Ik schrijf dit stukje voor Johan Veenstra, rector van het Comenius College in Hilversum. Tevergeefs, want hij gaat dit stukje niet lezen. Johan heeft een reactie op mijn columns gestuurd aan de redactie, maar hij heeft nog nooit een column van mij gelezen. Dat komt doordat hij zich stoort aan de foto van mijn persoon bij de columns. Hij schrijft : ‘Op mijn eigen school proberen wij leerlingen bij te brengen dat het niet fatsoenlijk is om je voeten op een stoelzitting, een tafel of een andere plaats die daarvoor duidelijk niet bedoeld is, te leggen. En spoor ik medewerkers aan daarin het goede voorbeeld te geven.’

Ik zie Johan door de school dwalen, speurend naar leerlingen of medewerkers die met hun voeten op een stoel zitten en mijn eerste gedachte is ‘Heb je niets beters te doen?’ Dat is een beetje onaardig en kort door de bocht. Ik lees de reactie van Johan voor aan mijn vrouw, op een toon van ‘moet je horen wat mij nu weer is overkomen’ en zij stelt het soort vraag waarmee zij vaker helderheid schept in ingewikkelde morele kwesties: ‘Mogen de leerlingen bij jou met hun voeten op tafel zitten?’

Nee, dat mogen ze niet en daarmee kan ik de reactie van Johan niet meer afdoen als een grappig akkefietje op een doordeweekse dag. Mijn hoofdredacteur Renske neemt overigens elke reactie van haar lieve lezers bloedserieus en zij zit er ook niet op te wachten dat ik grapjes ga maken over een ingezonden reactie.

Het valt mij op dat jullie wereldverbeteraars de vuile borden voor je moeder laten staan.

Er zit niets anders op: waarom heb ik in een onbezonnen moment deze foto gekozen uit een serie van tien, die de huisfotograaf van ons blad bij mij op school had gemaakt? Tsja... omdat ik er zo heerlijk ‘onbezonnen’ bij zit, denk ik. Zo van: de lesdag is voorbij, even uitpuffen, even helemaal ontspannen: benen op tafel. Even helemaal geen voorbeeld zijn. Stukje schrijven. Zo zie ik mijzelf graag in de school, zo wil ik blijkbaar dat de lezers mij zien: relaxed, ‘cool’ om eens een woord van de leerlingen te lenen.

Nu wil het geval dat ik een paar maanden geleden een vlammende column heb geschreven over de leraar als inspirerend voorbeeld voor de leerlingen. Dat je door weer en wind op de fiets naar school moet gaan en niet met de klimaatopwarmende auto. Of anders bergen beklimmen of sonnetten schrijven, zeemonsters fotograferen, een diersoort voor uitsterven behoeden. Kortom: iets doen waarvan leerlingen denken: ‘Wow, die leraar van mij, wat een geweldige man of vrouw, dat wil ik ook!’.

Nu kan ik wel doen alsof ‘voeten van tafel’ klein bier is, vergeleken met de klimaatverandering, maar dan klinkt zomaar in mijn hoofd de stem van mijn vader veertig jaar geleden, toen we als studenten liepen te demonstreren tegen de Vietnamoorlog: ‘Het valt mij op dat jullie wereldverbeteraars de vuile borden voor je moeder laten staan’. Nu komt mijn vader zaliger ook nog een duit in het zakje doen. Er is geen ontkomen aan.

Johan heeft het stukje over de leraar als voorbeeld niet gelezen en dat vind ik jammer. Hij schrijft dat een alternatief voor de foto zijn leesplezier ten goede zou komen. Beste Johan, dank voor je reactie, ik ben op zoek gegaan naar een alternatief voor de huidige foto en als alles volgens plan is verlopen, dan staat die boven dit stukje, want anders zou je het niets eens gelezen hebben.