Voor de opleiding dierenarts werd Hans uitgeloot en daar had hij eigenlijk nooit rekening mee gehouden. Plan B moest terstond worden verzonnen. Het werd milieuhygiëne in Wageningen en later filosofie om een antwoord te hebben op de aanstormende meetcultuur. De behoefte bij Hans om iets nuttigs te doen met al zijn kennis groeide. En ineens stond hij daar, als invaller op een school, die hem bij gebrek aan mankracht onmiddellijk voor de leeuwen wierp. “Goniometrie uitleggen, waar ik mij in de eerste les volledig in vastdraaide.” Hij moet er nu om lachen. Orde houden, dat lukte in het begin ook helemaal niet. En de adviezen om eerst maar eens de strengste kant van jezelf te laten zien vielen dood voor zijn voeten neer. Dat was niet wie hij was.

Hans Brandwacht

Hans Brandwacht zit niet om woorden verlegen. Hij vertelt makkelijk en onderhoudend over het begin van zijn loopbaan, over zijn werk in de klas en over hoe hij leerde van collega’s . “We gaven projectonderwijs, dat ontwikkelden we met een vaste groep docenten. Daar zat één collega, die zal ik niet snel vergeten, hij was echt een rolmodel voor mij. Omdat hij ons scherp hield. Elke keer zette hij ons weer aan het nadenken over wat we deden. ‘Nee, we gaan het niet doen’, kon hij zeggen en dan ging het roer gewoon om. Maar altijd ingegeven door de vraag: wat willen nu eigenlijk, en: werkt dit voor de leerling?”

Een tijd lang gaf hij wiskunde op de havo en het vwo. Dat was serieus hard werken, want hij gaf veel uren les en stond aan het roer van menig project. Maar wiskunde is een prachtig vak en Hans was een goede wiskundedocent. Het leraarschap echter kreeg voor zijn gevoel ziel in het contact met zijn leerlingen, door zijn oprechte nieuwsgierigheid naar de kinderen. “Ik wil kinderen snappen. Ik wil begrijpen wat er gebeurt in die puberlevens waar van alles schuurt en botst. Ik wil steeds weer bedenken wat nu de beste manier is om ze verder te helpen. Ik heb al mijn leerlingen altijd allemaal aandacht gegeven, niet alleen op de leerprestaties. Ik heb wel meegemaakt dat ouders van een gymnasiast belden en vroegen waarom ze eigenlijk naar de ouderavond moesten komen. Alle cijfers van hun zoon waren toch prachtig? Maar, zei ik dan verbaasd, er is toch veel meer dan cijfers? Ik wil het met u hebben over uw zoon, ik zie dat hij het soms moeilijk heeft.”

‘Verdomme, jongen,’ zeg ik dan. ‘Je hebt het al moeilijk genoeg thuis, zorg nu dat je het hier rooit. Ik wil niet dat je verder in de problemen komt.’

Zijn leraarschap beschrijft hij als ‘het aangaan’. Hij gaat het aan met zijn leerlingen en de leerlingen gaan het met hem aan. Hans: “Als je bij mij het lokaal verlaat moet het zweet op je voorhoofd staan. Zo hard moet er gewerkt worden. Ik zeg ze dat en dat weten ze ook. Soms bedanken ze me. Meneer, dat was een fijne les. Ik zie mijn leerlingen. Ik ben betrokken bij hoe het met ze gaat. Ik kan ook boos worden. ‘Je moet nooit echt boos worden’… nou, dat geldt voor mij niet. Ik kan écht boos zijn, ook al duurt dat nooit lang. En leerlingen voelen zelf heel goed waar ze een grens passeren. Ik kan me ook écht zorgen maken. Over die ene leerling die toch weer te laat komt. ‘Verdomme, jongen,’ zeg ik dan. ‘Je hebt het al moeilijk genoeg thuis, zorg nu dat je het hier rooit. Ik wil niet dat je verder in de problemen komt.’ Leerlingen gaan het ook met mij aan. Ik zie hen, maar ze zien mij ook, als leraar. Ze doen dat als je hen daartoe werkelijk uitnodigt.” Dat aangaan met elkaar is niet makkelijk, het vraagt ook om moed, want je ontmoet elkaar uiteindelijk ook op de grens, waar het spannend wordt. Maar voor Hans is dit de kern van hoe hij leraar is.

