Om burgerschapsvaardigheden te meten heeft het de voorkeur om leerlingen in authentieke situaties te plaatsen en hun sociale en maatschappelijke gedragingen te observeren. In de praktijk is het echter nauwelijks mogelijk om dergelijke situaties te creëren.

Burgerschapscompetenties meten

Er is geen eenduidige opvatting van ‘goed burgerschap’ en de competenties die leerlingen daarvoor precies nodig hebben. De wetgever laat scholen ruimte om hier zelf keuzes in te maken. Om de kennis, houding en vaardigheden van leerlingen te meten, is het daarom belangrijk daar meerdere sociale en maatschappelijke domeinen en activiteiten bij te betrekken. Bijvoorbeeld kennis van de democratie, houdingen waarbij leerlingen waarden wegen en vaardigheden om het eigen belang te dienen. De manieren waarop scholen deze componenten het best kunnen meten, is afhankelijk van het leerdoel.

Vragen stellen

Burgerschapskennis heeft betrekking op wat leerlingen weten en begrijpen. De meeste instrumenten om deze kennis te meten, bestaan uit meerkeuzevragen. Soms bevatten deze instrumenten open vragen om inzicht te krijgen in het gedachteproces van leerlingen. Als leraren vragen formuleren is het belangrijk rekening te houden met verschillende niveaus van begrip. Leerlingen met een laag kennisniveau herkennen vooral basale begrippen. Leerlingen met een hoog kennisniveau zijn in staat te begrijpen en uit te leggen hoe bijvoorbeeld sociale en politieke processen werken.

Keuzes voorleggen

Onder burgerschapshoudingen vallen gedachtes, gevoelens en overtuigingen over sociale en maatschappelijke vraagstukken. Het is mogelijk deze bij leerlingen te meten door ze uitspraken voor te leggen waarop ze moeten reflecteren. Ze kunnen dan bijvoorbeeld kiezen uit verschillende manieren om een conflict vreedzaam op te lossen. Of leerlingen moeten zichzelf plaatsen op een schaal tussen conflicterende waarden, zoals ‘zeggen wat je denkt’ tegenover ‘anderen niet kwetsen’. Een andere manier om meer inzicht te krijgen in denkpatronen van leerlingen is ze een democratisch dilemma voorleggen. Bijvoorbeeld: ‘hoe ga je om met meerderheids- en minderheidsbelangen.’

Zelfinschattingen

Burgerschapsvaardigheden gaan over de mate waarin leerlingen in staat zijn bepaalde democratische of maatschappelijke activiteiten uit te voeren. Ideaal zou zijn om leerlingen te observeren in authentieke situaties, waarin ze hun beheersing van burgerschapsvaardigheden moeten laten zien. Hoe leerlingen de taak volbrengen en de ondersteuning die ze daarbij nodig hadden, geeft dan inzicht in hun vaardigheidsniveau. In de praktijk zijn dergelijke situaties amper te creëren. Scholen meten vaardigheden daarom vaak indirect door leerlingen een zelfinschatting te laten maken.

Alfred Wald is redacteur en Marianne Hooijsma is kennismakelaar bij de Kennisrotonde.

Lees het uitgebreide antwoord op de vraag: Hoe kun je de sociale en maatschappelijke competenties van leerlingen in het voortgezet onderwijs in beeld brengen?

https://www.kennisrotonde.nl/vraag-en-antwoord/sociale-en-maatschappelijke-competenties-van-leerlingen

Heb je zelf ook een vraag die je met kennis uit onderzoek beantwoord wilt zien? Vraag het de Kennisrotonde: https://www.kennisrotonde.nl/stel-je-vraag

De Kennisrotonde is een uniek loket voor de snelle beantwoording van vragen uit het onderwijs met kennis uit onderzoek.