Toen ik ging puberen en mezelf vol afgrijzen aanstaarde door mijn jampotglazen heen, nam ik het rigoureuze besluit om voortaan zonder bril door het leven door te gaan. Wie had tenslotte besloten dat een mens scherp moest zien? Hangend aan de arm van mijn vriendin fietste ik naar school en in de lange gangen vond ik op de tast mijn lokaal. Gelukkig kwamen snel daarna de eerste lenzen op de markt.

Het verval is gestopt bij ongeveer -9. Met of zonder cilinder, dat is vandaag bij de opticien een beetje de vraag.

Ik word opgehaald door een meisje die eruit ziet als 12 maar dat kan niet, want ze is stagiaire en ik heb opgezocht dat je opticien wordt via een mbo-opleiding niveau 4. Ze heet Jenny en ze vraagt of ik het goed vind dat zij vandaag deze controle doet. Ik heb haast, want het blad moet deze week naar de drukker. Maar ze is in opleiding dus natuurlijk: alles voor het onderwijs. Ik beantwoord gedwee allerlei intakevragen, denkend: dit weten ze allang, hier. Nou ja. Ik maak een paar grapjes, misschien wordt het zo wat gezelliger. Maar het gezicht van Jenny blijft onbewogen.

Over naar de ogentest. “Kunt u de bovenste regel lezen?” vraagt Jenny nadat ze vakkundig de machine - klik klak - heeft ingesteld. Ja, die kan ik nog lezen. Ik noem alle letters op. Daarna wordt het tobben. Wie wil op zo’n afstand nu zulke kleine lettertjes kunnen lezen? Maar voor Jenny doe ik mijn best en duw mijn voorhoofd nog wat steviger tegen het apparaat. “Probeer het toch maar,” hoor ik Jenny zeggen. Kijk, ze moedigt me aan, dat is goed. Ik gok wat. Nu de bolletjes. Die willen maar niet netjes over elkaar heen vallen. Ik maak weer een grapje, maar het blijft stil.

Ik besluit niets meer te doen wat haar uit balans kan brengen. Ik denk dat ze nerveus is. Als ze met een lichtje in mijn oog kijkt, zegt ze: “Kijkt u maar naar mijn linkeroor.” Ik kijk naar haar oor. Er zit een zilveren beertje in.

We zijn klaar. Jenny keert zich van mij af en schrijft haar bevindingen op in het systeem. Het is stil in de kamer en ik denk niet dat Jenny daar verandering in gaat brengen. Dan gaat de deur open, en komt de opticien binnen die haar begeleidt. Hij neemt het over en legt me uit hoe dat zit met een cilinder. Hij tekent wat en ik vraag een paar dingen. Jenny is met haar stoel in de richting van de muur verdwenen en lost langzaam op de in ruimte.

Als ik wegga, geef ik de opticien een hand en groet haar op afstand. Eindelijk glimlacht ze. Ze knikt.

Ik weet eigenlijk niet waarom ik de hele dag aan dit kleine gebeuren moet terugdenken.