon wat je altijd doet,’ zeg ik tegen mijn collega’s. Zie een meekijkend oog als een kans, stel je open op en durf te horen wat er gezegd wordt: daar kun je alleen maar sterker van worden.’

Ziet u ontwikkeling in het toezicht in de afgelopen jaren?

‘Er is eigenlijk steeds meer sprake van dialoog en samenwerking. De inspectie stelt kritische vragen en wij laten ook zien wie we zijn, waar we staan en waar we naartoe willen.’

Tot slot: wat kan er nog beter qua toezicht?

’Ik moet zeggen dat ik op dit moment niet kan bedenken hoe het beter kan, ik zie het als een open en vruchtbare samenwerking.’