Tussen lomp en radicaal

Die ruimte ontstaat onder meer door met elkaar in gesprek te blijven. ‘Stil Verdriet’ is een methode om dat te doen. Rein Tichelaar, afdelingsleider havo 2/3 op het CLV, vertelt dat er behoefte was aan tools om lastige gesprekken in goede banen te leiden. Juist omdat er binnen de school verschillende opvattingen bestaan. “Een paar leerlingen bij ons op school hebben een ‘Indifferent’-groepje opgericht. Zo’n groep houdt zich in de breedste zin van het woord bezig met ‘anders zijn’. Een docent die daar nauw bij betrokken is, wees ons op het project.” De interesse van de school was niet direct gewekt door het thema homoseksualiteit op zich. Rein vertelt: “Hoe groot moet je zo’n thema maken op een christelijke school? Maar het CLV staat wel open voor iedereen. We zijn ook niet bang om dat aan ouders uit te leggen als het nodig is.” Lydia vult aan: “Dit project past dus eigenlijk gewoon in de wijze waarop we toch al bezig waren. We waren dan ook gelijk enthousiast over een training in vaardigheden rond een klassengesprek.”

Het indifferent-groepje ontstond in de periode van de Black Lives Matter-protesten. Lydia: “Dat soort grote thema’s - denk bijvoorbeeld aan Zwarte Piet, maar ook aan de keus om wel of niet te vaccineren – hangen samen met de zoektocht naar je eigen identiteit. Voor docenten kan het best spannend zijn om daar iets mee te doen. Daarom hebben we meegedaan met de training. Je leert ongewenst gedrag te begrenzen - van de lompe opmerking tot de meest radicale opvatting - en het gesprek aan te gaan.”

‘Goedemorgen jongens en meisjes’

De eerste contacten met School & Veiligheid ontstonden in november 2020. Corona vertraagde, zoals overal, ook hier de voortgang. Toch pakte het CLV de draad vrij snel na de heropening van de scholen weer op. Rein: “Juist die coronatijd heeft invloed op het welbevinden van de leerlingen gehad. We vinden dat dat dus ook nu prioriteit moet hebben.” Een deel van de leerlingen zag de voorstelling ‘David’, over een homoseksuele jongen, die worstelt met zijn geloof. Lydia vertelt: “De leerlingen hebben ademloos zitten kijken. We merkten wel dat het thema niet zo actueel voor ze was. We zijn al heel open. Het toneelstuk gaf vooral gespreksstof over vrijheid. Voor onze leerlingen is afkeuring van thuis of vanuit de kerk niet echt een zorg. Maar wat mag eigenlijk binnen de school? Het is goed om het daar over te hebben.”

Binnen het CLV mag veel. Verschillen worden zoveel mogelijk omarmd. Rein: “We zijn niet het soort school dat voorop loopt met de regenboogvlag, maar iedereen moet wel zichzelf kunnen zijn. Vraagt een leerling ons bijvoorbeeld om andere voornaamwoorden te gebruiken, dan zullen we dat proberen zo goed mogelijk te doen.” Daarbij geeft hij onmiddellijk toe hoe lastig het kan zijn. “We hebben te maken met een generatie waarin meer kinderen zich vragen stellen over genderidentiteit. Ze hebben allerlei informatie die wij niet hadden. De generaties die nu voor de klas staan, kennen dat proces gewoon niet. Daarom is het wennen. Wij hebben collega’s die hun lessen al dertig jaar beginnen met ‘Goedemorgen jongens en meisjes.’ Als ze dat zeggen in een klas met een leerling die zich identificeert als non-binair, dan is dat geen onwil of waardeoordeel. Het is dan ook goed om reëel te zijn in de verwachtingen.”

Het kán betekenen dat er bij ons op school echt geen sprake van uitsluiting is, maar ook dat het buiten ons zicht blijft.

En de leerlingen onderling? Rein: “Wij hebben gelukkig geen noemenswaardige incidenten gehad, maar we zijn natuurlijk niet blind voor de landelijke cijfers. Het kán betekenen dat er bij ons op school echt geen sprake van uitsluiting is, maar ook dat het buiten ons zicht blijft. Ook daarom is het belangrijk dat gesprek te voeren. Wij willen niet dat leerlingen zich onveilig voelen.”

Een vak apart

Een deel van de mentoren volgden daarvoor een training van School & Veiligheid. Lydia: “Dat werd goed ontvangen. Eén van de docenten zei na afloop: ‘In je docentenopleiding word je geleerd hoe je je vak moet geven. Maar dit soort gesprekken zijn een vak apart.’ Door het vaker te doen wordt het makkelijker. Wij beginnen elke dag met een dagopening. Dat is een goed moment voor een gesprek. De trainer zei al: ‘Begin gewoon met een luchtig onderwerp.’ Als er dan een keer iets gebeurt dat om een zwaarder gesprek vraagt, heb je al geoefend.”

De eerste groepen hebben het toneelstuk gezien, een deel van de mentoren heeft de training gedaan. De volgende stap is regelmatig toepassen, evalueren en dan bepalen hoe verder. Rein: “Het is nog heel vers allemaal, maar ik verwacht wel dat het een vervolg gaat krijgen.”

Lydia en Rein gaan er daarbij vanuit dat hun collega’s naar zichzelf durven kijken. Rein: “Een training als deze confronteert docenten ook met hun eigen opvattingen. Zij hebben hun christelijke achtergrond en ideeën en dat kan het soms best ingewikkeld maken. Maar dan moet je dus juist in gesprek. Niet alleen met je leerlingen, maar ook met elkaar. Eén van de belangrijkste dingen die we in de training hebben besproken is hoe je een ander aanspreekt op een mening of gedrag. Niet op de persoon, maar bijvoorbeeld door een vraag te stellen. Je mag wel iets vinden, maar je hebt de verplichting om jouw mening te uiten binnen de kaders van de wet of de regels die op dat moment gelden. Als we elkaar afwijzen op de persoon, dan stopt de dialoog.”

Gendi.nl

School & Veiligheid biedt training en ondersteuning aan onderwijsinstellingen. Onlangs lanceerde de stichting een nieuwe website over gender- en seksuele diversiteit. Gendi.nl richt zich op scholen en docenten in het po, vo en mbo die op zoek zijn naar verdieping, lesmaterialen, ervaringsverhalen en praktische tips.