Zelden hebben we vaker het woord ‘achterstand’ in de mond genomen – in welke toonzetting dan ook – dan in de afgelopen corona-periode. Bedenk dan eens dat er groepen leerlingen zijn die altijd tegen een ‘achterstand’ aan kijken; nieuwkomers, kinderen die vanuit een ander land naar Nederland komen en via een periode van twee jaar eerste opvang ‘geschakeld’ worden naar het reguliere onderwijs. Die twee schakeljaren zijn een educatieve puzzel en de ISK school legt hem: wie is dit kind, waar komt hij vandaan, hoe gaat het met hem, wat is zijn moedertaal en is die al goed ontwikkeld, hoe zal hij het Nederlands oppakken, wat lijkt hij in potentie aan te kunnen, hoeveel tijd hebben we om hem op het juiste niveau te krijgen met voldoende taal en kennis in zijn bagage?

De warmte van een dorpsschool

De Purmerendse Scholengroep is gevestigd op een grote levendige campus, waar praktijkonderwijs, een tienercollege, vmbo, havo en vwo zijn gevestigd. Én een ISK in een wat afgezonderd hoekje van het terrein. Ottenhof: “Vanuit de hele wereld komen kinderen in Nederland terecht, en sommigen van hen in de regio Purmerend. En ze belanden hier, in vier lokalen, een beetje aan de rand van de drukte. Hier kunnen ze op adem komen en worden ze verwelkomd door een goed team. Het is hier gezellig, kleinschalig en warm. Het heeft een beetje het karakter van een dorpsschool en dat is ook wat deze kinderen nodig hebben. Zo kunnen ze settelen in een veilige omgeving, en zich voorbereiden op de volgende stap: de gang naar het gewone onderwijs in de grote gebouwen.” De groepen zijn klein en dat geeft ruimte voor veel persoonlijke aandacht. Er is een zorgteam dat goed let op hoe het gaat met de kinderen en een docententeam dat alles op alles zet om het taalonderwijs in combinatie met schoolvakken zo effectief mogelijk te maken.

Op het ISK geef ik weer veel vaker interactief les aan de hele klas dan vroeger. Ik loop voortdurend rond, leg dingen uit, geef instructies en pleeg mini-interventies.

Professioneel

In de jaren 80 ontstonden de eerste schakelklassen en in de aansluitende jaren werd ook het ‘vak’ Nederlands als Tweede taal (NT2) volwassen. Maar daarna vond er een omslag plaats. NT2 als specialiteit verloor aandacht, er leek alleen nog maar moedertaalonderwijs te bestaan en kinderen moesten ‘gewoon Nederlands leren’. Karin Verdel is verbindingsofficier tussen het ISK en de ander PSG scholen. Zij stelt tevreden vast dat daarin in de afgelopen jaren weer verandering is gekomen. “Er is hernieuwde aandacht voor NT2 expertise, er zijn goede vakopleidingen en we krijgen weer betere docenten. Daarnaast is er een grote hoeveelheid kennis verzameld en vindbaar gemaakt via literatuur en online platforms. Ook de methodes zijn beter geworden. En mooier, er zijn online programma’s waarmee kinderen zelf ook goed aan de slag kunnen. De onderwijsvorm is echt professioneel gegroeid.”

Daarnaast staat ISK voor maatwerk. Dat zie je terug in het veelvuldige contact tussen docenten, is de ervaring van Verdel. ‘Kan deze leerling misschien al naar jou?’, ‘Zal ik deze leerling nog even bij mij houden?’ Docenten zijn er scherp op het kind steeds op de goede plek in de school te hebben.

