Journalist M.J. Brusse (1873-1941) karakteriseerde in Boefje (1903), een reportageroman over een Rotterdams straatschoffie, een onfortuinlijk jongetje uit een achterbuurt als een ‘klantje van Lombroso’. De Italiaanse criminoloog Cesare Lombroso (1835-1909) stelde dat misdadig gedrag vastgesteld zou kunnen worden aan de hand van de menselijke fysiognomie: iemands persoonlijkheid is aan het uiterlijk af te lezen. Had de in een welvarende familie geboren criminoloog gelijk?

Crimineel-in-de-dop

Boefje komt ter wereld in een armoedig gezin, krijgt nauwelijks onderwijs en pleegt ontelbare kruimeldiefstallen. Na het stelen en verpanden van kostbare juwelen worden hij en zijn vriendje opgepakt. Ze belanden in de gevangenis. Boefje wordt ontslagen van rechtsvervolging, onder voorwaarde...

Benieuwd naar de rest van het artikel?

Word nu abonnee en krijg onbeperkt toegang tot alle artikelen op van12tot18.nl, inclusief persoonlijk profiel om artikelen makkelijk te selecteren, delen en bewaren.