De onderwijsinspectie toonde zich op 10 april in haar jaarlijkse Staat van het Onderwijs bezorgd over het hoge percentage laaggeletterden: gemiddeld 17,9% onder 14-jarigen. En dat percentage ligt vooral in vmbo-b en -k fors hoger. Een dag later bracht de Sociaal Economische Raad (SER) het advies Samen werken aan taal uit, waarin de raad de overheid aanspoort meer regie te nemen in de strijd tegen laaggeletterdheid. Volgens Gerlien van Dalen, directeur van Stichting Lezen, bevestigen deze feiten de noodzaak van een actief leesbevorderingsbeleid. Want wie laaggeletterd is, ontbeert een belangrijke basisvaardigheid om te slagen op school en zich later als burger te redden in de samenleving.

Onderzoek en beleid

Op de website Lezeninhetvmbo.nl vinden leraren informatie uit onderzoek over leescompetentie, leesmotivatie en leesplezier in het vmbo overzichtelijk bij elkaar. ‘Tot nu toe was de beschikbare kennis versnipperd over diverse plekken, waardoor leraren door de bomen het bos niet meer zagen’, aldus Peter van Duijvenboden van Stichting Lezen. Nu is er één platform waar ze terecht kunnen voor informatie, bewezen succesfactoren, landelijke leescampagnes voor het vmbo, lessenseries en praktijkvoorbeelden. Praktische handvatten vloeien logisch voort uit de succesfactoren die worden opgesomd en die te herleiden zijn tot laagdrempelig ontsloten onderzoeken. Zomaar een greep uit de succesfactoren:

  • De directie stimuleert en ondersteunt initiatieven in en buiten de school voor goed leesonderwijs.

  • Docenten Nederlands zijn een voorbeeld voor leerlingen: ze stralen enthousiasme uit voor lezen en lezen zelf ook als leerlingen vrij lezen.

  • In de lessen Nederlands biedt de docent lezen aan in samenhang met de andere taaldomeinen, bijvoorbeeld schrijven of gesprekken voeren.

  • Leerlingen hebben in de lessen Nederlands keuzevrijheid bij het kiezen van boeken en teksten.

  • De school heeft een uitgebreide (digitale) boekencollectie met gemiddeld vijf boeken per leerling.

  • Docenten van de andere vakken besteden in hun lessen gericht aandacht aan school- en vaktaal.

  • De school volgt de taal- en leesontwikkeling van alle leerlingen en maakt deze zichtbaar.

De nieuwe website biedt ook informatie over taal- en leesbeleid. Iets waar Joke Boonstra als mediathecaris en lid van de taalcommissie op CSG Augustinus alles van weet. ‘Wij laten onze leerlingen lezen. Dat gebeurt door vrij lezen structureel in te roosteren en extra begeleiding voor leerlingen die moeite hebben met (technisch) lezen.’ Ook samenwerking met de bibliotheek komt nadrukkelijk aan bod. Caroline Heijer van Probiblio en betrokken bij De bibliotheek op school: ‘De bibliotheek is allang niet meer alleen de plek voor het lenen van boeken. We gaan met leraren in gesprek hoe ze boeken en andere teksten kunnen gebruiken in hun onderwijs en we denken mee over verwerkingsopdrachten en –lessen.’

Actie in de klas

Onderzoek en beleid is één ding, maar alles staat of valt met de persoon voor de klas. Daarom bevat de website ook tips en voorbeelden uit de praktijk. Didy Pijpker, lerares Nederlands op de Rutger Kopland School en Leraar van het Jaar 2017: ‘Laat altijd zien hoe leuk lezen is en begin elke dag met iets voor te lezen.’ Zij en haar collega’s doen mee aan campagnes als Er was Eens en de Jonge Jury, ze strooien door de school pareltjes rond - boeken met een post-it waarop staat waarom je dit beslist moet lezen - en laten leerlingen diorama’s bij boeken knutselen. Haar belangrijkste tip: ‘Blijf volhouden en geef nooit op.’ En daarmee kweek je heus niet allemaal lezers voor het leven, maar je helpt ze wel over een leesdrempel heen. Daar hebben ze de rest van hun leven iets aan. Een andere tip van Didy is om - als het schoolbreed niet lukt - zelf samenwerking met collega's van andere vakken te zoeken. Zo zette ze een gezamenlijk mini-project rondom eten en koken op. Leerlingen lazen bij Nederlands uit het boek Graaf Sandwich en andere etenswaardigheden waarin allerlei wetenswaardigheden over eten, gerechten, dranken en ingrediënten voorkomen. Samen met de kok en leraren biologie en verzorging ontwierp Didy enkele lessen over het thema. Haar lesideeën en die van anderen zijn allemaal op de website te vinden.

Op de website Lezeninhetvmbo.nl kun je een quickscan downloaden om samen met je collega's de taal- en leesactiviteiten bij jou op school in kaart te brengen. De scan vormt een mooie basis om samen te bespreken wat er beter zou kunnen. Ter ondersteuning van dat gesprek hebben Stichting Lezen en SLO ook een kaartspel ontwikkeld.

Leesvertrouwen

Hoe groot het effect is van taal, literatuur en stimulerende volwassenen bleek tijdens de lanceringsbijeenkomst uit het indrukwekkende verhaal van Gerswin Bonevacia, spoken word artiest en stadsdichter van Amsterdam. Toen hij zich als 11-jarige met dyslexie stotterend door een gedicht van Shakespeare worstelde, kreeg hij van zijn leraar als ‘troost’ te horen: ‘Poëzie is ook niet voor iedereen.’ Maar, het was ook een leraar die hem terug bracht bij de taal en poëzie. Deze leraar stimuleerde zijn leesvertrouwen door te zeggen dat hij echt niet per se een heel boek uit hoefde te lezen, gewoon een paar bladzijden was al mooi. Zo raakte hij verzeild in The Long Way to Freedom van zijn held Nelson Mandela. Het inspireerde hem tot het schrijven van zijn eerste gedicht, ‘Regendagen’, waarmee hij meedeed aan een open podium. Bijna ging het weer mis. ‘Er staat een spelfout in’, zei een van de juryleden. ‘Sorry, ik ben dyslectisch’, zei Gerswin. Hij won de wedstrijd en zelfvertrouwen. Nu zegt hij: ‘Juist omdat ik dyslexie heb, ben ik zo’n goede dichter. Als een woord te moeilijk is, zoek ik voortdurend naar synoniemen.’ Zijn oproep aan alle leraren: ‘Zie je leerlingen, herken potentie. Dat hebben leerlingen nodig.’

Heb je zelf goede praktijkvoorbeelden voor op de website Lezeninhetvmbo.nl? Laat het ons weten en stuur een mail naar [email protected].

Voor dit artikel is gebruik gemaakt van het sfeerverslag van de lanceringsbijeenkomst op 12 april dat geschreven is door Bea Ros.