De leerling was opgestaan en de klas uitgelopen. “Ik hoef geen les te krijgen van een Marokkaan,” had ze gezegd. Die middag voerde de rector een gesprek met haar moeder, aan de telefoon. “Was het een Turk of een Marokkaan?” had de moeder gevraagd. De rector had duidelijk gemaakt dat die vraag wat hem betreft nergens over ging. “Op zulke vragen ga ik niet in, ik wil het met u hebben over het gedrag van uw dochter,” had hij gezegd. “Maar ik snap mijn dochter wel hoor,” had de moeder geantwoord. “Dat ze geen les wil van een Marokkaan.” Het werd een erg moeilijk gesprek. Iliass El Hadioui voert dit waargebeurde voorval op tijdens het gesprek dat wij voeren, een aantal weken na de verkiezingsuitslag. In dit geval, zegt hij, stelde de rector zich ferm op, vóór zijn mensen en tegen discriminerend gedrag. Maar stel je voor dat publieke instituten en gezagsdragers dat niet meer doen? Dat de waarborg van een eerlijke en gelijke behandeling voor iedere burger wankelt? Het is een doorkijk naar een dystopische toekomst, die gelukkig geen realiteit is en dat hopelijk ook nooit zal worden. Maar nu het erop gaat lijken dat we te maken krijgen met radicale en populistische politieke leiders lijkt er wel een weg geëffend voor ongehoorde geluiden en ongehoord gedrag, volgens Iliass. In die zin is de geest uit de fles.

Een socioloog kijkt verder dan het politieke schimmenspel. Iliass: “Er wordt veel politiek geanalyseerd. Wie bij wie electoraat heeft weggetrokken, of wie de deur heeft opengezet naar wie. Maar dat zijn micro-analyses. Als je uitzoomt, gaat het over iets anders, namelijk over iets dat al lang gaande is. Het gaat over onbehagen.”

Iliass El Hadioui is onderwijssocioloog en als wetenschappelijk docent verbonden aan de Department of Psychology, Education and Child Studies van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. en schreef in 2011 het boek ‘Hoe de straat de school binnendringt’, in 2019 gevolgd door ‘Switchen en Klimmen’. Vorig jaar kwam ‘Grip op de mini-samenleving’ uit en op dit moment legt hij een laatste hand aan de publicatie waarin hij het begrip ‘sociale boulimia’ van de Britse socioloog Jock Young opnieuw introduceert. Hij is ook grondlegger en programmaleider van het professionaliseringsprogramma De Transformatieve School dat sinds 2014 wordt uitgevoerd op verschillende scholen en dat nu onderdeel uitmaakt van het programma Ontwikkelkracht.

Nederland heeft massaal gestemd vanuit onbehagen, zegt Iliass. Een gemoedstoestand die voortkomt uit een complex aan sociologische ontwikkelingen. Niet verrassend, als je de afgelopen tijd hebt opgelet, maar overdonderend zoals het zich nu toont. Onze laatmoderne samenleving heeft zich in allerlei opzichten misschien indrukwekkend ontwikkeld, sociologen echter kijken al langer niet zonder zorgen naar de afgelopen decennia. Hoe is het ons bekomen om van een verzuilde samenleving langzaam te veranderen in een samenleving waarin het individu er veel meer dan ooit alleen voor staat, terwijl de wereld om hem heen alleen maar groter en ingewikkelder is geworden? Wat Iliass betreft bewegen we ons in rap tempo naar een lowtrust samenleving waarin het vertrouwen in instituties alleen maar afneemt. Een ‘liquid society’, met onzekerheid, onveiligheid, en individualisme als dominante kenmerken. Zelf spreekt hij van ‘sociale boulimia’, het maatschappelijke lichaam dat aan de voorkant alles en iedereen op wil nemen en gelijke kansen en rechtvaardige behandeling belooft, maar zich daarin danig verslikt en zich uiteindelijk kenmerkt door uitsluiting van groepen. Voor de eenvoudige toehoorder hoort de snelle opsomming aan als een sociologische rijsttafel, die onheilspellend smaakt. Waar komt het in de basis op neer?

