Ons onderwijs is gericht op het laten slagen op een gemiddeld niveau van zoveel mogelijk leerlingen tegen zo laag mogelijke kosten, verzuchtte eens een man die zijn hele leven als beleidsmaker in het onderwijs gewerkt had. Dit rendementsdenken maakt elke verandering lastig. De school, docenten en leerlingen worden allemaal afgerekend op de examenresultaten van leerlingen, dus wordt er getoetst bij het leven totdat studeren een opgave wordt in plaats van een plezier. Erger nog, hierdoor is er een grote nadruk op het bijspijkeren van wat een leerling níet kan, in plaats van de unieke talenten van een leerling te benadrukken. Het onderwijs is in wezen hetzelfde als een eeuw geleden, hoor ik dan, met weinig ruimte voor nieuwe inzichten, innovatie en inspelen op wat er in de maatschappij gebeurt.

Maar al die cultuurscholen, ecoschools, vredescholen, technasia, tweetalige onderwijs etc, etc, dan? Als je goed kijkt dan vindt dat aanbod vrijwel altijd extracurriculair plaats, tellen cijfers niet meer voor het examen, en concentreert zich dat in de onderbouw van het vo: daarna doemt immers het gevreesde examen op.

Hoe verander je dat, of liever, wie zet de verandering in? Het ministerie van OCW? Als iedereen in het keurslijf zit van dit rendementsdenken en dezelfde kpi’s krijgt opgelegd, wie durft zich dan als eerste hiervan los te maken? Wie durft te zeggen dat de ontwikkeling van een mens zich niet in termen van rendementen laat uitdrukken en dat de keizer eigenlijk helemaal geen kleren aan heeft?

23 vtta3 gastcolumn guiseppe foto Giuseppe

“We zitten allemaal gevangen in dit web van geld, rendement, meten, scoren.”

Het rendementsdenken heeft zelfs studenten verleid in te stemmen met afschaffing van de studiebeurs (want dan gaat er meer geld naar de universiteit en komt alles goed), docenten met minder vakantie (meer uren onderwijs dan komt alles goed) en leerkrachten met meer geld (dan hebben we geen kleinere klassen nodig en komt alles goed). We zitten allemaal gevangen in dit web van geld, rendement, meten, scoren.

Kan het ook anders? Zou je een systeem kunnen ontwikkelen met minder uren in plaats van meer? Dat uitgaat van de kracht van een leerling, niet van zijn zwaktes? Waarbij een docent niet gewoon doceert maar de leerling meeneemt en ondersteunt in zijn ontwikkeling naar volwassenheid? Waarin niet het meten en scoren centraal staat, maar de ontwikkeling van een leerling? Niet alleen feitelijke kennis maar ook vaardigheden? Waarin kennis niet allen ín de school, maar ook daarbuiten wordt opgedaan? Waarin ook de overtuigingen en waarden van een leerling aan bod komen, zodat er vertrouwen wordt opgebouwd? Waarin wordt erkend dat de wereld waarin onze kinderen straks moeten werken en leven er totaal anders uitziet dan die van ons, waarin andere tools en vaardigheden nodig zijn dan die onze ouders aangeleerd hebben? Waarin persoonsvorming en socialisatie net zoveel aandacht krijgen als kwalificatie? Waarin het doel van het onderwijs niet langer is om goede werknemers te maken maar gelukkige mensen?

Gelukkig zijn er genoeg docenten, scholen en onderzoekers die een stevig ‘ja’ kunnen zeggen op bovenstaande vragen. De enige vraag die dan overblijft is niet het ‘of’, maar het ‘wanneer’ van deze systeemverandering. Onze kinderen zijn er klaar voor.

Giuseppe van der Helm is directeur van de Coöperatie Leren voor morgen