Hans is inmiddels al jaren teamleider op het ISK. Een stap waarover hij aanvankelijk twijfelde. Was ISK wel iets voor hem? Hij had zich in het verleden heus afgevraagd of hij al die tijd maar vwo-leerlingen moest blijven lesgeven, hoe lief de leerlingen hem ook waren. Het is een groep die vaak al zoveel vangnetten heeft. Maar ISK… het zijn vaak afdelingen die niet echt een serieuze plek binnen de school hebben, ingewikkeld, veel personele wisselingen. En betekent het teamleiderschap niet tegelijkertijd het opgeven van het lesgeven? Hij waagde de stap, aangemoedigd door zijn leidinggevende. ‘Jij gaat iets meenemen voor die school, Hans’ zei deze. Dat deed hij inderdaad: voorwaarden onder andere op het vlak van teamgrootte en personele continuïteit.

Collectieve verantwoordelijkheid voor iedere leerling. Dat is een belangrijk kenmerk van de plek waar Hans nu zit. Het team is klein, de bezetting stabiel en iedereen is ongelooflijk betrokken bij de leerlingen. “Ik weet nog goed dat ik op het vwo lesgaf en mentor was, en een leraar Duits me aansprak: ‘Zeg Hans, één van jouw leerlingen maakt geen huiswerk.’ Ik fietste naar huis en dacht; hè, hier gaat iets fout.” Collectieve verantwoordelijkheid leidt steeds tot collectieve betrokkenheid. Hoe lossen we het samen op? En er is op het ISK best wat op te lossen. “Er was een jongen geslagen door zijn vader. Je moet dat melden maar ik voelde daar weinig voor. Jeugdzorg is veel te druk en het is maar de vraag of de leerling er beter van wordt. Wat dan? We gaan naar de ouders toe, zei ik. En dat deden we, mét een tolk. ‘Ik heb mijn zoon 10 jaar niet gezien’, had de oud-militair verzucht. ‘Ik ken hem niet. Hij is zo opstandig en eigenwijs. Ik weet het ook niet.’ We spraken erover wat dan te doen, en hoe de school misschien kon helpen. We maakten afspraken en sommige dingen zijn gelukt. Wat het mooie is: door dit zo te doen, kon iedereen overeind blijven en proberen het samen beter te doen.”

Hans koestert zijn team en het teamleiderschap brengt hem veel. Maar hij is nooit gestopt met lesgeven. “Lesgeven voedt me elke dag weer. Met lol, met bewondering. Het is de slijpsteen voor mijn eigen handelen. Hans, denk ik soms, dit heb je niet goed gedaan. Het is best ingewikkeld, vijf niveaus in één klas, twee jaar om zoveel achterstand proberen in te lopen. De kinderen kunnen zo hard werken maar het ook zo moeilijk hebben. Veiligheid voor de leerling is nummer één, twee en drie. Ze mogen alles vertellen, ze luisteren naar elkaar. Alles mag er zijn. Dus elke dag weer voel ik weer hoe betekenisvol onderwijs is. Dat kan alleen maar als je onderdeel ben van waar ‘t om draait: de beste plek voor leerlingen creëren om te groeien. De dag dat ik niet meer lesgeef, moet ik met pensioen.”

Hans vertelt nog veel meer, bijvoorbeeld over de niet aflatende energie die zijn team steekt in het betrekken van de ouders. Hoe het eerst een onbegonnen zaak leek, maar hoe ze eraan getrokken hebben, hoe ze de ouders maar ook de leerlingen duidelijk konden maken dat zij samen maar één ding te doen hebben: de leerling op een hoger plan brengen. Over zijn opdracht aan de ouders om iets moois over hun kind te schrijven. “Met een impact waar ik niet op had gerekend. Sommige leerlingen hoorden voor het eerst hun vader of moeder iets moois over hen zeggen. Ik kan je niet uitleggen wat dat voor sommigen betekende.”

Met mooie projecten gebeurt altijd meer dan je bedoeld hebt, daar is Hans van overtuigd. “Als je het goede doet, komen daar altijd nog meer goede dingen uit voort. Want je doet het nooit alleen en het is altijd wederkerig. En echt, de kinderen gaan het altijd met je aan, kinderen zijn eerlijk en waarachtig. Als ik op het schoolplein loop en ik vraag hoe het met een leerling gaat, dan geven ze antwoord. En dan volgt altijd: en hoe gaat het met u?”

Hans Brandwacht is teamleider ISK bij het RSG Pantarijn in Wageningen.