De meeste leerlingen vinden schrijven saai en vervelend. Sommigen ontwikkelen zelfs schrijfangst. Hoe komt dat volgens jullie?

“Alles gaat snel tegenwoordig. Een tiktokfilmpje duurt nog geen 30 seconden. Schrijven kost meer tijd. Én concentratie. Dat is even wennen voor deze generatie. Ze zijn er ook van overtuigd dat zinnen altijd lang en moeilijk moeten zijn. Anders is het niet goed. Dat leren we ze snel af met ons boek.”

Wat doet ‘Gewoon schrijven, joh!’ anders, waardoor jullie glimlachgarantie durven af te geven?

“Het boek bevat allemaal zeer korte opdrachten. Zonder beoordeling. Dat betekent dat leerlingen met een kleine ‘ingreep’ van een tekst aan de slag gaan. Neem de korte zinnen. Of het gebruik van synoniemen. Of met tussenkopjes. Ze schrijven dus bijna geen lange teksten. Gewoon een zin of vijf. Kort. En je oefent maar één aspect. Ik zie in mijn lespraktijk dat leerlingen daardoor creatiever worden. Door de variatie aan oefeningen is het niet saai. Pas later combineren we de aspecten in een grotere oefening. Creatief met taal bezig zijn is gewoon leuk.

De meeste schoolboeken zijn educatief gezien misschien prima geschreven, maar missen wel een stukje creativiteit. Door dat in dit boek toe te voegen, is het boek niet alleen leerzaam, het is ook nog eens leuk om te lezen. Daarom dus die glimlachgarantie.”

Wie kunnen ‘Gewoon schrijven, joh’ gebruiken? Alleen leraren Nederlands, of hebben andere vakken hier ook iets aan?

“Het boek is bedoeld voor tijdens de lessen Nederlands. Maar in elk vak wordt geschreven. Dus we kunnen ons voorstellen dat vakdocenten er ook wat aan kunnen hebben.”

Sabine jeurnink

“Dan worden leerlingen trots op hun teksten en zijn ze bereid ook naar de werkwoordspelling te kijken.”


Sabine Jeurnink

Waar zijn de correctie- en beoordelingsrichtlijnen?

“Die staan op onze site. Maar een antwoordmodel doodt de creativiteit van zowel de leerling als de docent. We hopen ook gewoon dat de docent zelf gaat knutselen met de opdrachten. Daar wordt ie beter van. Tuurlijk moet je ook wel eens op werkwoordspelling, zinsopbouw etc. letten, maar laten we eerst maar eens beginnen met het plezier. Dan worden leerlingen trots op hun teksten en zijn ze bereid ook naar de werkwoordspelling te kijken. De leerlingen beoordelen elkaars werk overigens ook, daar zijn ook opdrachten voor. Het welbekende vier-ogen principe. Daar worden teksten zichtbaar beter van. Feedback geven is niet gemakkelijk, maar omdat we telkens maar een paar aspecten behandelen, hoeven ze dus ook maar een paar aspecten te beoordelen. Soms zelfs maar één. Dat is voor de leerlingen te overzien. En na die feedbackronde leveren de leerlingen het dan bij jou in.”

Een laatste tip of advies?

“Op school wordt over het algemeen vrij veel aandacht besteed aan spelling en grammatica. En natuurlijk is dat belangrijk. Maar als niemand je tekst leest, heb je niets aan een foutloze tekst. Wij denken daarom dat het minstens zo belangrijk is om teksten niet alleen foutloos, maar ook aantrekkelijk te maken. ‘Vertel het je buurman test’. Als je dat op het bord schrijft als agendapunt zijn de leerlingen direct enthousiast. Prikkel de leerlingen met uitdagende opdrachttitels. Zo laat je zien dat je zelf ook bezig bent met taal!”

Sabine Jeurnink, Willem Verdaasdonk Rick Evers, januari 2023, Uitgeverij Anderz

Sabine Jeurnink, Willem Verdaasdonk Rick Evers, januari 2023, Uitgeverij Anderz