Wat bracht je ertoe om leraar te worden?

“Ik weet nog heel goed hoe ik tot die keuze ben gekomen. Tijdens de master Kwaliteitsmanagement was ik bij een college over een thema waar ik al veel van afwist en ik liet dat enthousiast weten aan de docent. Die speelde daar goed op in en vroeg of ik het leuk zou vinden om na de pauze een korte uitleg te geven vanuit mijn ervaring. Die mogelijkheid heb ik met beide handen aangegrepen. Ik merkte toen twee dingen: 1) ik vond het leuk om voor de groep te staan en mijn kennis over te dragen en 2) er werd positief gereageerd op mijn enthousiaste manier van vertellen. Ik kreeg zelfs het advies om leraar te worden. Daar heb ik toen op doorgepakt, want ik wil van betekenis zijn voor anderen. Onderwijs draait als je het mij vraagt om kennisoverdracht, en leren is een interactief proces. Precies die combinatie vind ik geweldig en daarom is er voor mij geen mooier beroep.

Voordat ik het onderwijs ben ingegaan werkte in de financiële sector, als kwaliteitsmanager. Leuk en leerzaam, maar ik kon er toch niet helemaal mijn ei in kwijt. Ik vond de cultuur van leren en verbeteren er behoorlijk gebrekkig. In het onderwijs staat leren en verbeteren veel centraler en dat heeft een positieve invloed op mijn rol van kwaliteitscoördinator.”

Wanneer lever je voor je gevoel kwaliteit?

“Ik lever kwaliteit als er twee dingen samenkomen. Ik moet dat even uitleggen. Je hebt als leraar een ‘systeem-technische’ invalshoek: je hanteert in je lesgeven en kennisoverdracht een blauwdruk, die definieer je en realiseer je in de werkelijkheid. Ik kan er enorm van genieten wanneer ik mijn les tot in de puntjes heb voorbereid en de les precies volgens plan verloopt. Maar ook wanneer een klas een toets ontzettend goed heeft gemaakt als gevolg van een gedegen voorbereiding. Dan is voor mij én voor de leerlingen het onderwijs efficiënt, effectief en bevredigend geweest. Maar er is ook een andere kant, de sociaal-dynamische invalshoek. Ik moet onderwijs maken in een dynamische omgeving met veel onzekerheden, conflicterende belangen, wensen en eisen van binnen en buiten de schoolorganisatie. Ik probeer daarom te zorgen voor constructieve gesprekken en vruchtbare relaties met directie, docenten, leerlingen en ouders, de belanghebbenden, zeg maar. Een constructief gesprek met een leerling geeft mij veel voldoening. Voor mij is dat een gesprek waarin de focus ligt op voortgang en groei van de leerling. Na afloop van zo’n gesprek heb ik dan echt het gevoel dat ik het verschil voor de leerling heb kunnen maken. Simpelweg door er voor de leerling te zijn, goed naar de leerling te kijken en te luisteren en mee te denken over hoe de leerling voortgang en groei kan bereiken. Dat is de andere kant.”

Kwaliteit is ook een raar woord. Het woord zelf zegt niets. Je moet het altijd specificeren; kwaliteit van wat? Product of dienst, proces, organisatie als systeem, keten?

Kun jij je kwaliteit als leraar voldoende laten zien?

“Ik vind dat ik mijn kwaliteit als leraar voldoende kan laten zien, de kwaliteit zoals ik die probeer te leveren vanuit die twee invalshoeken, systeem-technisch en sociaal-dynamisch. Iedereen – collega’s, leerlingen en hun ouders – moeten tevreden zijn over de kwaliteit van mijn werk. Ik vind ook dat we samen in gesprek moeten zijn over wat we kwaliteit vinden en wat er dan nog moet gebeuren. Volgens Rowan et al (2002) is de meest doorslaggevende factor in het succes van de leerlingen de kwaliteit van de leraar die voor de klas staat. Daar ben ik het mee eens, het primaire proces. Maar dat moet wel goed bestuurd en ondersteund worden. Een docent die zich verder wil ontwikkelen en bekwamen moet gefaciliteerd worden door zijn leidinggevende. Er moet een goed en passend lesrooster zijn. Er gaat nog vaak iets mis in de samenwerking en afstemming, vind ik. Zolang dergelijke processen niet goed verlopen, zal het primaire proces onder druk komen te staan en dit komt de resultaten in de klas niet ten goede.”

Hoe ga je om met jouw eigen kwaliteitsopvattingen en die van de school in breder opzicht?

“Tja. Kwaliteit is lastig te duiden. Elke poging tot definiëren roept vragen op. Kwaliteit is ook een raar woord. Het woord zelf zegt niets. Je moet het altijd specificeren; kwaliteit van wat? Product of dienst, proces, organisatie als systeem, keten? Als het over kwaliteit gaat, dan vraag ik mij iedere keer weer af welke kwaliteit dan precies bedoeld wordt. Het is in ieder geval raadzaam om kwaliteit van onderwijs te zien als een proces. En dat proces is in feite van iedereen. Iedereen kan een bijdrage leveren aan het verbeteren van het proces en kan dus van kwalitatieve waarde zijn. Van directielid tot leerling, van overheid tot ouder. Kwaliteit anno 2022 vraagt om een ‘stakeholderbenadering’ waarbij gezamenlijk de verantwoordelijkheid wordt genomen om het vandaag beter te doen voor de toekomst van morgen.”

Hoe kijk je nu terug op de school waar je zelf op hebt gezeten?

“Ik denk vooral terug aan de persoonlijke aandacht, terwijl er toen volgens mij nog helemaal geen mentoren waren. Mijn oude school had ook een aantal goede leraren. Deskundig op de inhoud, maar ook goed in het contact. Daardoor voelde ik mij er prettig en kon en wilde ik veel van hen leren.”

Met welke testimonials zou je willen dat jouw leerlingen jullie school verlaten?

“Het mooiste is natuurlijk dat leerlingen terugkijken op een fijne en leerzame tijd. Maar de meeste leerlingen zijn aan het einde van de middelbare school helemaal klaar met school en zijn toe aan iets geheel nieuws. Dat is nog niet het moment waarop ze kunnen terugkijken en zich realiseren welke bijzondere tijd ze afsluiten. Dat besef komt pas (jaren) later.”

Teun van Gorp studeerde bedrijfseconomie en sportmanagement, deed een master kwaliteitsmanagement. Tot 2015 werkte hij vooral bij financiële dienstverleners, maar maakte daarna de overstap naar het onderwijs. Hij werkte twee jaar in het mbo en de afgelopen vijf jaar in het vo.