Groeiende bewustwording

Steeds meer scholen besteden aandacht aan duurzaamheid. Er worden recordedities gehaald van de Landelijke Opschoondag, Warmetruiendag en de Voorleesactie op de Dag van de Duurzaamheid. Ook groeit het aantal scholen dat duurzaamheidsdagen organiseert of op excursie gaat naar een duurzaam bedrijf in de buurt. De uitdaging in deze ontwikkeling is om meer samenhang te gaan aanbrengen tussen de verschillende projecten en acties. Duurzaamheid krijgt daardoor nog geen plek in de hoofden, harten en handen van leerlingen en medewerkers.

Anna Vanderveen is programmaleider van Eco-Schools in Nederland. ‘Eco-Schools helpt om afzonderlijke projecten onder één vlag te brengen en bevordert daarmee een integrale aanpak van duurzaamheid op school (‘whole-school approach’). Eco-Schools streeft ernaar dat de aandacht voor duurzaamheid is ingebed in het onderwijs, de organisatie en de omgeving van de school. Met behulp van concrete werkboeken, vragenlijsten, scans en workshops helpen de producten en begeleiders van Eco-Schools scholen om dat te bereiken. De ‘Groene Vlag’ van Eco-Schools is de kroon op het werk.’

Centrale rol voor leerlingen

Het begrip duurzaamheid heeft in de loop van de tijd een steeds rijkere lading gekregen. Vanderveen: '‘Duurzaamheid’ als begrip gaat niet alleen om thema’s als energie, grondstoffen en klimaat. Ik geloof dat we een ‘duurzame’ levensstijl op de lange termijn alleen kunnen volhouden als we er intrinsiek achter staan. Juist daarom spreekt het Eco-Schoolsconcept mij zo aan. Het belangrijkste uitgangspunt van Eco-Schools is ‘student-led change’. Dit betekent dat de leerlingen een centrale rol spelen in de veranderingen die de school realiseert rond duurzaamheid. Ze vormen de kern van het Eco-team, de werkgroep die de veranderingen in de school aanjaagt en coördineert. Hiermee is Eco-Schools een programma dat een verandering van onderaf aanmoedigt en stimuleert. Wanneer leerlingen zelf beslissingen nemen en veranderingen realiseren, ervaren ze dat zij het verschil kunnen maken, zowel in hun eigen leven als op school. Het resultaat is een leerling die zich in staat voelt om een bijdrage te leveren aan een duurzame wereld: een leerling die het vertrouwen, de wil én het vermogen heeft om invloed te hebben. Dit wordt ook wel empowerment genoemd, en kan vertaald worden als het losmaken van duurzame veranderkracht. Empowerment staat lijnrecht tegenover de onmacht die leerlingen kunnen voelen wanneer zij geconfronteerd worden met de grote en complexe problemen rond duurzaamheid. Wanneer het lukt om leerlingen centraal te stellen, zullen zij zich bovendien meer eigenaar gaan voelen van de school en hun eigen leerproces.’

Medezeggenschap

Dit effect is het grootst wanneer leerlingen ruimte krijgen om zelf initiatief te nemen, wanneer hun mening en adviezen serieus genomen worden, en ze op gelijkwaardige manier behandeld worden. Vanderveen: ‘In scholen waar het principe van student-led change goed van de grond komt, zien we dat leerlingen een actieve rol hebben binnen het Eco-team. Ze komen zelf met ideeën, nemen initiatief en beslissen (mee) over de activiteiten van het Eco-team. Soms hebben ze zelfs het voortouw binnen het Eco-team en beslissen ze over de koers. Idealiter dragen zowel leerlingen als docenten verantwoordelijkheid voor de uitvoering van maatregelen en activiteiten. Heel mooi is het wanneer leerlingen en docenten binnen het Eco-team de samenwerking als gelijkwaardig ervaren.’

Wanneer leerlingen zelf beslissingen nemen en veranderingen realiseren, ervaren ze dat zij het verschil kunnen maken, zowel in hun eigen leven als op school.

