Deze twee zinnen besloegen zo ongeveer de kennismaking met een leerling uit mijn 3 mavoklas aan het begin van het schooljaar. Ik reageerde niet echt, maar dacht toen gelijk wel: ‘Hm, deze dame zal toch in ieder geval een paar boeken moeten gaan lezen voor haar examen.’ Ik probeerde alvast een paar manieren te bedenken hoe ik haar vlot met plezier aan het lezen zou krijgen, maar kwam er zo snel toch niet uit. Wat is nou echt leesplezier anno 2018 en hoeveel ruimte geef je leerlingen voor hun eigen keuzes?

Het eerste boek dat ze las, was het enige kinderboek dat ze nog thuis had liggen. ‘Dit is het enige boek dat ik heb en dat ga ik dan maar lezen.’ Waarschijnlijk had ze het toch al eerder gelezen, maar ik liet haar haar gang gaan. Ze maakte een prima boekverslag en de eerste horde hadden we samen genomen. Toen de rest van de klas hun volgende boek uitzocht en vrolijk verder ging met lezen, was het enige wat ik van haar hoorde haar anti-lezen mantra.

De tijd begon te dringen en om een beetje inspiratie op te doen, begon ik op zoek te gaan naar een geschikt boek in mijn 2 vwo-klas. Daar lezen eigenlijk best alle leerlingen met plezier (of ze kunnen het nu al heel goed faken). Ze lezen daar van alles: Harry Potter, Mel Wallis de Vries en Carry Slee, maar ook Saskia Noort, allerlei fijne vertaalde boeken van onder andere John Green en een verdwaalde Da Vinci Code. Ja, alle 457 bladzijden lang.

Vaak mogen leerlingen in de onderbouw nog kiezen wat ze lezen en dat geeft een heleboel leesplezier.

In die klas vond ik niet echt iets passends. Toen langs mijn 4 havoklas. Hun boekenlijst ziet er zo ongeveer uit als mijn eigen boekenlijst. Uit 1988. Oké, er staan ook wat andere boeken op (Philip Huff, Japin, Griet op de Beeck, Bouzamour, Lubach e.a.), maar toen ik vorig schooljaar bij mondelinge examens van 5 vwo mocht zitten was ik blij dat ik al die boeken nog zelf gelezen had en er dus af en toe een voorzichtige vraag over kon stellen. Hun leeslijst is dus helemaal dichtgetimmerd en van ruimte is er geen sprake meer.

Daar komt dus de aap uit de mouw. Deze docent leest zelf echt nooit meer een boek. En als ik een boek lees, is het een Engels of Amerikaans boek. Op vakantie, als ik echt niets anders meer te doen heb, omdat ik de ruimte heb genomen iets anders te kiezen dan Nederlandstalige boeken. De afgelopen vakantie las ik een stapel boeken die ik niet meer herkende van de boekenlijst van mijn 4 havoklas en werd daar best heel vrolijk van, maar ook ik voelde me wel een beetje beperkt in mijn leesruimte.

Dat zijn ook niet de boeken die ik mijn antileesdame kan laten lezen zonder dat ze het gelijk weer weglegt en ik haar de kans op plezier in lezen ontneem.

Gelukkig werd ik rond Kerst gered door een engel van boven, met de naam Rico Verhoeven. Zijn boek is het enige boek dat ze nog ooit in haar leven gaat lezen. En dat doet ze nu al weken. Met moeite en met heel veel ruimte van mij, maar wel met plezier.