Iliass: “We stonden halverwege de vorige eeuw voor de opdracht onszelf als samenleving opnieuw uit te vinden. Daarbij hadden we ongekend ambitieuze en nobele ambities. We wilden een maatschappij worden waarin iedere burger gelijke rechten heeft en gelijke kansen krijgt en waarin iedereen mee doet. Waarin publieke instituten – onderwijs, zorg, rechtspraak – gelijkheid en rechtvaardigheid waarborgen en waarin de media objectief zijn. Dat was het noodzakelijke alternatief op het moment dat de meesten uit hun zuilen vielen. Dat was ook waar mensen vertrouwen in hadden: de overheid vangt je op, de publieke instituties vangen je op. Er was een groot geloof in een maatschappelijk systeem dat voor jou werkt – dat is die high trust.”
Maar inmiddels zitten we op een ander punt op de tijdlijn. Van high trust is geen sprake meer. De maatschappelijke ongelijkheid groeit, de onderwijskwaliteit holt achteruit, de overheid draait zich vast in wanprestaties, zoals de toeslagaffaire. Het vertrouwen in de media kalft af, en zelfs het vertrouwen in de wetenschap staat onder druk. Het doet er niet eens toe of dat allemaal waar is, het gaat om de perceptie, volgens Iliass. Het zijn wat hem betreft symptomen van wat je maatschappelijke ontbinding zou kunnen noemen. “Ooit vonden we het beklemmend - de drie g’s: geloof, gezin en gemeenschap. We wilden daarvan af, we zochten vrijheid. Maar met die vrijheid is ook groeiende onzekerheid gekomen. Onzekerheid als het gaat om wie je bent en waar je thuis bent. Onzekerheid over je werk, dat in hoge mate je identiteit is geworden. Er is geen gemeenschap meer waarin je kunt schuilen of waarachter je je kunt verschuilen. Die gemeenschap is ontbonden. De collectieve biografie is een persoonlijk biografie geworden. Jij bent het, jij individu, en voor jou is alles in stelling gebracht. Gelijke kansen, gelijke rechten, goede instituties. Het is nu aan jou… Bring it on!

Maar die belofte die het systeem aan ieder lijkt te doen wordt niet waargemaakt. De kansen zijn niet gelijk verdeeld. Je gaat toch niet naar die ene school, je krijgt net niet die baan, je bent armer dan je wilde, ook al zou de halve wereld je benijden voor wat je wel hebt. Iliass: “Steeds meer mensen hebben toch het gevoel te zijn beland aan de verkeerde kant van de streep. Ook mensen die het helemaal zo slecht niet hebben zijn teleurgesteld en ontevreden. In het recente rapport van de WRR, Grip1, scoren allerlei groepen significant op de onbehagen-index, ook zij die goed wonen en hoog opgeleid zijn. Het verbaast ons, want we dachten zo lang: als je iedere burger voorziet van zijn basisbehoeften, dan komt het toch goed? Als je verder doorvraagt zeggen mensen dingen als: vroeger werkte het nog, had ik het gevoel van rugdekking, van warmte, het idee dat andere mensen voor mij klaarstonden. Nu is alles zo calculerend. Dat gevoel van verlies moet ergens naartoe. In veel samenlevingen kunnen mensen hun ongenoegen kanaliseren in de gemeenschap waartoe ze behoren. Of spiritualiseren. Maar we zijn een sterk geïndividualiseerde samenleving geworden, gesegmenteerd in bubbels. Er is nog niet eens een start gemaakt met het analyseren van wat er gebeurt als een samenleving gaat bestaan uit enkel individuen, die alleen maar denken: what’s in it for me?”
En nu, na de verkiezingen, is een deel van Nederland wakker geworden in een samenleving die zij lang probeerden te blijven zien zoals ze die bij voorkeur zien: alles is op orde. Maar dat denkkader is doorbroken. Wie dacht rustig naar bed te kunnen gaan is ontwaakt in een nieuwe werkelijkheid. Een Gestalt-switch. Nederland blijkt al lang geen eend meer te zijn, maar een konijn.

24 vtta1 hoofdinterview onbehagen met Iliass EH 2

Filosoof Thomas Kuhn maakte gebruik van het ‘eend-konijn’-figuur van Pools-Amerikaans psycholoog Jastrow om duidelijk te maken dat een paradigmaverschuiving de manier van observeren beïnvloedt. Op individueel vlak is er dan sprake van een ‘Gestalt-switch’, een gedaanteverandering.

