Op feesten en partijen word ik regelmatig bevraagd over mijn werk als docent. ‘Is het niet moeilijk, dertig pubers, al die werkdruk en vergaderingen, hoe houd je het vol? En hoe begin je nou een lastig gesprek met ouders?’ Op deze laatste vraag krijg ik dan de lachers op mijn hand door te verklappen dat ik zo’n gesprek altijd open met de zin: ‘Trek ’s aan m’n vinger’, terwijl ik ‘m uitsteek. Hilarisch. Het is eigenlijk te flauw voor woorden, maar na wat alcoholische versnaperingen ziet iedereen het tafereel levendig voor zich: ouders die zich geen raad weten met de situatie, een docent die iets heel onvoorspelbaars doet. Het zou zo maar een aflevering kunnen worden van ‘Heel Holland lacht’.

Toch is de bottom line hier dat het kan werken, hoe absurd ook, ik heb het onlangs zelf ervaren. Ik had namelijk een lastig gesprek dat uiteindelijk prima verlopen is. Weliswaar begon ik niet met 'trek 's aan m'n vinger', maar wel met een soortgelijke verrassende openingszin.

Gizem uit 4A had al weken mijn les verstoord door onophoudelijk overal doorheen te praten. Ze was nogal gezet en dus behept met een aardige klankkast waardoor haar stem een behoorlijk volume kreeg. Maar het allerergste was dat zij zich op geen enkele wijze liet corrigeren. Alle toegepaste methodieken hadden jammerlijk gefaald. En op een lange werkdag, na vele weken ergeren was ik het ineens spuugzat. Wanhopig en tot het uiterste getergd riep ik tenslotte: ‘Hou nou ’s je grote pieppieppiep, vervelende ****!!' Waarop zij haar verbijstering uitte met een hartgrondig 'OoHoHHHHHH, dat mag u niet zeggen!' Waarop ik reageerde met 'Laten we het vooral ‘s hebben over wat hier wel of niet mag. Dan heb ik nog wel een lijstje. Bovendien, ik was nog aardig, want ik heb niet gezegd dat je een veel te dikke **** bent.'

Oh mijn God, wat ging ik hier over de schreef.

Oh mijn God, wat ging ik hier over de schreef. Ik was helemaal op dreef en stond stijf van de adrenaline en hoe de les verder verlopen is, weet ik eigenlijk niet meer zo goed. Natuurlijk zaten de volgende dag Gizem en haar moeder furieus aan mijn bureau. Ik had haar dochter beledigd en dit was onacceptabel. Ik was erop voorbereid. Na een slechte nacht vol doemscenario’s tot en met ontslag toe, besloot ik dat ik vooral eerlijk moest zijn en juist dit bleek de verrassing te zijn.

Vol berouw bood ik mijn excuses aan en vertelde dat ik geschrokken was van mijn eigen reactie, dat ik er heel erg mee zat en slecht geslapen had. Onprofessioneel en zeker niet opbouwend. Maar…dat ik in al die jaren voor de klas nog nooit zoiets had meegemaakt. Dat ik nog niet eerder zó op een leerling gereageerd had en dat Gizem blijkbaar in staat was het slechtste in mij los te maken. En ja, ik ben ook maar een mens en de dag was lang.

Toen werd ik getuige van een klein wonder. Gizem’s moeder ontdooide en begon mij zelfs als bruikbare bondgenoot te zien. Samenzweerderig boog ze naar me over en op fluistertoon liet ze weten dat het voor haar heel herkenbaar was. Gizem was thuis ook onhandelbaar. Moeder wist zo langzamerhand niet meer wat ze moest doen. Gizem vervolgens reageerde woedend op dit hoogverraad, maar moeder voelde zich gesteund door mij. Samen konden we Gizem wel hebben en die zat uiteindelijk hartstikke klem. Om nu een lang verhaal kort te maken: we eindigden met keiharde afspraken waar Gizem zich aan diende te houden. En met succes tot nu toe. Hopelijk wordt het een ‘eind goed al goed’.

Maar het hele gebeuren heeft me wel aan het denken gezet. Al die cursussen van de afgelopen jaren. Hoe geef je feedback, luisteren, samenvatten, doorvragen, dus/en/of-vragen, de blote billen strategie om er maar eens een paar te noemen. Als je de gesprekstechnieken die hier worden aangeboden doorziet, worden ze saai en voorspelbaar. Bovendien kent iederéén ze nu inmiddels wel. Ouders werken ook. Daarom denk ik dat we misschien eens wat vaker de ‘trek ’s aan m’n vinger’- strategie moeten inzetten. Kom maar bij mij voor een workshop.