De Nederlandse samenleving is een supermarkt van ideeën. Wij - de inwoners - haar consumenten. We hebben de vrijheid om zelf de ideeën te kiezen die we ondersteunen, die we aanhangen. Aan deze dynamiek heeft onze leefomgeving zich aangepast. De buitenwereld is een uithangbord geworden. Reclames op billboards en bussen, ideologische stickers op lantaarnpalen en prullenbakken. Binnenshuis is het enkel wachten tot we een digitaal apparaat opstarten of de televisie aanzetten. Continu worden we blootgesteld aan ideeën, doorgaans aan ons gepresenteerd met beeld.

De digitale samenleving

Noodgedwongen zaten we tijdens de coronacrisis binnen. Onze leefomgeving werd digitaal. Algoritmen volgden onze virtuele bewegingen, advertenties werden op ons toegespitst en gelijkgestemden vormden nieuwe gemeenschappen. Onze hypercommunicatieve samenleving stelt ons in staat razendsnel afbeeldingen met elkaar te delen: foto’s, photoshops en memes. Meer dan eens onschuldig, maar vaak genoeg kwetsend, beschuldigend of onrust en haat zaaiend.

Het is van ongekend belang om kritisch te zijn op al het visuele wat voorbijkomt. Het ontwikkelen van mediawijze vaardigheden als beeldgeletterdheid zijn belangrijke onderdelen binnen het kader burgerschap. Niet zomaar aannemen wat er op Facebook wordt geplaatst, maar de uitspattingen in een bredere context kunnen stellen, systematisch kunnen analyseren.

Bij elke afbeelding kunnen we vier vragen stellen die ons helpen onze beeldgeletterdheid te ontwikkelen.

  • Wat zie je?
  • Wat betekent het?
  • Welk verhaal vertelt het?
  • Waar probeert het je van te overtuigen?

De coronacrisis liet ons zien wat er gebeurt als we besluiten niet meer kritisch te zijn op datgene wat we lezen, wat we horen en wat we zien. Het leidde tot het in brand zetten van telefoonmasten, vaccinatieangst en antisemitisme.

Holocough

Het verleden leert ons het belang van beeldgeletterdheid. Soms blijkt namelijk dan - betreurenswaardig genoeg - dat eeuwenoude leugens en mythes nog steeds standhouden en via het internet opnieuw leven in worden geblazen. Neem dit recente voorbeeld.

Holocough poster

If you have the bug, give a hug. Spread the flu, to every Jew.’ Een korte, doch krachtige leus in een agressief lettertype. In het midden daarvan de gevreesde viruscel. Als dat niet duidelijk genoeg was staat bovenin ‘COVID19’, onderin ‘HOLOCOUGH’. Chemische kleuren en symbolen maken deze digitale poster af. Een poster waarmee diverse grafstenen op een Joodse begraafplaats in Sydney, Australië, zijn beplakt. Een webwinkel verkoopt ondertussen t-shirts en mokken met ‘I survived the Holocough’.

Ik hoef u niet uit te leggen wat hier zo aanstootgevend aan is. Antisemitisme heeft haar weg online gevonden. ‘Roei de Joden uit met Covid-19!’ zegt de poster. ‘Ik heb de Holocough overleefd’ vertelt je dat deze persoon de ‘Joodse ziekte’ heeft overleefd. Tegenstrijdig van aard, maar gebruikmakend van dezelfde mythen die de Joodse gemeenschappen al eeuwen achtervolgen: het Jood zijn wordt gekoppeld aan ziekten.

Een beangstigende ontwikkeling dat midden in een wereldwijde pandemie deze minderheidsgroep opnieuw wordt belaagd. De geschiedenis laat zien dat acceptatie van dergelijke excessen kan leiden tot normalisatie. Het verlaagt de grens tot extremere acties. Het leidde in nazi-Duitsland over een periode van 10 jaar van uitsluiting tot opsluiting tot massavernietiging. Het is van belang waakzaam te zijn en kritisch te blijven op de beelden die voorbij komen. Zo kunnen trends gesignaleerd worden, extremiteiten voorkomen. Dit is waarom we leerlingen moeten stimuleren hun beeldgeletterdheid te ontwikkelen.

Een beangstigende ontwikkeling dat midden in een wereldwijde pandemie deze minderheidsgroep opnieuw wordt belaagd.

De Giftige Paddenstoel

Paddenstoelen, ze zijn er in overvloed en lijken veel op elkaar. Ze zijn echter niet allen eetbaar, sommige zijn giftig. Nazileider Julius Streicher maakte de analogie tussen paddenstoelen en Joden. Op de kaft van Der Giftpilz uit 1939 een vijftal paddenstoelen. Somber van kleur, vertekende gezichten met grote neuzen en verrotte tanden. Op de borst een Davidsster. De giftige paddenstoel is de Jood en Streicher leert je in dit jeugdboek hoe je deze herkent en welke gevaren ze vormen voor jou en het Duitse volk.

