Violetta vind een slakje op het blad dat zij krijgt. Violetta zit gebiologeerd naar het slakje te staren dat voorzichtig de voelsprietjes uitsteekt om contact te maken met haar wijsvinger. Zij heeft vriendschap gesloten met een naaktslakje van één centimeter dat zij heeft ontdekt op het blad van een esdoorn, het onderwerp van deze les. Het is spannend, iedereen leeft mee: gaat dit kleine naakte lieve diertje - want zo denkt Violetta nu over dit slakje - in op de toenadering van het meisje? Zij wil hem/haar (slakken zijn hermafrodiet) wel aaien, maar de aaibaarheidsfactor van een naaktslak is 0.0001 op een tiendelige schaal. Geen haar, maar slijm.

Maar kijk, héél voorzichtig gaat Violetta met haar vinger in de richting van de tentakeltjes van het slakje en raakt er een heel zachtjes aan. Het slakje schrikt en trekt het tentakeltje in en Violetta zegt zachtjes iets in het Oekraïens en ik vraag wat zij zegt en zij zegt “ssssssht ….” Ik zwijg en kijk weer mee en nu steekt het slakje nieuwsgierig het tentakeltje uit en het napje aan het einde maakt contact met de huid op vinger van Violetta en vindt dat blijkbaar prettig want het trekt het andere tentakeltje ook bij. Violetta glimlacht. Ik zeg ”You have got a friend ….. “

Wij doen vandaag biologie en ik ben tevreden over de opkomst van mijn Oekraïeneklasje om 9.15 ‘s ochtends. Het is nogal een gedoe om met de bus uit de omstreken op tijd op school in Purmerend te komen. Steeds meer leerlingen hebben echter onderhand een fiets en komen ook op de fiets. Ik heb het roer in deze lessen omgegooid. Ik ben op dit schooltje de enige docent die noch Oekraïens, noch Russisch spreekt en de klas en ik moeten ons dus behelpen met de Engelse taal.


Nu komt het Eureka-moment: ik bedenk dat ik elke leerling een blanco boekje ga geven om het eigen biologieboek te maken.

Dat gaat niet altijd vanzelf en het vraagt ook nogal wat van de motivatie en het geduld van de docent en de leerlingen. Die leerlingen zijn echt schattig. Zij zwaaien naar mij op straat en in de supermarkt, ik deel vandaag in de feestvreugde van Fedir want die is jarig en trakteert mij op een snicker. Maar de taal is nog steeds een probleem. Ik nam even een time out tot na de herfstvakantie om te bedenken wat de beste aanpak zou kunnen zijn.

Tijdens een bezoek aan de kantoorboekhandel gaat bij mij het licht aan, als ik puur voor het genot de Moleskin aantekeningenboekjes sta te betasten. Ik kán het niet laten, om even zo’n lekker boekje te pakken en alleen maar door te bladeren, puur voor het gevoel, want ik heb thuis al een kast vol Moleskinboekjes: voor aantekeningen, muziek, tekenwerk, een jaarboekje… Je kunt het zo gek niet verzinnen of ik heb er zo’n boekje voor.

Nu komt het Eureka-moment: ik bedenk dat ik elke leerling een blanco boekje ga geven om het eigen biologieboek te maken. Geen dure Moleskinboekjes, maar van die gebonden ‘Dummies’ van de Action van 1.99 euro. Weg met de stencils en de Leitz Mapjes en het voorgebakken programma. We nemen elke les een actuele biologievraag en daar hebben we het met handen en voeten over en daarna zoeken zij zelf meer informatie op hun telefoon en dat schrijven zij in hun boek. Mag ook in de moedertaal.

Zo komt het dat we vandaag beginnen met de vraag: ‘Waardoor zijn bladeren groen en worden ze geel in de herfst?’ En daar geschiedt het kleine didactische wonder: met deze startvragen ontvouwt zich als vanzelf het programma van deze en de volgende lessen. Het bestaan van bladgroenkorrels en fotosynthese. Het belang van koolstofdioxide voor de plant en voor de mens, ook gelet op klimaatverandering. Waarom verliezen die bomen eigenlijk hun blad, wat een verkwisting! Maar oh zo zuinig op bladgroen, want dat bevat het schaarse element magnesium. Ja, kijk maar en teken zo’n blad waar je het groen voor je ogen weg ziet trekken via de nerven.

De Oekraïense leerlingen hebben bij mij een didactische paradigma-shift veroorzaakt. Maak je eigen bioboek en ga uit van de vragen uit het dagelijks leven. Bijvoorbeeld. ‘Waardoor ben ik, biologisch gezien, een jongen. Of een meisje?’, ‘Hoe werkt een Coronavaccin?’, ‘Waardoor ontstaat suikerziekte?’ Zo komen we de tijd wel door, ondanks het taalverschil.