Hoezo hoera?? Wat zeggen die cijfers nu precies? Hoe komen we eraan? Waarom zus en niet zo? Wat hiervan is een verrijking en waar is het vooral een versimpeling of in sommige gevallen zelfs een verdraaiing van de werkelijkheid? Hoe kan alles kloppen in theorie terwijl het in de praktijk nooit helemaal klopt?

We zijn er al een tijdje aan gewend dat niet alles is wat het lijkt. Internet heeft ons geleerd voorzichtig te zijn met het interpreteren van informatie. Leerlingen moeten mediawijs worden, zeggen we. In deze technocratische tijd waarin we alles meten en berekenen, en in modellen en algoritmen stoppen, moeten we ook ergens anders wijs en weerbaar in worden: modellenleer.

Neem nu de normaalverdeling (standaardverdeling, kloklcurve, Gausskromme.) Je hebt hem al een paar keer in het blad voorbij zien komen. Wat is dat nu eigenlijk en waarom doen we er zoveel mee in het onderwijs? Waarom zijn we zo intensief met gemiddelden en afwijkingen van het gemiddelden gaan werken en dat gaan bezien als representaties van de werkelijkheid? Waarom is het gemiddelde een norm? In de Volkskrant van 22 april laat Jasper van Kuijk zien dat het de keuze voor een ontwerp van iets is, die bepaalt hoeveel variatie we toestaan. Voor de VK-abonnees: https://www.volkskrant.nl/wetenschap/mensen-worden-beperkt-door-ontwerpkeuzes-niet-door-hun-eigenschappen~b63d4d5b5/ Welke keuze hebben wij eigenlijk gemaakt voor ons onderwijs?

“Kijk, het leuke is dat je niet alles hoeft te begrijpen om toch gezond alert te blijven.”


Renske Valk

Ontwikkelingspsycholoog Ewout Vervaet schreef al in 2014 over de denkfout die ten grondslag ligt aan het heilig verklaren van de normaalverdeling: ‘Welnu, de inferentiële statistiek is voortgekomen uit de meetfouttheorie van de natuurwetenschappen, die gebaseerd is op de kansrekening. De kansrekening en de meetfouttheorie zijn reëel wetenschappelijk, maar de inferentiële statistiek is dat niet. Men heeft de meetfouttheorie namelijk omgekeerd. Ten onrechte, want precies zoals je van een vers ei een spiegelei kunt maken maar omgekeerd van een spiegelei geen vers ei, zo kun je de gedachtegangen in de meetfouttheorie ook niet omkeren tot de inferentiële statistiek.” Kijk, het leuke is dat je niet alles hoeft te begrijpen om toch gezond alert te blijven. Zijn artikel op Wij-leren.nl is zeer de moeite waard. https://wij-leren.nl/inspectie-statistiek.php.

Ook onderwijspsycholoog Benjamin Bloom schrijft een kernachtig betoog over de normaalverdeling: ‘We gebruiken al zo lang de normale curve bij het beoordelen van leerlingen dat we erin zijn gaan geloven. Onze prestatiemetingen zijn ontworpen om verschillen tussen onze leerlingen op te sporen, zelfs als die verschillen triviaal zijn in termen van de leerstof.’ En: ‘De normaalverdeling is het meest geschikt voor toeval en willekeurige activiteit. Onderwijs is een doelgerichte activiteit en wij streven ernaar dat de leerlingen leren wat wij te onderwijzen hebben. Als we effectief zijn in ons onderwijs, zou de verdeling van de prestaties heel anders moeten zijn dan de normale curve.’ Zijn korte betoog staat op de site, lees dat! https://van12tot18.nl/artikelen/benjamin-bloom-over-de-normaalverdeling

Het gaat erom dat we leren een niet aflatende gezonde en kritische nieuwsgierigheid aan de dag te leggen, zodra er met modellen gewerkt wordt. Wat gebeurt hier? Wat staat hier? Wat zegt dit? Je hoeft niet alles te begrijpen, om toch slimme vragen te kunnen stellen. Wij volwassenen mogen daar nog wel een beetje bijtrekken. Maar dat hoeft ons er niet van te weerhouden de nieuwe generatie hierin goed op te leiden. Daarom in deze EXTRA enkele bijdragen waarvan we hopen dat ze zowel wat zelfonderzoek stimuleren als nieuwsgierigheid opwekken.