Waarschijnlijk heeft die ontwikkeling ook te maken met mijn verhuizing van de Randstad naar een meer agrarische omgeving, ook wel de ‘provincie’ genoemd. En daar hoort een aantal connotaties bij: niet ‘hip’, ‘boertjes’, plat praten. Te gemakkelijke generalisaties uiteraard, maar er zit wel een wat ongemakkelijke waarheid achter. Mijn school uit de Randstad kent een aantal prominente oud-leerlingen die een cruciale rol spelen in de samenleving van nu. Hoewel het in mijn huidige regio ook barst van de talenten, hoor je toch niet veel van hen terug. En als er dan mensen met talent naar de top willen doorstoten, dan studeren, wonen en werken ze ook in de Randstad, over het algemeen. Ook Paul Jungbluth1 heeft hier onderzoek naar gedaan in de regio Zuid-Limburg.

Gelijke kansen bieden

Iedereen gelijke kansen bieden, niks mis mee toch? Zeker niet, maar dit loffelijk streven pakt verkeerd uit, zo betoogt Vuyk2 in zijn boek ‘Oude en nieuwe ongelijkheid, over het failliet van het verheffingsideaal’, waarvoor hij de Socrates Wisselbeker voor het meest urgente, oorspronkelijke en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek van 2017 ontving. Vuyk constateert dat het verheffingsideaal van iedereen gelijke kansen in het onderwijs bieden zelfs leidt tot een kloof, omdat mensen uit de diverse milieus elkaar niet meer ontmoeten en begrijpen en volgens hem ligt daar ligt een belangrijke oorzaak voor de opkomst van het populisme.

Bildung, persoonlijke vorming, burgerschapsvorming, beroepsvorming, kansengelijkheid. De opdrachten voor het onderwijs buitelen over elkaar heen. ‘It takes a village to raise a child’, is een citaat waar ik eigenlijk het meest op vertrouw. Laat ik daarom, vanuit mijn praktische lespraktijk, gaan schrijven over Tristan3, een oud-leerling van me van wie ik mentor werd en die ik mocht begeleiden tot en met zijn eindexamen in 2016.

Tristan

Tristan vertelde me dat hij vaak wakker had gelegen vanwege het piekeren over zijn studiekeuze. Hij kon thuis als beste leren en net zoals zijn vader dat had gedaan, vond hij dat hij verantwoordelijk was voor het toekomstige welzijn van zijn drie zusjes en broertje. Hij kwam op Gymnasium Bernrode terecht, omdat zijn voetbaltrainer eens een keer opmerkte dat die school hem wat extra’s te bieden had. Daarom deed hij mee aan een meeloopdag en een snuffelstage als leerling uit groep 8. Hij koos voor Bernrode!

Het was de voetbaltrainer die de perfecte opening maakte toen Tristan niet naar ons gymnasium wilde, omdat dat 13 kilometer fietsen betekende.

Op school volgde hij de extra cursus ondernemen en sloot die af met een mooie presentatie voor ondernemerspubliek over zijn fictieve bedrijfje. Een paar maanden later bedacht hij – nog steeds als middelbareschoolleerling - het echte bedrijf, dat nog steeds bestaat. Hij deed een hbo-deeltijdstudie ICT en studeert inmiddels economie in Rotterdam, informatica in Leiden en volgt een deeltijdopleiding filosofie in Amsterdam uit interesse. ‘Daar had jij als mentor me wel eens over verteld; dat jij daar veel aan hebt gehad voor jouw werk en leven’. Daarnaast is hij als jongste lid van de ledenraad bij een bank die zijn deeltijdstudie filosofie met een beurs ondersteunt. Onlangs stond hij in de top 500 als een van de meest talentvolle Nederlanders onder de 25. We kunnen wel stellen dat Tristan is gearriveerd in zijn ‘bubbel van gelijkgestemden’. 4

Draaien aan knoppen?