Duurzaamheid op alle niveaus

Eco-Schools streeft naar een duurzaam veranderproces binnen de school waarin de aandacht voor duurzaamheid niet alleen op activiteiten en projecten is georiënteerd, maar is ingebed in drie pijlers: het onderwijs, de organisatie en de omgeving van de school. Heel verschillende mensen zijn verantwoordelijk voor de verschillende aspecten van een school; van leerling tot docent tot schoolleider tot schoolbestuur tot iedereen in de omgeving van de school. Vanderveen: ‘Ik denk dat verschillende werelden de laatste tijd meer naar elkaar zijn toegegroeid. In het onderwijs betekent dat bijvoorbeeld dat docenten het steeds belangrijker vinden dat duurzaamheid niet alleen wordt uitgedragen in de lessen, maar ook in het gebouw en in de bedrijfsvoering van de school. En tegelijk vinden facilitaire medewerkers het belangrijk dat er in de lessen óók aandacht is voor duurzaam denken en doen. Het is heel mooi om te zien hoe op sommige scholen iedereen zijn of haar rol pakt en er zo gezamenlijk wordt gewerkt aan dezelfde droom; een integraal duurzame school.’

Duurzaamheid vanuit de eigen context

Al enige tijd circuleert er een filmpje van een zeer groene school op Bali. Is dat ons voorbeeld? Vanderveen: ‘Die school ken ik ook. Het is een prachtig voorbeeld, maar wat belangrijk is, is om steeds in de gaten te houden wat de context van de school is. De context op Bali is totaal anders dan die in Nederland. Een ‘groene’ school ziet er daardoor in elk land en zelfs in elke stad weer anders uit. De uitdaging is om als school zelf te zoeken naar wat duurzame ontwikkeling in je eigen situatie betekent en hoe je daaraan concreet uitvoering kunt geven.’

Duurzame ontwikkeling is een zoektocht die te maken heeft met veel verschillende thematieken en vaardigheden. Vanderveen: ‘Zo werken we momenteel aan het project ‘De Grote Plantenjacht’, een internationaal sub-project van Eco-Schools over biodiversiteit in de directe schoolomgeving. Tegelijkertijd doen we samen met Stichting Kennisnet een onderzoek naar groene ict; een heel ander verhaal! Het gaat dan zowel om het verduurzamen van ict, zoals het bewust omgaan met energie en grondstoffen, als om het verduurzamen met ict, zoals allerlei applicaties en ‘citizen science’, waarmee we problemen beter in kaart kunnen brengen én kunnen oplossen. Tegelijk gaan er stemmen op om juist minder met ict te doen, omdat we daardoor de verbondenheid met onze directe leer- en leefomgeving kunnen verliezen. Zo zijn er heel veel verschillende perspectieven, aanvliegroutes en ideeën over duurzaamheid. Ik denk niet dat er één school is waarvan je kunt zeggen dat ze het ultieme voorbeeld vormt; op heel veel verschillende terreinen zijn heel veel verschillende prachtige voorbeelden te vinden.’

Wat daarbij in ieder geval meehelpt, volgens Anna Vanderveen, is als mensen bereid zijn om in hun eigen situatie te zoeken en stappen te zetten. Daarbij is het steeds de uitdaging om te zoeken naar je eigen expertise en cirkel van invloed. ‘Zo gaan we weg van het idee dat duurzame ontwikkeling een ‘ver van mijn bed’-show is en wordt het een zoektocht met concreet handelingsperspectief. De grootste belemmering wordt denk ik gevormd door mensen die die zoektocht dwarszitten.’

Hoop voor de toekomst

‘De toekomst? Daar hebben we zin in! Dit is een prachtige tijd om te leven en te werken. Steeds meer mensen zijn zich ervan bewust dat bepaalde dingen anders moeten. Nu we met z’n allen ook weer wat meer geld te besteden hebben, is de tijd rijp om woorden om te zetten in daden. De pioniers zijn nu zo veel goede voorbeelden aan het bouwen, dat het voor iedereen steeds gemakkelijker wordt om te volgen. De (meer dan) honderd verhalen van duurzame docenten in Nederland die we al hebben opgehaald zijn daarvan een prachtig voorbeeld!’