‘Het netwerk wordt groter en betekenisvoller en we zijn inmiddels een gesprekspartner voor het ministerie, de inspectie en de VO-raad. Ik ben vaker bewegingen gestart, maar toen ontbrak het wel eens aan mensen die er echt de schouders onder willen zetten. Dat is nu volledig anders en dat doet me deugd.’ Aan het woord is Jan Fasen, sinds 1 januari directeur strategie en ontwikkeling van de Stichting Onderwijs Midden-Limburg. Hij is een van de initiatiefnemers van Schoolleiders voor de Toekomst, samen met Jasmijn Kester, rector van het Vathorst College in Amersfoort en Harald Wiggers, voorzitter van de directie van het Liemers College in Zevenaar. Dit jaar willen de Schoolleiders voor de Toekomst gaan versnellen: het doel is dat meer dan honderd schoolleiders zich herkennen in het mission statement en zich aansluiten bij de beweging.

Schoolleiders voor de Toekomst

Schoolleiders voor de Toekomst is een groep schoolleiders die de handen ineen slaan om het onderwijs te vernieuwen. De beweging is in 2016 ontstaan en bestaat op dit moment uit ruim zestig schoolleiders, met een kerngroep van zestien schoolleiders. Doel is om de beweging van schoolleiders te vergroten, die samen streven naar een nieuw ecosysteem voor educatie. Samen willen zij richting geven aan de volgende vragen:

• Hoe bewegen we van het organiseren van doceren naar het faciliteren van leren?

• Hoe maken we van onze scholen oefenplaatsen, zodat kinderen richting kunnen geven aan hun eigen toekomst?

Hierbij is ruimte voor een diversiteit aan onderwijsinnovaties. Het gaat dus niet om een nieuw onderwijsconcept of blauwdruk voor innovatie. Wel zijn leerlingen nadrukkelijk betrokken als drijfveer, katalysator en partner. En dan kent innovatie vele gezichten.

Maatwerk

‘Op elke school zouden actuele leergebieden moeten zijn waar je je als leerling in kunt herkennen. Elke leerling moet dingen kunnen leren die echt beklijven’, aldus Ineke Rogge, lid van de kerngroep van Schoolleiders voor de Toekomst en conrector van het Isendoorn College in Warnsfeld.

Rogge ziet veel schoolleiders die op zoek zijn naar hoe het anders kan: ‘Het is helder dat het huidige onderwijssysteem zijn langste tijd heeft gehad. Op heel veel scholen ontstaan daarom nieuwe onderwijsvormen, worden nieuwe ideeën uitgevoerd. Dat is het begin, maar het is nog lang niet genoeg.’

Een andere manier van leren, daar draait het allemaal om. Persoonlijk leren en maatwerk, maar ook formatief toetsen en projectonderwijs. ‘Minder in de schoolbanken, meer relaties leggen met de buitenwereld, of misschien wel heel andere vakken. Cijfers zijn niet langer heilig; het gaat om het verhaal erachter’, aldus Rogge.

Leiding geven aan transitie

Fasen: ‘Als twintig scholen maatwerk ontwikkelen, organiseren ze dat waarschijnlijk allemaal op een andere manier. Wij houden ons bezig met de vraag hoe je leiding geeft aan die transitie. Je gaat zoveel dingen anders doen namelijk. De docent en de leerling krijgen een andere rol, de leeromgeving verandert. De Schoolleiders voor de Toekomst creëren samen een taal om aan het persoonlijk leren een verhaal te kunnen verbinden, waardoor mensen in beweging komen. Als je met elkaar deelt wat er op elke school nu al gebeurt, geeft dat een enorme boost aan het leren en het ontwikkelen met elkaar.’

We willen steeds opnieuw andere schoolleiders infecteren en enthousiast maken. Hopelijk willen ze bij ons aanhaken.

Rogge wil met Schoolleiders voor de Toekomst die beweging als een olievlek laten uitbreiden: ‘We willen steeds opnieuw andere schoolleiders infecteren en enthousiast maken. Hopelijk willen ze bij ons aanhaken.’ Een stip op de horizon is er niet, aldus Rogge. ‘We zullen blijven veranderen, omdat de tijd zo snel verandert. Het is nooit af.’