Taal

Core-business van het ISK is natuurlijk het taalonderwijs. En het is een aardige tour de force om kinderen, zeker de wat oudere leerlingen, voldoende Nederlands bij te brengen, zodat zij kunnen presteren naar potentie. Er moet in korte tijd veel gebeuren. Zo was er laatst een Chinese leerling, inmiddels in 6 vwo, die een 10 voor wiskunde en een 9 voor scheikunde haalde, maar genoegen moest nemen met een 5 voor biologie. Ottenhof: “Ze had net iets beter moeten formuleren, had haar docente gezegd. Dit meisje is pas vier jaar geleden op het ISK begonnen, twee jaar geleden vwo gaan doen, ze wil dolgraag medicijnen gaan studeren… tja. Ik vind het een wonder wat deze kinderen presteren, maar een uitdaging blijft het.” Tegelijkertijd is er hernieuwde aandacht voor de moedertaal van de leerling en diens culturele achtergrond. Ottenhof: “Uitgangspunt op de ISK is dat er Nederlands gesproken wordt. Daarnaast is er erkenning van hun eigenheid, hun taal en gewoonten. Dat helpt deze kinderen bij hun zelfvertrouwen om te leren en stappen te maken. Het maakt ook dat ze zich gelijkwaardiger voelen. Integreren moet geen assimileren worden.”

Overstap

Een recente verkenning binnen de PSG toonde aan dat er nog altijd stappen vooruit te zetten zijn. Verdel: “We hebben bijvoorbeeld een warme overdracht van de leerling van het ISK naar de gewone school, maar informatie over die leerling komt toch niet altijd terecht bij de docent in de klas. Hij of zij weet dan niet eens dat hij een ISK-leerling in de klas heeft, en dat zou wel moeten voor dat extra zetje in de rug. Er is extra (taal)begeleiding beschikbaar voor deze leerlingen, maar dan moet dat wel gesignaleerd worden.” Een andere kwestie is de aandacht voor gepersonaliseerd leren op het gewone onderwijs. Dat betekent dat de klassikale onderwijstijd wordt teruggeschroefd. Ottenhof ziet daar een risico: “Op het ISK geef ik weer veel vaker interactief les aan de hele klas dan vroeger. Ik loop voortdurend rond, leg dingen uit, geef instructies en pleeg mini-interventies. Begrijp je dit? Wat is er nu gezegd? ISK leerlingen hebben dat nodig. Trouwens, zij niet alleen. Het klinkt misschien wat ouderwets maar veel zelfstandig moeten doen ten koste van de interactieve lestijd met de docent of met elkaar pakt niet voor iedere leerling gunstig uit.”

Betrokkenheid

Een blijvende inspanning die wordt gepleegd is het stimuleren van de nieuwsgierigheid onder gewone docenten voor het ISK. Velen kennen nauwelijks het bestaan ervan en weten ook niet wat er op een ISK gebeurt. Wat Verdel betreft is het een kwestie van bewustwording. Zodra men aan collega’s vertelt over het werk, ontstaat grote belangstelling. Men werkt daarom weer aan nieuwe presentaties met film en mooie verhalen, zodat de collega’s ook begrijpen welke kinderen zij in de klas gaan krijgen. Ook blijft het streven: een NT2-specialist op elke afdeling van de PSG, zodat er altijd oog voor taalbegeleiding is, want de taalontwikkeling blijft doorgaan.

Ottenhof heeft nog een persoonlijke doelstelling, namelijk het tot stand brengen van meer contact tussen de ISK-leerlingen en Nederlandse leerlingen. Ottenhof: “In de corona-periode heb ik een bijlesgroep opgezet: leerlingen uit de bovenbouw vwo gaven bijles biologie aan ISK-leerlingen. Dat was geweldig. Ineens zaten ze samen aan een tafeltje, leerlingen uit de hele wereld. Er werd over biologie gesproken maar vooral ook over veel andere dingen. ISK-leerlingen hebben ook wat te vertellen en Nederlandse leerlingen waren daar best nieuwsgierig naar. Uiteindelijk zijn het allemaal jongeren die samen hun leven gaan leiden in dit land. Het was fantastisch om te zien.” Nu iedereen weer gewoon naar school kan, is het tijd om dit project weer hernieuwd leven in te blazen, aldus Ottenhof. Hij hoopt er binnenkort meer over te publiceren. “Want iedere school kan dit organiseren.”

Graag wijzen we op de korte beeldfragmenten die LOWAN op hun site aanbiedt. Deze zijn bedoeld om het gesprek op gang te brengen tussen onderwijsprofessionals en zijn daartoe erg geschikt. Ook vind je hier allerlei bronnen en bruikbaar materiaal.

https://www.lowan.nl/po/professionalisering/nieuwkomers_beeld/