De overheid heeft geen regels opgesteld voor de lestaak van leraren, las ik kort geleden in een brochure die het ministerie van OCW en de Inspectie onlangs hebben uitgebracht. Dat is ook nooit zo geweest en toch bestaan daarover veel misverstanden. Ik denk ook dat mede daarom die brochure is uitgegeven. Die misverstanden doen zich vooral voor rond de vraag ‘wat moet er wel niet allemaal van de overheid?’ en, in het verlengde daarvan: ’wat moet er wel niet allemaal van de onderwijsinspectie?’ Op scholen waar die vragen, veelal zuchtend en steunend, gesteld worden is sprake van hoge werkdruk, zo stel ik mij voor.

Nu ontstaat werkdruk vaak doordat er dingen van je verwacht worden die niet direct met de inhoud van het werk te maken hebben: vergaderen, tijdschrijven, administreren, rapporteren en vult u zelf maar verder aan. Het afnemen van toetsen kan daar trouwens ook bij horen. Nu bedoel ik hier niet te zeggen dat het afnemen en nakijken van toetsen niet tot de taak van de leraar behoren, integendeel: de kwaliteit van een leraar wordt mede bepaald door het goed bijhouden van de voortgang van leerlingen. Ik bedoel iets anders. Op sommige scholen waar mij verteld wordt dat er een hoge werkdruk is, wijten leraren dat aan wat zij noemen de toetsdruk. Aan het begin van het schooljaar stelt de school, sterker nog: stellen de leraren zelf een toetsrooster op, waarvan je de moed in de schoenen zinkt: wat een tijd kost het maken en nakijken van tientallen toetsen wel niet en wat een lestijd gaat ermee, zou je kunnen zeggen, verloren?

Cijfers geven? In de onderbouw bestaat die verplichting helemaal niet.

In de brochure die ik net noemde, Ontdek de ruimte (u moet die brochure eens lezen, hij staat gewoon op internet), staan geruststellende woorden over de toetsdruk op scholen: leraren mogen helemaal zelf kiezen op welke wijze ze de vorderingen van leerlingen bijhouden. De enige voorwaarde is dat er een goed beeld ontstaat van de ontwikkeling van de kinderen en dat zij geholpen worden bij hun verdere ontwikkeling. Cijfers geven? In de onderbouw bestaat die verplichting helemaal niet, in de bovenbouw alleen voor het schoolexamen, daar moet een gemiddeld cijfer voor worden vastgesteld. Ik zie nu her en der in scholen vaksecties en teams het besluit nemen om (veel) minder te gaan toetsen. Op een aantal scholen komt de opdracht om het toetsvolume te saneren zelfs vanuit de directie. Dat levert heel veel ruimte, rust en tijd op voor waar het in het onderwijs echt om gaat: lesgeven aan leerlingen.

Nog iets anders over werkdruk. Ik kom nogal eens op scholen waar het door omstandigheden niet goed mee gaat. Die scholen worden dan soms door mij als onvoldoende of zelfs als zeer zwak bestempeld. Dat is heel akelig, maar wel nodig om het onderwijs weer op een hoger niveau te doen tillen. Als ik dan na een paar maanden of na een jaar op een dergelijke school terug kom, om te zien hoe het ermee staat, spreek ik ook met leraren. Het is opvallend hoe vaak die leraren mij dan vertellen dat er tijdens het verbeteren van de onderwijskwaliteit heel hard gewerkt is, maar op een manier die ook energie gaf: aandacht en tijd zijn geheel verlegd van randzaken (vergaderen, tijdschrijven, administreren) naar de kwaliteit van de lessen, naar onderwijsontwikkeling en naar de leerlingen. Zo kan hard werken soms de werkdruk verlagen. •