Kun je de lezer helpen bij het vormen van een beeld van de moeilijkheden die dove leerlingen tegenkomen?

‘Laat ik beginnen met benadrukken dat ieder doof kind anders is. Ik zal twee heel verschillende leerlingen voor het voetlicht halen: Een jongen van 13 is echt doof. Zijn bereik – met gehoorapparaten – is in volkomen stilte 70%, maar in een normale klassituatie slechts vangt hij slechts 15% op. Hij heeft moeite om vloeiend Nederlands te praten en als hij schrijft, is zijn zinsbouw gebrekkig. Hij wil graag in zijn taalgebruik gecorrigeerd worden, want zijn doel is om op zijn eindexamen alles in goede Nederlandse zinnen te kunnen schrijven. Een ander...

Benieuwd naar de rest van het artikel?

Word nu abonnee en krijg onbeperkt toegang tot alle artikelen op van12tot18.nl, inclusief persoonlijk profiel om artikelen makkelijk te selecteren, delen en bewaren.