Elk hoofdstuk leert je een nieuwe belangrijke les. Korte verhalen, toegeschreven op een jeugdige doelgroep, leren je dat kindermisbruik, kidnapping, leugens en bedrog, communisme en dierenmishandeling inherente eigenschappen zijn van het Joodse ras. Het is deze overdrijving van stereotypen die propagandisten voortdurend herhaalden. Hoe vaker een boodschap werd herhaald, des te meer mensen deze geloofden. De jeugd werd de haatdragende ideologie met de paplepel ingegoten.

Bij de Jodendokter

In het hoofdstuk ‘Wie es Inge bei einem Judenartz ging’ wordt het verhaal van Inge verteld. Een tienermeisje dat door haar moeder naar een Joodse arts wordt gestuurd. Hoeveel sappige tekst er echter ook mag zijn, de meeste jeugdigen zullen het langst naar het plaatje kijken. Een plaatje dat in luttele seconden ideeën kan inprenten waar een tekst minuten over doet. Laten we een analyse doen.

Binnen het vierkante kader zien we de wachtruimte van de arts. Op tafel liggen een paar magazines in opvallende kleuren, over mode, over het huwelijk. Aan de wand hangen informatieborden. Spreekuren zijn er alle dagen, met uitzondering van zaterdag – de sabbat. Voor al hun verguizing van het Jodendom weten de nationaalsocialisten er alles van. Een ongezonde obsessie.

Een blonde jongedame zit haar stoel, haar haren gevlochten. Een kenmerkende haardracht voor leden van de Bund Deutscher Mädel. Gespannen kijkt ze naar de zojuist opengeslagen deur van de spreekkamer. De arts komt maar deels achter de deur vandaan. Hij toont zichzelf niet helemaal en heeft daarmee wat te verbergen. Zijn spreekkamer is donker, duister, geheimzinnig. Het voorspelt weinig goeds.

‘Wie es Inge bei einem Judenartz ging’

De arts zelf is een grote gezette gedaante. Geen voorbeeld van een gezond en fysiek fit lichaam, zoals de nationaalsocialisten die graag propageerden. Kalend, met een bril waarachter twee fijngeknepen ogen schuilgaan. Zijn huid is gelig, ziekelijk, zeker in contrast met Inge haar zeer witte huid. Zijn kin en kaak komen ongeschoren over. Zijn dikke vingers steken uit zijn mouw, die net te lang is voor een fatsoenlijk voorkomen. Opvallend is ook de neus, een enorm gevaarte op zijn ovalen hoofd. Daaronder grote lippen en een venijnige grijns.

In één oogopslag wordt de Joodse arts weggezet als een monsterlijk figuur, iets wat je moet mijden. Het toont goed hoe krachtig beeld kan zijn in het overbrengen van een gedachtegoed.

Dezelfde vragen, keer op keer

Streicher werd uiteindelijk opgehangen voor zijn antisemitische boodschappen, het aanwakkeren van discriminatie, racisme en haat. Bol.com verkocht Der Giftpilz echter nog tot er enige terechte controverse ontstond begin maart dit jaar. Het is gedachtegoed waarvan we niet willen dat het in onze samenleving verkocht wordt. Geniepig sluipt het echter door de digitale kanalen en weet het dankzij slimme algoritmen sneller de mensen te bereiken die hier gevoelig voor kunnen zijn.

De omslag van Der Gifpilz

Dat dit soort beelden zich nu zo snel kunnen verspreiden duidt het belang van het ontwikkelen van onze beeldgeletterdheid. Stel jezelf keer op keer de vier vragen. Wat zie je? Wat betekent het? Welk verhaal vertelt het? Waar probeert het je van te overtuigen? Misschien worden we daarmee wat cynisch, maar dat is nog altijd beter dan al het nepnieuws, de ideologische beelden, de haatzaaiende oproepen direct te nemen voor wat ze zijn. Beeld zien is iets heel anders dan beeld lezen. Beeld kunnen lezen maakt dat je de maatschappij beter kunt begrijpen.

Beeld en Boodschap

Dit is ook de boodschap van het educatieve programma ‘Beeld en Boodschap’. In deze workshop geven we deelnemers het gereedschap om beeld kritisch te lezen. We verkennen het onderwerp propaganda, zowel in het heden als verleden. In de tentoonstelling ‘Nazipropaganda voor de jeugd, 1933-1945’ gebruiken deelnemers deze methode om de gruwelijke waarheid achter onschuldig ogende prenten te onthullen. De nieuw verworven vaardigheden worden vervolgens toegepast op situaties in het heden.

Deze workshop is er voor leerlingen van de bovenbouw van het PO, alle leerniveau’s van het VO en ook MBO en HBO. Neem voor meer informatie contact op met [email protected]

Stefan Vogels is historicus en educator bij het Nationaal Onderwijsmuseum.