Ligt het allemaal wel zover uit elkaar? Als ik zie wat er in scholen gebeurt, dan is de werkelijkheid toch veel genuanceerder. Docenten dagen in kennislessen hun leerlingen uit tot het stellen van vragen en tot zelf nadenken over de aangeboden theorie. Coaching is niet zozeer gericht op β€˜zoek-het-maar-zelf-uit-onderwijs, maar gaat veel meer over de begeleiding van leerlingen in hun sociale context met als doel een diploma te halen.

Waarom dan die polarisatie in het landelijke debat? Zou dat te maken hebben met onzekerheid in het menselijk bestaan, over het hier en nu, over het daar en later? Crises, toenemende kansenongelijkheid, onzekerheid over banen in de toekomst, lerarentekort, toenemende digitalisering, generatie Z, zijn we niet allemaal op zoek naar een antwoord op deze ontwikkelingen? En verdedigen we dan met verve dat wat ons bekend is en waar we heilig in geloven. We poneren een mening in plaats van een vraag te stellen.

Hoe zouden we die polarisatie kunnen beslechten? Dat dat noodzakelijk is, lijkt me evident. De publieke discussies leiden immers af van waar het echt om gaat, namelijk aandacht voor de leerling zelf. Daarvoor moeten we op zoek naar het verbindende element tussen de polariserende posities. Een uitstapje naar de zorgsector laat zien dat dat er wel degelijk is. Immers, de strakke inspectie op de kwaliteit van zorg met al zijn discussies heeft zich de afgelopen tijd ontwikkeld richting een focus op de kwaliteit van leven. Naar analogie van de zorgsector ligt het voor de hand de verbinding te zoeken, niet in de kwaliteit van onderwijs, maar in de kwaliteit van leren.

U jan22 gastcolumn Emmeken portret

β€œDe publieke discussies leiden immers af van waar het echt om gaat, namelijk aandacht voor de leerling zelf.”


Emmeken van der Heijden

Wanneer we kwaliteit van leren centraal stellen, is de vraag niet of de smartphone in de klas verboden moet worden of niet. De vraag is dan: wanneer draagt de smartphone bij aan leergedrag en wanneer niet. Hetzelfde geldt voor toetsing: wanneer toetsen voor een cijfer bijdragen aan het leren van leerlingen moeten we dat vooral doen. Maar de kwaliteit van leren gaat achteruit wanneer we het daarbij laten. Met andere woorden, het gaat niet om of of. Het gaat erom in te zien welke situatie en welke context een onderwijskundige interventie noodzakelijk maken om leren verder te stimuleren.

De ontwikkeling van onze kinderen vraagt niet om polarisatie tussen onderwijskundige stromingen, maar vergt contextgebonden keuzes door onderwijsprofessionals. Professionals die kijken naar wat het kind nodig heeft en dat vervolgens aanreiken. De klas centraal? Af en toe wel en af en toe ook niet. Focus op taal en rekenen alleen? Soms wel en soms juist niet. Het onderwijs vraagt om subtiliteit en nuance. Kwaliteit van leren als de bedoeling van het funderend onderwijs. Waarom dan ook niet het Ministerie van Onderwijs van naam laten veranderen in het Ministerie van Leren. Zo is immers direct duidelijk waar het allemaal om zou moeten gaan.