Het laatste boek dat bij mij in de badkamer op de deksel van de prullenbak lag (naast de wc) was Lena Lijstje. Omstreeks die tijd – dat moet zo’n 10 jaar geleden zijn – bleef het intensieve lezen van mijn dochter hangen als de naald in een kras op een grammofoonplaat. Bij Lena Lijstje. Steeds opnieuw Lena Lijstje. ‘Lees je dat boek nu alweer’, mompelde ik wel eens geërgerd. ‘Wat maakt dat nu uit? Ik vind dat fijn’, was steevast haar antwoord. Ik dacht aan al die uren die ik als kind met een boek had doorgebracht. Ik heb alle Arendsogen gelezen, alle Pitty’s en Olijke Tweelingen, alle Thea Beckmans, alle Terlouws en alle Agatha Christies. Lena Lijstje. Mijn zoon kwam iets verder, die heeft Brief voor de Koning en Triomf van de verschroeide aarde nog wel gehaald. Maar daarna droogde ook bij hem de leesbehoefte op. Wat was hier verkeerd gegaan? Ik heb eindeloos voorgelezen, ook toen ze allang zelf konden lezen. Hun vader verzon verhalen voor het slapen gaan. Ze waren lid van de bieb – natuurlijk – maar vaak ook kochten we de boeken zelf. Gewoon, omdat boeken een mooi bezit zijn. Het heeft niet kunnen verhinderen dat mijn kinderen geen lezers zijn, op de manier zoals wij dat graag zien: met een boek op de bank hangen en niet horen wat er om je heen wordt gezegd. Ik ben zelf overigens lid van een leesclubje van dames die het leven soms serieus nemen. Daaruit ben ik wel bijkans geroyeerd omdat het me niet lukt om dat ene boek van 350 pagina’s per kwartaal te verwerken. Te druk met andere zaken, te vermoeid als ik eenmaal in bed lig. Ik zie parallellen.

Dit nummer gaat over lezen. Want alle bierkaaien ten spijt, we hebben allemaal het gevoel dat we iets moeten doen aan de ontlezing, die jaar op jaar wordt vastgesteld. We hebben het gevoel dat er iets wezenlijks verloren gaat, als lezen wordt ingewisseld voor gamen of filmpjes kijken. Niet alleen het verlies van een vaardigheid, die nog altijd essentieel is om kansrijk mee te komen in onze samenleving. Maar ook het verlies van poorten naar werelden waar je fantasie, je zelfreflectie en empathie worden geprikkeld. Is die angst terecht? Ik durf er geen antwoord op te geven, ik weet het eenvoudigweg niet. Misschien is het een zorg van alle tijden en is er altijd inspanning nodig geweest om het lezen als vaste waarde in onze samenleving te behouden. En misschien gaan we inderdaad een wereld tegemoet waarin verhalen blijven maar het medium wijzigt. Er zit iets onvermijdelijks in de gang der dingen, waarvan zowel de ontlezing als de strijd tegen de ontlezing deel uitmaken. Het antwoord zal enkel in retrospectief gegeven kunnen worden.

Stichting Lezen, mijn steun en toeverlaat bij de totstandkoming van dit nummer, heeft zich in de 30 jaar van hun bestaan een stevige positie verworven en bindt onvermoeibaar en met creativiteit de strijd aan tegen de ontlezing. Hun overtuiging is dat lezen onmisbaar is en blijft, ten behoeve van allerlei doelen, en dat leesbevordering echt effect heeft. Zij ondersteunen dat met een groeiend corpus aan wetenschappelijke inzichten. Scholen kunnen gebruik maken van een breed aanbod van diensten en projecten en doen dat ook.

Op de komende pagina’s treft u een verzameling artikelen die gaan over lezen, over nut en noodzaak, over nieuwe manieren en enthousiaste scholen en leraren. Én leerlingen, die op de eerste plaats.

Ik heb de Lena Lijstjes wel allemaal bewaard, in de muurkasten op de oude kinderkamers. Voor mijn kleinkinderen.

We wensen je veel leesplezier!