Samen met Tristan ben ik voor dit artikel op zoek gegaan naar de rol die zijn omgeving, de school, zijn leraren en mentoren, de universiteiten en zijn familie hebben gespeeld. Het was de voetbaltrainer die de perfecte opening maakte toen Tristan niet naar ons gymnasium wilde, omdat dat 13 kilometer fietsen betekende. En het was de school die extra’s bood, buiten de normale lessen, die –zoals Tristan dat noemt – een belangrijke stimulerende factor bleek. De steun van docenten schat hij wisselend in. ‘Bij sommigen kreeg je meteen hulp als je een mailtje stuurde, anderen gaven tips en extra bijles en dat was fantastisch! Maar docenten moeten echt de tijd nemen om met leerlingen te praten, want een twaalfjarige durft niet zomaar op een leraar af te stappen. Wees daarom proactief.’ Het is zijn tip voor onderwijsgevenden.

Van alle vaardigheden die Tristan op school heeft geleerd, vindt hij het leren plannen voor hem de belangrijkste. ‘De school liet ons veel werk doen. Maar in de tweede klas had ik zeven tekorten, omdat ik als een kip zonder kop aan de slag ging. Ik heb toen geleerd een planning te maken en me daaraan te houden. Door een opmerking van jou, als mentor van klas 5, ben ik het woord prioriteren gaan googelen. Ik wilde leren om vooruit te kijken. Toch trapte ik in mijn eigen val als eerstejaars toen ik een kleine klant ’s avonds hielp, maar daardoor zakte voor een klein tentamen van twee studiepunten. Daarna bedacht ik: ‘Beter 5 minuten teleurstelling voor die kleine klant, dan nu iets doen wat over vijf jaar niet meer uitmaakt.’ Ook het feit dat Gymnasium Bernrode aandacht besteedt aan het maken van stappenplannen bij een profielwerkstuk kwam Tristan goed van pas. ‘Het lijkt zo eenvoudig, maar als jongere overzie je niet hoe je een presentatie houdt of een werkstuk schrijft.’

Karakter

De schrijver Bordewijk gaf aan zijn roman ‘Karakter’, over de eenvoudige Rotterdamse jongen die het schopt tot advocaat, het volgende motto van Coleridge mee: ‘A sadder and a wiser man, he rose the morrow morn.’ ('Als een droever en wijzer man stond hij de volgende morgen op.'[red.]). De advocaat realiseert zich dat hij meer aan zijn carrière heeft gedacht, dan aan zijn sociale leven. Als ik Tristan aarzelend vraag of hij ook wat over zijn huidige privéleven wil vertellen, lacht hij. ‘Van mijn vader heb ik echt geleerd ook te reflecteren. Hij maakte me vaak opmerkzaam: ‘Nu doe je het weer.’ En verder? Ik heb al vijftien jaar dezelfde vrienden, ben daarom ook geen lid van een studentenvereniging. Ik probeer mijn studie en werk te combineren. Ondernemen is echt leuk, en succes is voor mij geluk. Met mijn vriendin woon ik samen in Leiden en ik vind dat ik goed in het leven sta.’

Het bewust prioriteren van acties en activiteiten noemt Tristan als een van de belangrijke vaardigheden die hem gelukservaringen in het leven geven. Pas onlangs, gedurende het samenstellen van deze editie, hoorde Tristan dat hij belast is met een erfelijke hartziekte waarvoor nog geen medicatie bestaat. Tristan is blij met de keuzes die hij heeft gemaakt. ‘Al zou ik niet oud worden, dan heb ik toch steeds de dingen gedaan die ik leuk vond en die me voldoening gaven.’

Less is more

Als docent in het vo heb ik van dit gesprek geleerd dat leerlingen kansen bieden geen vast format kent. Ik heb eigenlijk nooit geweten dat een mentor voor Tristan zo belangrijk was. Wel viel me op dat hij regelmatig gesprekken wilde en adviezen vroeg. Die gaf ik hem uit mijn hart en ik probeerde daar tijd voor te maken. Ook probeer ik altijd uit mijn ervaringen te putten, zonder die als norm te stellen. De toverwoorden voor elke leerling lijken wel ‘reflectie’ en ‘aandacht’. Het lijkt simpel, maar in mijn leven heb ik ook geleerd: ‘Less is more'.

1 Zie https://www.jungbluth.nl , geraadpleegd op 10 juli 2018, voor onderzoeken op het gebied van kansen in Zuid-Limburg

2 Interview met Kees Vuyk in VO magazine juni 2018

3 Tristan heeft toestemming gegeven voor publicatie van dit interview onder zijn echte naam.

4 Citaat uit ‘De staat van het onderwijs’