Leerlingen voor de Toekomst

Tijdens de landelijke bijeenkomsten in 2017 kwamen ook leerlingen bij elkaar in een parallel programma. ‘Want hoe kun je een gesprek voeren over het centraal stellen van leerlingen in het onderwijs zonder hen daarbij te betrekken?’, zegt Kayleigh van Oorschot, senior projectleider bij Schoolinfo, dat de beweging Schoolleiders voor de Toekomst ondersteunt.

De leerlingen, grotendeels afkomstig uit het netwerk van de schoolleiders, hebben een eigen groep gevormd: Leerlingen voor de Toekomst. Tijdens de eerste bijeenkomst keken de leerlingen de documentaire Most Likely to Succeed, over de Amerikaanse school High Tech High. Van Oorschot: ‘Die film geeft een voorbeeld van hoe onderwijs ook kan. Dat stimuleerde de leerlingen om out-of-the-box te gaan denken. Aansluitend zijn ze zelf aan de slag gegaan om hun ideeën vorm te geven in grote tekeningen en knutselwerken, waarna de dialoog met de schoolleiders ontstond.’

De leerlingen konden wel wat hulp gebruiken om out-of-the-box te gaan denken, maar dat gaat steeds beter. ‘Ze zijn echt een gesprekspartner’, aldus Van Oorschot. ‘Het gaat over grote vragen als hoe het onderwijs eruit zou moeten zien. Het is vrij duidelijk wat leerlingen belangrijk vinden. Samenwerken, zelfstandigheid, leren voor de toekomst en een persoonlijke relatie met de docent, bijvoorbeeld. Op de leerlingbijeenkomst in oktober inventariseerden we hun wensen en maakten daar een poster van (zie pag 28-29). Die input gebruiken de schoolleiders bij onderwijsvernieuwingen in de school én bij het vormgeven van de beweging.’

Persoonlijke verandering

Ambities voor de toekomst zijn er genoeg, vertelt Rogge: ‘Alle innovaties vragen om stevige en flexibele docenten. Opleidingen voor docenten zijn vaak nog behoudend, terwijl ze het voortouw zouden moeten nemen. Daar moeten we met elkaar aan gaan werken.’

Ook de rol van de schoolleider verandert. Fasen: ‘Toen ik begon, draaide mijn werk als schoolleider om het regelen van ‘de business’: klopt het rooster wel? Nu ben ik veel meer een leider die elke dag onderzoekt hoe leraren en leerlingen samen de ruimte krijgen om het onderwijs te maken dat zij goed vinden voor leerlingen.’ Zo’n persoonlijke verandering gaat niet van vandaag op morgen. ‘Je moet andere vaardigheden aanleren, een andere rol nemen, een verhaal kunnen vertellen, aangeven wat je wel en niet wilt zien in je school en je moet medewerkers kunnen ondersteunen bij het bereiken van de gezamenlijke organisatiedoelen. Dat is echt anders, veel uitdagender en mooier. En veel meer mensenwerk dan voorheen.’

In de regio

De beweging wil inspireren en kennis delen om de schoolleiders die zich aansluiten zelf de vernieuwing te laten ontwerpen en uitvoeren, zegt Fasen. Want de echte innovatie gebeurt natuurlijk in de school. Fasen: ‘Je ontmoet elkaar en praat met elkaar, maar daar tussenin gebeurt het. Wat je dan doet, deel je als je elkaar treft op de bijeenkomsten.’

Tijdens de tweedaagse afgelopen november vatte de kerngroep het idee op om tijdens de regionale bijeenkomsten van de VO-raad meer te vertellen over het hoe en waarom van de Schoolleiders voor de Toekomst. De Schoolleiders voor de Toekomst krijgen daarom nu een podium op deze bijeenkomsten, die de VO-raad in het hele land organiseert. Fasen: ‘Het is fijn als je in je eigen omgeving schoolleiders hebt die ook meedoen. Dan kun je gewoon even naar elkaar toe gaan als je daar behoefte aan hebt, en ook leraren en leerlingen kunnen elkaar gemakkelijker bezoeken. Misschien gaan ze wel samen optrekken. De regiobijeenkomsten kunnen juist die dynamiek versterken. De landelijke beweging fungeert als facilitator voor de regionale setting.’

Het komend jaar zal ook het gesprek met leerlingen anders worden georganiseerd, omdat het samenkomen op één plek in het land best lastig is voor scholieren. Van Oorschot: ‘Ook met de leerlingen willen we naar een regionaal niveau toe, in de scholen zelf.’