Ik hoor om mij heen veel gezucht en geklaag. Dat leerlingen niet willen lezen. Dat ze het ook niet meer kunnen. Te veel afleiding door smartphones, games en sociale media. ‘Waar moet het toch heen?’, zeggen de volwassenen die zelf ook aan hun smartphone geplakt zitten. In het rapport Leesbevordering in het vmbo: een stand van zaken (Stichting Lezen, 2018) 2 komt aan de orde
wat vmbo-docenten Nederlands aan leesbevordering doen. Leesbevordering wordt daarbij omschreven als
‘het organiseren van activiteiten die als doel hebben om het lezen van boeken voor het plezier onder
leerlingen te stimuleren, zoals het ter beschikking stellen van een collectie leesboeken of vrij lezen tijdens
de les’. We presenteren u enkele cijfers, vergezeld van een aantal opmerkingen.

Leesbevordering

Maar liefst 99% van de ondervraagde docenten besteedt in lessen aandacht aan leesbevordering.
Daarnaast geven docenten aan dat zij vooral tijd inruimen voor vrij lezen (67% doet dat minstens een keer
per week), voorlezen en het geven van boek-
adviezen (respectievelijk 28% en 26% doet dat minstens eenmaal per week). Veel docenten besteden
minstens een keer per kwartaal aandacht aan boekverwerkingsopdrachten. Hieronder wordt verstaan
boekgesprekken houden (78%), creatieve verwerkingsopdrachten uitvoeren (88%) en boekverslagen laten
maken (75%).
Met die boekverslagen overigens worden papieren uittreksels bedoeld, zoals je die je overal op internet
kunt vinden. Een werkvorm die niet zoveel toevoegt, wat ons betreft. Elke leerling kan zo’n verslag van
internet halen, het gaat hier nauwelijks om de leesbeleving, de opdracht vergroot de betrokkenheid van de
leerling niet.

Bibliotheek

Docenten ondernemen ook andere activiteiten in het kader van leesbevordering, zoals een bezoek aan de
mediatheek/schoolbibliotheek (21% doet dat minimaal een keer per kwartaal). 28% brengt minstens
eenmaal per jaar een bezoek aan de plaatselijke bibliotheek. Helaas doet 68% dat overigens nooit. Een
gemiste kans, want voor een groot deel van de leerlingen biedt een bibliotheek de geletterde omgeving die
thuis ontbreekt. Een uitgelezen kans om de leesbevordering te vergroten is het uitnodigen van een auteur.
42% van de docenten benut deze mogelijkheid.

Leesmotivatie

Uit onderzoek weten we dat investeren in leesmotivatie werkt (Van Steensel, 2016) 3 . Meedoen aan
(landelijke) leesbevorderingsacties loont dus de moeite. Toch doet minder dan de helft van de
ondervraagde docenten mee aan leesbevorderingscampagnes. De meest bekende campagne is de Jonge
Jury (bij 90% van de docenten bekend). Toch doet maar 32% daadwerkelijk mee. Leescampagnes en -
activiteiten die zich specifiek op vmbo-leerlingen richten, zoals De Weddenschap en Leeskracht, worden
relatief weinig ingezet door docenten.

We hebben boekverslagen losgelaten. We willen dat ze lezen, niet dat ze verslagen maken

Keuzes maken

Ondanks de uitkomsten van onderzoeken over het belang van lezen en het gegeven dat het investeren in
leesmotivatie werkt, blijken er dus nog ruimschoots onbenutte kansen te liggen in het vmbo. Er wordt nog
veel NIET gedaan. Bekend is ook dat de leesmotivatie afneemt als het vrijwillige lezen overgaat in verplicht lezen. Als kinderen ouder worden, moeten ze steeds vaker een boek lezen voor school, een presentatie
geven over een boek of een boekverslag schrijven. Ze mogen minder vaak een zelf uitgezocht boek lezen
op school (Huysmans, 2013 4 ). Voor 13- tot 17-jarigen is lezen dan ook een minder grote hobby dan voor 7-
tot 12-jarigen. Ze noemen het vaker saai en beschouwen het als een verplichte activiteit (Leesmonitor.nu).
Des te meer reden vrij lezen in te voeren en het boekverslag af te schaffen.
‘We hebben boekverslagen losgelaten. We willen dat ze lezen, niet dat ze verslagen maken’. ’Ik krijg ze
gemotiveerd om te lezen. Dat komt door het uur vrij lezen en ik heb een boekenkast in de klas. Het feit dat
ze er niets mee hoeven te doen, het wordt niet getoetst, vinden ze heerlijk.’
Aldus docenten in het rapport Leesbevordering in het vmbo: een stand van zaken (Stichting Lezen, 2018).

