Start

De hoogste tijd dus om de beroepsgerichte examenprogramma’s – die uit 1999 stamden - op te frissen, vond Stichting Platform Vmbo (SPV, waarin docenten uit het vmbo samenwerken) in 2010. ‘De doorlopende leerlijn naar het mbo moest beter, men wilde meer aandacht voor loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB), leerlingen moesten meer keuzemogelijkheden krijgen en de examenprogramma’s dienden vereenvoudigd en geactualiseerd te worden’, vat Rob Abbenhuis, leerplanontwikkelaar bij SLO, de wensen samen.
Het ministerie van OCW was het daarmee eens en gaf SLO en SPV in 2011 opdracht om een voorstel te schrijven voor nieuwe beroepsgerichte examenprogramma’s. Ook de VO-raad en een aantal scholen dachten mee. Abbenhuis: ‘In 2012-2013 gaven 28 klankbordscholen feedback op de voorstellen voor de herziene examenprogramma’s. Vanaf 2013-2014 startten deze scholen, later aangevuld tot zo’n vijftig, binnen de examenpilot met het testen van conceptprogramma’s in de praktijk.’

Een van die pilotscholen was ’t R@velijn. ‘We willen leerlingen graag meer gepersonaliseerd laten leren. De nieuwe examenprogramma’s bleken mooi bij die wens aan te sluiten’, aldus De Jonge.

Hoe zien de nieuwe programma’s eruit?

Sinds 2017 doen vmbo-leerlingen van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg én gemengde leerweg (naast de avo-vakken) examen in een van de tien nieuwe beroepsgerichte profielen: Bouwen, Wonen & Interieur, Produceren, Installeren & Energie, Mobiliteit & Transport, Media, Vormgeving & ICT, Maritiem & Techniek, Zorg & Welzijn, Economie & Ondernemen, Horeca, Bakkerij & Recreatie, Groen of Dienstverlening & Producten.

Ieder profiel bestaat uit een kernvak, een beroepsgericht profielvak en beroepsgerichte keuzevakken.

Het kernvak bestaat uit algemene en professionele kennis en vaardigheden en LOB.

Het profielvak bevat kennis, vaardigheden en houdingsaspecten die leerlingen laten kennismaken met een specifiek(e) opleidings- en beroepenveld/sector. In de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg heeft het profielvak vier modulen, in de gemengde leerweg twee. Het profielvak wordt geëxamineerd met een Centraal Schriftelijk Praktisch Examen en eventueel ook met een schoolexamen.

Ons assortiment omvat nu dertien beroepenwerelden, waaronder bijvoorbeeld mediavormgeving & ict, uiterlijke verzorging, bouw & utiliteit of technologie, mechatronica & werktuigbouw. Kortom: voor elk wat wils.

De keuzevakken hebben als doel om een ‘route op maat’ samen te stellen, passend bij de interesses van de leerling en/of het opleidings- en werkaanbod in een regio. Naast de landelijk ontwikkelde keuzevakken kunnen scholen zelf keuzevakken ontwikkelen, mits deze aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoen. Basis- en kaderleerlingen kiezen vier keuzevakken, leerlingen van de gemengde leerweg twee. Keuzevakken worden afgesloten met een schoolexamen.

‘Binnen dit ‘stramien’ kunnen scholen, vaksecties en leraren nog veel eigen keuzes maken’, zegt Abbenhuis. ‘De algemeen geformuleerde eindtermen laten ruimte om eigen doelen te stellen en accenten te leggen. Scholen kunnen zich hierbij onder meer laten inspireren door de handreikingen die SLO ontwikkelde (http://handreikingschoolexamen. slo.nl/beroepsgerichte-
vakken) en door de website Nieuw Vmbo (https://nieuwvmbo.nl/).’

