Met welke ‘definitie’ van curriculum werken jullie doorgaans? “Curriculum is een ‘fuzzy concept’. Er zijn in de literatuur ook veel definities van curriculum te vinden die allemaal net andere accenten leggen. De meest korte definitie van curriculum is ‘plan voor leren’, maar zegt daarmee nog betrekkelijk weinig. Bij SLO hebben we het begrippenkader geactualiseerd en curriculum gedefinieerd als ‘Een curriculum is een samenhangend geheel van plannen en praktijken ten aanzien van visie, doelen, inhouden, toetsing, leeractiviteiten, leeromgeving, groeperingsvorm, leertijd, rol van de leraar, en leermiddelen’. Dit begrippenkader is overigens ook te vinden op de site van SLO.”

Jullie spreken over ‘curriculumbewust handelen’. Wat is curriculumbewust handelen? “Curriculumbewust handelen gaat in de kern over het hebben van overzicht over het curriculum, een soort helikopterblik. Een leraar handelt in een les curriculumbewust wanneer hij bijvoorbeeld de toetsing en leeractiviteiten afstemt op de leerdoelen, of wanneer hij passende leermiddelen kiest bij een leerdoel. Maar je kunt ook als sectie of lerarenteam curriculumbewust handelen wanneer je samen een doorlopende leerlijn ontwikkelt, keuzes maakt in hoe je vaardigheden breed in het curriculum een plek geeft, of afspraken maakt over het werken vanuit leerdoelen. Curriculumbewust handelen kan dus ook betrekking hebben op verschillende leerjaren en vakken. En je zou nog verder kunnen gaan en kunnen stellen dat ook een schoolleider curriculumbewust kan handelen wanneer hij oog houdt voor de wijze waarop de schoolvisie gestalte krijgt in het curriculum of waakt voor een te sturende invloed van toetsen. In de basis zou je van elke leraar mogen verwachten dat hij doelen, leeractiviteiten en toetsing kan afstemmen en zicht heeft op de doorlopende leerlijn. Het is interessant om te verkennen wat leraren zelf vinden over hoe curriculumbewust een leraar moet zijn. Moeten alle leraren bijvoorbeeld taalgericht vakonderwijs kunnen vormgeven en zicht hebben op de doelen van het taalonderwijs? Hoe zit dit in het po en in het vo? Het is aan lerarenteams zelf om hier afspraken over te maken, passend bij de ambities van de school.”

En wat voor rol speelt dat bijvoorbeeld in als het gaat om het vergelijken van verschillende methodes, of het kiezen ervan? “Wanneer je een methode kiest is het van belang dat deze past bij de schoolvisie en visie op het vak- of leergebied. Het opstellen van schooleigen criteria voor een methodekeuze vraagt om een vorm van curriculumbewustzijn, bijvoorbeeld als het gaat over de aansluiting bij de visie, flexibiliteit voor maatwerk, toetsing, inhouden, didactische principes en kwaliteit van leerteksten. Wanneer leraren meer inzicht hebben in het curriculum, dan kan dat bijdragen aan bewustere keuzes voor leermiddelen of inzicht in wat methodes wel en niet te bieden hebben.

En als het gaat om arrangeren: het zelf samenstellen van een leermiddelenmix? “Wanneer je ervoor kiest om de structuur die de methode biedt los te laten, dan vraagt dat om een nieuwe structuur in de vorm van leerlijnen. Deze hoef je als leraren niet helemaal zelf vanaf scratch te ontwikkelen, want SLO heeft concretiseringen bij de kerndoelen waarin de opbouw per vak is weergegeven. Het vraagt echter altijd nog een vertaalslag naar de eigen school. Daarvoor is curriculumbewustzijn nodig maar ook vaardigheid op het gebied van ontwerpen en ontwikkelen. Bijvoorbeeld als het gaat om het beoordelen van leermiddelen op kwaliteit en bruikbaarheid binnen het eigen curriculum en het aanpassen van geselecteerde leermiddelen voor het eigen gebruik.”

Foto Geesjev Slochteren zonder

“Wat ik van leraren vaak hoor over de methodes is dat de methodemakers allerlei aanvullingen opnemen in methodes die juist zorgen voor een gevoel van overladenheid.”


Geesje van Slochteren

Als een methode zegt bewezen effectief te zijn, ben je dan niet gewoon klaar? “Een methode is een – het woord zegt het al – een middel om te leren, niet een doel op zich. Het gaat er niet om, om het boek uit te krijgen voor het einde van het schooljaar, maar om leerlingen te laten leren. Dus een methode kan didactisch goed in elkaar zitten, de landelijke doelen goed dekken en er aantrekkelijk uitzien, leraren dienen kritisch te blijven naar wat methodes aanbieden en ze dienen methodes doelgericht in te zetten. Veel leraren gaan ook flexibel met de methode om en passen deze op onderdelen aan. Vergeet niet dat methodemakers geen rekening kunnen houden met de mogelijkheden die de omgeving van de school biedt als het gaat over contexten voor bijvoorbeeld wereldoriëntatie.”

Waar moet dat ‘curriculumbewustzijn’ in de school zijn belegd? “Je kunt curriculumbewustzijn volgens mij niet ‘beleggen’ bij betrokkenen in de school. Je kunt wel bepaalde kwaliteitseisen aan het schoolcurriculum met elkaar vaststellen en afspreken hoe je dat binnen de school gaat borgen en wie daar eigenaar van is. Bijvoorbeeld als het gaat over een doorlopende leerlijn, vakoverstijgende samenhang of maatwerk voor leerlingen. Het is afhankelijk van de visie en het ambitieniveau van de school wat het aan curriculumbewustzijn van eenieder vraagt. Het is een legitieme vraag om samen af te spreken wat van elke leraar verwacht wordt, of waarvoor bepaalde specialisten nodig zijn om de gesprekken in teams en secties te faciliteren. Hierbij kun je denken aan de taal- en rekencoördinatoren in het po en leraren met curriculumtaken en -rollen in het vo.”

Hoe is het gesteld met het curriculumbewustzijn van methodemakers? “Als het gaat over de opbouw in leerlijnen en de aansluiting bij de landelijke doelen dan zijn de meeste methodes prima op orde. Waar ik minder goed zicht op heb is hoe selectief methodemakers zijn in de keuze van inhouden en hoe ze zorgen voor een voldoende breed curriculum, maar ook voor voldoende diepte in inhouden. Wat ik van leraren vaak hoor over de methodes is dat de methodemakers allerlei aanvullingen opnemen in methodes die juist zorgen voor een gevoel van overladenheid. Het is aan leraren om hier kritisch mee om te gaan, keuzes te maken in de methode en te kijken wat open leermateriaal te bieden heeft.”

Wat moeten docenten of scholen doen die curriculumambities hebben? “Curriculumontwikkeling leer je door te doen en daarbij gebruik te maken van de expertise die er in school al aanwezig is. Dus scholen met curriculumambities zou ik aanraden om gewoon te beginnen en daarbij gebruik te maken van handreikingen die SLO biedt: de curriculumwaaier, leerplan in beeld, vakinzichtkaarten, teamgidsen, handreikingen voor de basisvaardigheden etc. Een behulpzaam middel om het gesprek in het team over curriculum te starten is de teamgids leerplananalyse, daarmee kun je gezamenlijk keuzes maken en tegelijkertijd curriculumbewustzijn versterken.”

Wil je meer weten over curriculum, curriculumontwikkeling en curriculumbewust handelen, kijk dan op: https://www.slo.nl/thema/meer/curriculumontwikkeling/