Tips en alternatieve boekverwerkingsvormen

Om ervoor te zorgen dat de leerlingen gaan en/of blijven lezen, gemotiveerd raken en het leesplezier niet
afneemt, zijn hier enkele laagdrempelige en eenvoudig te implementeren tips en boekverwerkingsvormen.

• Haal korte verhalen de klas binnen. Gun leerlingen de succes-
ervaring van een heel verhaal. Er verschijnen gelukkig steeds meer korte verhalen voor jongeren. PLOT26
draagt hieraan bij. Er worden jaarlijks verhalen gratis beschikbaar gesteld.
• Gebruik recente boeken. Er verschijnt zoveel moois, voor ieder wat wils. Op www.leesplein.nl,
www.jongejury.nl en op de nog te verschijnen site www.lezeninhetvmbo.nl kun je gerichte tips vinden.
• Sluit aan bij de belevingswereld van leerlingen. Zorg voor herkenning. Dit geldt voor zowel het
boekenaanbod als de opdrachten.
• Vrij lezen. Dit betekent dat de leerling kiest wat hij/zij wil lezen. Alles mag, dus ook de krant, tijdschriften,
stripboeken, poëzie, graphic novels, non-fictie en kookboeken.
• Zorg voor boeken in de klas. Dit kan digitaal en fysiek. Als er geen eigen schoolbibliotheek/mediatheek is,
kan de bibliotheek hierbij helpen. Speeddaten met boeken is een mooie manier om in een korte tijd in
aanraking te komen met veel titels. Elk groepje krijgt een stapel boeken, drie minuten om kennis te maken
met de boeken en als groepje één boek te tippen aan de rest van de klas. Dit herhaalt zich een aantal keer.
Uiteindelijk heeft elke leerling minimaal drie titels opgeschreven van boeken die hij/zij wil lezen. De tiplijst
die ontstaat heeft een enorme impact.
• Sluit sociale media niet buiten. Laat de leerling zich bijvoorbeeld in de auteur verdiepen. Zo veel
schrijvers hebben een Instagramaccount en staan open voor contact. Leerlingen kunnen foto’s posten op
hun eigen account over hun gelezen boek. Leerlingen kunnen elkaar dan volgen en reageren.
• Wil je een opdracht? Belevingsopdrachten bereiken meer dan het toetsen van begrippen. Het
Boekendagboek van uitgeverij Blossom Books is een mooi voorbeeld van een eerste stap hierin. Dit boek
kan door leerlingen individueel ingevuld worden, een schoolcarrière lang, en zo zicht geven op de
leesgroei, of ingevuld worden door een klas en zo tevens als leestips gelden.
• Wil je toetsen? Vraag je dan eens af waarom en wat je wilt toetsen. Zodra toetsen leesplezier en
–beleving in de weg staat, gaat er iets mis. Lezen biedt een verbinding tussen vaardigheden en inhouden,
die ook bij toetsen goed te combineren zijn. Denk bijvoorbeeld aan de koppeling tussen lezen en
schrijfvaardigheid of spreekvaardigheid, zoals bij de lessenserie Angstzweet (Van Silfhout, 2016) 5 , waarin
literatuur, lees- en schrijfvaardigheid geïntegreerd is.
• Weet je het als docent even niet? Kijk rond wat er is. Er zijn zo veel leesbevorderingsprojecten met
lesmateriaal. Zo veel congressen in het teken van dit vraagstuk. Ga naar de bibliotheek. Vraag je collega’s
om tips. Vraag leerlingen, je zult versteld staan. En lees hun tips, ook al moet je soms even slikken.
Tot slot: goed voorbeeld doet echt goed volgen. Dus als leerlingen lezen, docenten, lees dan zelf ook.
Bijvoorbeeld een Young Adult-boek.