Iliass El Hadioui werd geboren in Maassluis en groeide daar ook op. Een plek waar het gereformeerde en protestant-christelijke duidelijk aanwezig was. Het verhinderde niet dat hij zich daar thuis voelde. Integendeel. In veel opzichten sloot die manier van leven aan bij wat hij van huis uit kende: strikt maar warm. Op school kreeg hij drie jaar lang filosofie van een docent die ook dominee was. Het boeide hem mateloos. Door de jaren heen vulde hij zijn culturele rugzak met inzichten en wijsheden uit zowel de islamitische cultuur en geschiedenis, als ook uit de filosofie en het grootstedelijk leven. Hij had zich tijdens de Open Dag op de Erasmus Universiteit in 2002 ingeschreven voor psychologie, maar stapte abusievelijk de collegezaal van sociologie binnen. Hij heeft nooit een reden gevonden om dat vakgebied nog te verlaten.

Iliass: “Waar verzuild Nederland goed in slaagde, was het kanaliseren van maatschappelijk succes maar ook van maatschappelijk falen. Kleine gemeenschappen bestonden uit arm en rijk. Die kwamen elkaar altijd weer tegen; binnen de families, binnen de sportclubs, in de supermarkt, op zondag. Binnen zo’n gemeenschap kreeg de elite erkenning en status omdat ze ‘doorgeleerd’ hadden. Maar echt het gevoel hebben boven de ander te staan, dat was er niet. Eerder overheerste het gevoel: we werken vooral allemaal aan de instandhouding van onze gemeenschap, van onze zuil, de bakker en de notaris, de timmerman en de arts. Waarom is dat zo belangrijk? Omdat iedereen daarin zijn waardigheid kon vinden, ook zonder maatschappelijk prestige. Want in de zuil deed je er op allerlei manieren toe, als vader, als buurman, als lid van de religieuze organisatie.”

Maar de zuilen brokkelden af en daarmee die sociologische ordening. De elite zocht elkaar veel meer op dan toen. Gaandeweg ontstond een neerkijken op mensen die ook wilde klimmen op die maatschappelijke ladder, maar voor wie hard werken en je best doen niet per se uitwerkte. Iliass: “Precies hier moet de kritiek op het meritocratische denken ontstaan. Het geeft mensen het gevoel op achterstand te staan. Hé, ik ben 29 jaar en ik krijg geen woning, ik slaag er niet in een duurzame relatie op te bouwen. En de samenleving zegt: Maar beste burger, jij mocht toch je eigen persoonlijke biografie schrijven? Tja, dat jij dan niet kunt schrijven, dat is niet het probleem van anderen. Het is een harde boodschap, die we niet eens hardop hoeven te vertellen, want mensen vertellen hem intussen aan zichzelf. Maar waar halen mensen dan hun waardigheid nog vandaan, als voor jou die maatschappelijke ladder korter blijkt dan voor je buurman? Ook daarop blijft een zingevend antwoord vanuit de samenleving uit en bronnen
als gezin, gemeenschap en geloof zijn in mainstream opzicht opgedroogd.”

De pijn zit niet op één plek. Onbehagen heeft verschillende gezichten gekregen. Het gezicht van de teleurgestelde burger met een migratie-achtergrond die uitsluiting ervaart, ook als hij z’n best heeft gedaan om er iets van te maken. De autochtone Nederlander die in ons ‘geordende’ land moet vechten voor z’n bestaan. Degene die zich in de steek gelaten voelt door het disfunctioneren van onze publieke instituties. Maar ook zij die er groot belang bij hebben dat alles blijft zoals het is, en dat kost wat het kost willen beschermen. Iliass: “Het zijn verschillende massagedrukpunten in het maatschappelijk lichaam, het doet op verschillende plekken pijn. En het gaat erom dat wij op dit moment zo in de eigen bubbels leven, dat de elite, de ongekend geprivilegieerden in dit land, niet meer in staat is via de lens te kijken van het onbehagen van anderen. Na de verkiezingen belden journalisten mij. Of ik hen in contact kon brengen met scholen waar veel moslimkinderen les krijgen. Ik heb die verzoeken categorisch afgewezen. Waarom heb je islamitische kinderen nodig om het te hebben over de verkiezingsuitslag? Over de PVV?? Waarom ga je niet met jezelf in gesprek als journalist? Het gaat helemaal niet over de PVV. Het gaat niet over moslimkinderen. Waarom gaan we vragen stellen aan degenen die uitgesloten worden over anderen die uitgesloten worden, en daar dan een gedistantieerd stuk over schrijven? Dit is gevaarlijke externe attributie. Dit is hetzelfde als zeggen: It’s not my problem.

