Het is al weer een tijdje geleden dat ik met een aantal docenten uit de redactieadviesraad in een zoommeeting zat. We bespraken ook mogelijke thema’s voor de komende tijd en daarbij werd genoemd: Samen leren. Docenten die van elkaar leren. Scholen die van elkaar leren. De wijsheid hoeft niet altijd van buiten de school te komen. Dat was de teneur. Een oproep via LinkedIn leidde al snel tot tal van reacties van mensen die graag onder de aandacht wilden brengen bij welk leernetwerk ze betrokken zijn en waar ze mee bezig zijn. Een aantal van die bijdragen vind je terug in dit nummer.

Leernetwerken, kennisnetwerken, professionele leergemeenschappen… je kunt verschillende termen voeren en als te doen gebruikelijk verschillen ook de opvattingen over wat precies hoe genoemd mag worden. In dit nummer lopen de verschillende vormen van samen leren door elkaar heen. Ik had niet zo’n zin om scherprechter te spelen, in dezen. Het stemt mij gewoon vrolijk als ik lees over mensen die de behoefte voelen om elkaar op te zoeken, omdat ze op een thema verder willen komen. Leve de gemeenschap.

Misschien begon dit leren al toen de nieuwe fiets werd uitgepakt, en het kind dacht: dit ga ik leren.

Bij het ‘leren’ bleef ik wel even haken. In alle bijdragen is het woord vanzelfsprekend rijkelijk aanwezig, maar wat bedoelen we er eigenlijk mee? Wanneer leer je eigenlijk? Ik moet denken aan een kind dat leert fietsen: het kind leert diens motoriek zo in te zetten dat hij of zij zich de kunst van het voortbewegen op een fiets eigen maakt. Het kind kan nu iets dat hij hiervoor nog niet kon. Hij heeft het geleerd. Maar er is meer. Leren fietsen is ook leren vertrouwen op je eigen kunnen, leren vertrouwen op de beschermende handen van je vader of moeder, leren durven. Leren fietsen is ook ‘geraakt’ worden door het idee dat je groot bent geworden. Misschien begon dit leren al toen de nieuwe fiets werd uitgepakt, en het kind dacht: dit ga ik leren.

Het leren in de netwerken gaat vaak over: dingen anders gaan doen, om tal van redenen, en meestal omdat de situatie erom vraagt. Maar heb je dan pas geleerd als je ook daadwerkelijk anders gaat handelen? Mag leren alleen maar leren genoemd worden als het zichtbaar gemaakt kan worden of begint het leren op het moment dat iemand besluit zichzelf open te stellen, te lezen of te luisteren met de bedoeling echt iets in te nemen? Is iets heel kleins leren ook iets leren, of telt dat niet? Is een subtiele beweging in iemands innerlijk ook leren? Over leren hebben alle filosofen, psychologen, neurowetenschappers en pedagogen nagedacht en op de website van Wij-leren heeft Robert-Jan Simons een en ander bij elkaar gebracht: https://wij-leren.nl/leren-definitie-acht-dimensies.php.

Deze week luisterde ik naar drie verhalen, tijdens een kort symposium georganiseerd door de Haagse Hogeschool. Jan Masschelein, Gert Biesta en Piet van der Ploeg bogen zich vanuit hun eigen typerende invalshoek over persoonsvorming en onderwijs. Meer over de inhoud vind je in de drie korte abstracts en verdere verwijzingen op deze site: https://www.dehaagsehogeschool.nl/over-de-haagse/de-haagse-actueel/evenementen-en-activiteiten/details/2022/03/16/default-calendar/persoonsvorming-en-de-functie-van-het-onderwijs-ter-discussie. Het was een goed symposium en ik vond het fijn om weer eens twee uur rustig in mijn stoel te mogen zitten en te luisteren naar drie tot nadenken stemmende verhalen, ononderbroken door workshops o.i.d. Over leren gesproken… zo werkt het bij mij.

Wat heeft dat allemaal te maken met dit themanummer? In ieder geval dit: persoonsvorming, nee liever persoonswording en onderwijs zijn onlosmakelijk en wederkerig verbonden. Het onderwijs brengt de leerling in aanraking met nieuwe werelden en daagt hem uit te gaan waar hij nog niet geweest is. Onderwijs reikt kennis aan, inzichten en vaardigheden, waardoor de leerling zich kan ontplooien en in toenemende mate een verantwoordelijker persoon kan worden. Omdat hij steeds beter kan inzien en overzien. De school is ook de ruimte waarin de leerling mag oefenen. ‘Probeer maar. Probeer het nog eens. Probeer dit eens.’ Het zijn drie zinnen, opgebracht door Jan Masschelein, waarmee je een studiedag op school kunt vullen. Ga maar eens bedenken wat deze zinnen teweegbrengen tussen leerling en docent. Onderwijs onderbreekt ook juist om de leerling uit te dagen zich te verhouden tot de wereld om zich heen (en wat minder tot zichzelf, het moet maar eens afgelopen zijn met al dat gepersonaliseerde…). Maar dit alles is geen mechanistisch proces. Het zullen niet de neurowetenschappers zijn die uiteindelijk de formule vinden voor het op perfecte wijze toedienen van onderwijs. De kwaliteit van onderwijs zit ‘m erin de leerling uit te dagen om zichzelf als persoon in te brengen en zich daarmee ontvankelijk op te stellen. Zich te laten raken door die nieuwe werelden, een appel te ervaren en daarmee een gevoel van betekenis. Een leerling is niet niemand die alleen maar aan het leren gezet wordt om zijn onvolwaardigheid weg te werken. Een leerling is iemand op wie de samenleving zit te wachten, op wie de wereld een appel doet. Ja, jij.

Er is geen leren zonder persoonswording.

En voor docenten is dat niet anders.

Ik wens iedereen veel leesplezier.