De eerste pauze is net geweest en ik sta in de medewerkerskamer met de schoolleiding te kijken naar het dakterras. Daar zit een kauwtje een beetje bibberig in de motregen. Hij is net met een doffe klap tegen een raam gevlogen en nu is ie een beetje suf. Twee soortgenoten zijn al langs gevlogen om hulp te bieden. Want zo zijn kauwtjes: heel sociaal en net zo intelligent als dolfijnen. Deze echter niet, want die is in volle vaart tegen een raam aangevlogen. Tamelijk dom voor een kauwtje.

De schoolleiders vinden het niet dom maar zielig, want het is een puberkauwtje en pubers kunnen op deze school op veel begrip rekenen. Die noemen we nooit dom, maar proberen we altijd weer de lucht in te krijgen. Ook een kauwtjes-puber.

De schoolleiders schieten in hun kernkwaliteit.

Koos rent naar zijn kamer om een schroevendraaier te halen, want het raam naar het dakterras zit geborgd met een dranger met van die onmogelijke torc-schroefjes, maatje 8. Je kunt volgens mij in de wijde omgeving van deze school geen passende schroevendraaier vinden, maar Koos is binnen één minuut terug met een torc-schroevendraaier maat 8. Hij heeft dat soort gereedschap blijkbaar op zijn kamer.

Els kan heel goed ‘delegeren’ en roept dat de bioloog in het gezelschap het dak op moet om de kauw te vangen. Ik dacht het niet. Ik weet precies hoe dat gaat. Ik ga het dak op, vang de vogel en daarna is ie van mij en ben ik verantwoordelijk voor het in leven houden en het herstel van de kauw. Die vogel gaat smachtend kijken, de schoolleiders gaan weer ‘aan het werk’ en ik zit er mooi mee. Nog een misverstand: biologen zijn geen vogelredders. Die vinden dat de natuur zijn loop moet hebben. Dat betekent dat ik hier geïnteresseerd ga staan wachten en kijken hoe zich een havik op deze domme, suffe kauw werpt als secundaire consument in de voedselketen.

Nog een misverstand: biologen zijn geen vogelredders.

Peter, de directeur, neemt de eindverantwoordelijkheid en klimt uit het raam, dat inmiddels door Koos is losgeschroefd, om het kauwtje te gaan vangen. Van dit tafereel worden wij allemaal vrolijk. Peter rent achter het kauwtje aan en soms hipt het kauwtje achter Peter aan en zo draaien zij hun rondjes, terwijl wij Peter staan aan te moedigen. Laat ik wel even stellen: in de 38 jaar dat ik hier werk heb ik heel wat schoolleiders voorbij zien komen, maar nog nooit, echt nooit, klom er een uit het raam om op een glibberig nat dak een kauwtje te gaan redden. Het Da Vinci College, ‘de school waar je gezien wordt’. Ook manke vogels.

Het kauwtje vliegt nog een keer tegen het raam en is nu echt de kluts kwijt. De bioloog stapt toch maar uit het raam om het op te rapen. We gaan allemaal weer naar binnen en zijn blij en opgelucht met onze teamprestatie. Collega Rob merkt nog op dat hij blij is dat het diertje gevangen is, want er werden tijdens de koffiepauze te veel grappen over gemaakt. ‘Misschien moeten we deze kauw maar ‘herkauwen’ zegt hij, waar de kauw bij zit (want die heb ik nog steeds vast, nou ja…).

Ik breng het kauwtje naar buiten en zet het in de bosjes achter op het schoolplein. Ik ben een beetje bang dat ik een smakelijke maaltijd uitserveer voor een van de dikke katers die daar ergens een hangplek hebben. Maar ja, zo is de natuur. •