Iliass: “Ik ben bevreesd voor micro-agressie, iets waar een hele samenleving mee geïnfecteerd kan raken. Micro-agressie zit in kleine dingen. Dat vindt plaats in de rij voor de kassa, of in het elkaar passeren op straat. En dat geeft onrust want mensen laten zich zomaar niet van de fiets trekken. En op het politieke niveau? Blijft het daar werkbaar? Of gaan instituties burgerlijk ongehoorzaam terugduwen? Je kunt de politieke veiligheid opzoeken door het te hebben over al dan niet rechtsstatelijkheid van dingen. Maar de echte en zeer ongemakkelijke vraag hierachter is: wat doet een systeem als de burger dingen wil die indruisen tegen het principe van een gelijke behandeling voor iedereen? We zouden dan als maatschappij aankomen op een plek waar we niet eerder zijn geweest, we hebben geen antwoord op deze vraag.”

Als we moeite willen doen om onze samenleving weer te hechten, zal het er de komende jaren op aankomen hoe wij in staat blijken te zijn elkaar echt te horen en elkaars sociale pijn te voelen en te erkennen. Hoe kijkt Iliass naar de jeugd in dit verhaal? Is hij geschrokken van hun stemgedrag en vertelt hem dat iets? Iliass: “De jeugd is neergezet als massale PVV en Forumstemmers. Ik zie eerder impulsieve onbezonnenheid – ‘hij had zo’n leuk filmpje op TikTok’. In de werkelijkheid bestaat er een veel grotere emotionele verstrengeling onder de jeugd. Ze zijn verbonden door wie ze zijn: de nieuwe generatie. Ze leven in hun eigen werkelijkheid die veel diverser is tegenwoordig en waar zij heel senang mee zijn. Ze hebben veel meer overeenkomsten dan verschillen. En ook veel positiviteit. Vergis je niet, wat wij zien in de media is het geluid van de oude generatie, van de 45-plussers. Verdiep je eens in de taal van jongeren, kijk naar de jeugdcultuur en luister naar spoken word. Daar zit zoveel energie in, en hoop. Daar zit onze motor voor verandering.”

Maar dan is die sacralisering van het zelf echt een probleem. Iets waar ook het onderwijs aan bij heeft gedragen met die nadruk op individuele ontplooiing, het beste uit jezelf te halen, het lukt als je maar wilt. Zeg eerder tegen de jeugd: een samenleving is mensenwerk, instituties werken soms niet, je gaat uitsluiting ervaren, het leven is grillig en vol beproevingen. En: it’s not all about you. Iliass: “Iemand als Gert Biesta zou ons uit kunnen leggen dat het hier gaat over persoonsvorming: hoe ga je om met hetgeen je ten deel valt in deze wereld? Hoe ga je om met jouw prestaties, met jouw perceptie van een al dan niet geslaagd leven? Met de dwingelandij van de consumentenmaatschappij? Hoe ontwikkel je solidariteit? Hoe kun je anderen dienen?

Iliass is ervan overtuigd dat er in een turbulente tijd meer mogelijk is. Deze overrompelende reality-check wakkert ook de hervormingsmodus aan: omdenken en innoveren. Er is ruimte om weer te zoeken naar de ‘we’ binnen de mini-samenleving van onze scholen, families, sportverenigingen etc. Het gaat erom daar te leren met anderen onze onzekerheden en beproevingen in de ogen te kunnen kijken. En om een herwaardering van wat succes eigenlijk is. Blijf niet de eend zien, zie ook het konijn.