Transitie in Steenbergen

In Steenbergen paste het team diverse landelijk ontwikkelde keuzevakken aan de regio en de leerlingen aan. Leerlingen kunnen zich inschrijven voor vakken als domotica & automatisering, duurzame energie, huidverzorging, sport & bewegen, marketing en procestechniek. De keuzevakken worden op drie verschillende niveaus gegeven (basis, kader, mavo). De Jonge: ‘Op onze leerpleinen bieden we op vaste momenten vier tot vijf keuzevakken tegelijkertijd aan. Docenten ondersteunen de leerlingen en geven instructie. Met methoden werken ze bijna niet meer; zij ontwikkelen vrijwel al het onderwijsmateriaal zelf.’
‘t R@velijn biedt haar leerlingen keuze uit vier van de tien landelijke profielen (Economie & Ondernemen, Zorg & Welzijn, Produceren, Installeren & Energie en Dienstverlening & Producten). ‘De school heeft deze vier profielen gecombineerd met circa 35 keuzevakken. Het geheel is gearrangeerd in pakketten’, legt De Jonge uit. ‘Een leerling kiest zo’n pakket en maakt vervolgens kennis met een ’beroepenwereld’. Ons assortiment omvat nu dertien beroepenwerelden, waaronder bijvoorbeeld mediavormgeving & ict, uiterlijke verzorging, bouw & utiliteit of technologie, mechatronica & werktuigbouw. Kortom: voor elk wat wils.’

Nieuwe bevoegdheidsregeling?

Hebben docenten van ’t R@velijn zelf niet de expertise in huis om een bepaald keuzevak te geven, dan zoeken ze samenwerking met vmbo-scholen in de omgeving. De Jonge: ‘Daarnaast doen we soms een beroep op mbo-docenten of het bedrijfsleven. Zo kwam bij het keuzevak ‘geüniformeerde dienstverlening’ een sergeant langs, die de leerlingen opstelde in rotten van vier en ze oefeningen liet doen. Fantastisch, zo krijgen ze een beeld van wat werken voor Defensie inhoudt. Maar formeel mag je mensen ‘van buiten’ alleen voor de groep zetten als zij een onderwijsbevoegdheid hebben. Dat is niet altijd zo. Terwijl ze soms wél heel bekwaam zijn. Ik zou graag zien, dat het ministerie een bevoegdheidsregeling ontwierp, speciaal voor de keuzevakken.’
Ook zou het goed zijn als er werd nagedacht over hoe de praktijkgerichte component binnen vmbo-t/mavo vorm kan krijgen. De Jonge: ‘Veel van deze leerlingen gaan straks ook naar het mbo en willen zich tijdig hierop kunnen voorbereiden.’

Aftoetsen profielvak

Op andere momenten in het vernieuwingstraject toonde het ministerie al grote bereidheid om mee te denken. Abbenhuis: ‘Dat geldt bijvoorbeeld voor de slaag-zakregeling. De regel is: eerst schoolexamens, daarna centrale examens.’ De Jonge: ‘Onhandig, want het betekent dat je het profielvak pas in het vierde jaar kunt afsluiten en dat je dus de keuzevakken eerder moet programmeren. Wij wilden het graag omdraaien. Het leek ons logischer om het profielvak af te toetsen in de derde, zodat de leerlingen in hun laatste jaar volop de mogelijkheid krijgen om zich via keuzevakken te oriënteren op vervolgopleidingen. Dankzij een door het ministerie ontwikkelde mogelijkheid is dit – binnen de bestaande regelgeving – toch mogelijk gemaakt. Scholen zijn nu dus flexibeler in wanneer ze profiel- en keuzevakken willen programmeren.’

Gedreven leerlingen

Vanaf 2013 tot en met 2017 namen de pilotscholen jaarlijks deel aan vijf bijeenkomsten, waarin docenten, schoolleiders, projectleiding (SLO en SPV), OCW en vaak ook Cito en College voor Toetsen en Examens kennis en ervaringen uitwisselden. ‘Alle deelnemers leerden van elkaar; zo brachten we de ontwikkeling van de examenprogramma’s stap voor stap verder’, zegt Abbenhuis.

De Jonge: ‘De lijnen waren kort: als wij tussentijds een vraag hadden, belde ik Rob of Jacqueline Kerkhofs van SPV en konden we snel verder met ons innovatietraject. Dat heeft eraan bijgedragen dat de nieuwe examenprogramma’s op ’t R@velijn staan als een huis. Natuurlijk, het kan altijd beter. Zo zijn nog niet alle keuzevakken helemaal op het gewenste niveau. Toch zijn we tevreden. We zien dat deze examenprogramma’s veel beter aansluiten bij de interesses van leerlingen. Daardoor is hun gedrevenheid groter en zijn hun prestaties vaak beter. Docenten zijn eveneens enthousiast. Deze vernieuwing heeft hun veel inspanningen gekost, maar nu ze resultaat zien, is dat het dubbel en dwars waard geweest.’