Wat ik altijd lastig vind zijn klachten die bij de inspectie binnenkomen. Klachten van ouders, van leerlingen, van leraren ook. Als contact-inspecteur van een aantal besturen en scholen krijg ik per maand een aantal klachten binnen. Ouders of leerlingen hebben bezwaar tegen het optreden van de school, van het bestuur, de directie of van een leraar. Ze zijn het bijvoorbeeld niet eens met de klas waarin hun kind geplaatst is of protesteren tegen schorsing of verwijdering. De meeste van deze klachten gaan over individuele problemen, over zaken die in eerste instantie de betrokken leerling en zijn of haar ouders en de school aangaan.

Maar hoe schrijnend deze klachten soms ook zijn, de onderwijsinspectie behandelt geen individuele klachten. Pas als bij ons het beeld ontstaat dat een klacht of een aantal gelijkluidende klachten wijzen op tekortschietende onderwijskwaliteit, dan betreden we het terrein waar wij over waken: de kwaliteit van het onderwijs.

Omdat wij dus in beginsel geen klachten behandelen, ontvangen ouders doorgaans een geheel juist, maar ook wat formeel antwoord van mij: ik kan uw klacht niet in behandeling nemen, u kunt die indienen bij het bestuur of, als dat niet helpt, bij de Landelijke Klachtencommissie. En daar vind ik het soms lastig worden: omdat sommige bezwaren en klachten zo schrijnend lijken en tegelijkertijd onze speelruimte beperkt is.

Een enkele keer ga ik buiten m’n boekje om toch wat te kunnen betekenen.

Een enkele keer ga ik buiten m’n boekje om toch wat te kunnen betekenen. Zo herinner ik me van jaren geleden de klacht van een vader tegen het besluit van de school om zijn dochter niet te laten ‘stapelen’. Deze dochter had haar diploma vmbo-tl behaald en wilde graag naar de havo. Nu waren de cijfers van deze leerlinge weliswaar voldoende, maar ze voldeden niet geheel aan de criteria die de school hanteerde voor toelating tot de havo. Zij moest dus naar het MBO. In de brief die ik van haar vader kreeg, las ik dat deze leerlinge op school door een aantal medeleerlingen gepest was en dat ze er vreselijk tegenop zag nu nog een aantal jaren met deze oud-medeleerlingen in de bus naar het MBO te moeten reizen. Dat kwam er nog eens bij.

De school kon voor deze leerlinge geen uitzondering maken, zo schreef mij de vader, dat had te maken met de vrees van de directie dat de onderwijsresultaten onder druk zouden komen als ze leerlingen met relatief lage cijfers tot de havo zouden toelaten. Dat was ook wel begrijpelijk, want niet lang daarvoor had de school onder geïntensiveerd toezicht gestaan omdat de onderwijsresultaten nogal achterbleven. Wat nu te doen?

Allereerst heb ik met de vader van het meisje gesproken. De rector, zo zei deze, wilde geen last van de inspectie krijgen indien zij matige cijfers zou halen, zou doubleren of zou zakken. Daarna heb ik de rector maar eens gebeld en hem toegezegd dat de school geen last van mij zou krijgen als onverhoopt door het niet slagen van dit meisje de onderwijsresultaten (rekenkundig) weer onvoldoende zouden worden. Kort daarna ontving ik een bericht van vader dat zijn dochter tot de havo was toegelaten.

Twee jaar later kreeg ik weer een bericht van de vader: zijn dochter was geslaagd en ging naar het HBO. Soms levert klachtenbehandeling door de inspectie een mooi resultaat op.