Examenprogramma’s zijn onderdeel van een groter curriculumgeheel. Hoe zou jij een examenprogramma als onderdeel van het curriculum beschrijven?

“Examenprogramma’s zijn allereerst onderdeel van een leerlijn: ze moeten goed aansluiten op de kerndoelen van het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs aan de ene kant, en afgestemd zijn op de eisen van de samenleving en het vervolgonderwijs aan de andere kant.”

Wanneer heeft een curriculum kwaliteit, en daarbinnen; wanneer heeft een examenprogramma kwaliteit?

“Daar heeft SLO kwaliteitscriteria voor, die ook zijn uitgewerkt in instrumenten. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de vraag of de inhouden van het curriculum relevant zijn, of doelen systematisch en consistent zijn uitgewerkt en logisch geordend, of het uitvoerbaar is en natuurlijk of het curriculum bij leerlingen leidt tot leren.”

Hoe zorg je daarvoor, binnen dit traject?

“Voor dit actualisatietraject maak ik graag onderscheid tussen inhoudelijke kwaliteit en leerplankundige kwaliteit. Vanzelfsprekend moet er gezorgd worden voor (vak)inhoudelijke kwaliteit. Dat moeten vooral de mensen uit het vak doen, de verantwoordelijkheid hiervoor ligt dan ook bij de vakvernieuwingscommissie. Het is daarmee van belang dat deze commissie is samengesteld uit leraren, vakexperts en curriculumexperts die verschillende expertises en perspectieven inbrengen. Deze commissies hoeven het niet alleen te doen. We ondersteunen hen op verschillende manieren. Om te beginnen met een heldere startnotitie, waarin relevante en actuele ontwikkelingen in de samenleving en het onderwijs benoemd zijn, waar de commissie antwoorden op dient te vinden. Per vak is er een advieskring, bestaande uit experts en vertegenwoordigers van organisaties, die meedenkt. Daarnaast kunnen commissies gebruik maken van experts in het vak of in aspecten van een vak en hebben zij toegang tot diverse experts van SLO.”

Veel expertise paraat dus. En wat bedoel je met leerplankundige kwaliteit? “De wetenschappelijke curriculumcommissie die tijdelijk is ingesteld op verzoek van de Tweede Kamer spreekt over ‘architectuur’. Het gaat om een logische en consistente opbouw van examenprogramma’s over de sectoren heen. Dat helpt scholen, leraren en vooral leerlingen bij de overstap van PO naar onderbouw VO en naar de bovenbouw. Deze architectuur mag geen belemmering vormen voor een goede doorstroom van leerlingen. Ook zijn eisen gesteld aan de wijze waarop eindtermen worden opgesteld. Een eindterm moet daarvoor het juiste uitwerkingsniveau hebben. Ze worden in de nieuwe examenprogramma’s concreter dan nu vaak het geval is en daarmee ondersteunend bij de curriculumontwikkeling op scholen. Verder is in de huidige situatie sprake van verschillende manieren waarop examenprogramma’s en syllabi zijn uitgewerkt. We hebben nu de gelegenheid om dat te optimaliseren.”

'We gaan met goede professionals aan de slag in een goed geregisseerd proces.'

Jij richt je vooral op kwaliteitszorg. Wat stelt jou, als ‘bewaker van het goede proces’, gerust?

“De inrichting van het proces, de werkwijze en momenten van feedback en monitoring, de zorgvuldige selectie van de mensen, de gebundelde expertise. De vakvernieuwingscommissies van de vakken hebben een startdag gehad en de eerste ontwikkel-tweedaagsen zijn ook al geweest. Daarbij heb ik kennis gemaakt met de commissieleden en dat gaf mij veel vertrouwen: we gaan met goede professionals aan de slag in een goed geregisseerd proces.”

Wat kunnen leraren straks verwachten van de examenprogramma’s?

“Examenprogramma’s bieden belangrijke kaders, maar vragen altijd om keuzes en uitwerkingen op school- en/of sectieniveau. Curriculumdocumenten, dus ook deze examenprogramma’s, hebben de functie het gesprek te stimuleren, op de school, binnen de sectie, onder leraren die daarbij hun leerlingen voor ogen hebben. Ik vraag leraren om de examenprogramma’s ook op die manier te benaderen en gebruik te maken van de mogelijkheden die bijvoorbeeld keuzedomeinen en schoolexamens bieden om de leerlingen te bedienen.”

Jeroen Bron is deelprogrammamanager kwaliteitszorg van het programma Actualisatie kerndoelen en examenprogramma’s bij SLO.

Het proces om vanuit een visie tot concrete acties in de klas te kunnen komen
 

Waarom doe je mee met de actualisatie van het examenprogramma? “Ik ben samen met een collega betrokken bij het project Na PISA de Lente. In dat project draait het om praktijkonderzoek binnen het onderdeel leesvaardigheid. In ons onderzoek richten we ons met de vakgroep op de motivatie van zowel docenten als leerlingen voor leesvaardigheid. We ontwikkelen daarbij een doorlopende lijn op dit gebied. Het proces om vanuit een visie tot concrete acties in de klas te komen, vind ik heel interessant. Daarnaast blijkt tijdens dit project ook weer hoe sterk mijn wens is om het onderwijs in het schoolvak Nederlands aantrekkelijker te maken.”

Wat is typisch, kenmerkend voor jouw vak, en op welke manier wil je dat per se terugzien in het nieuwe examenprogramma? “Het schoolvak Nederlands is nu opgedeeld in verschillende vaardigheden. Daar lijkt in de praktijk veel verkaveling te zijn ontstaan, waarbij de deelgebieden apart behandeld en getoetst worden. Het zou mooi zijn als we dat in het nieuwe examenprogramma minder zien. Daarnaast missen leerlingen vaak het nut van ons vak en hebben ze nauwelijks plezier in ons vak. Ik wil dat plezier terugbrengen en daarvoor hebben we meer eigentijdsheid nodig in de programma’s. Nu staat er bijvoorbeeld niets in het examenprogramma over digitale geletterdheid. Ook vind ik het belangrijk dat leerlingen leren dat taal er altijd en overal is en ook effect heeft.”

Alleen jij, als leraar, hebt zicht op ‘hoe het werkt in de klas’. Wat vind je in dat kader belangrijk om in te brengen in dit project? “Ik vind het belangrijk dat leerlingen op hun niveau aan de slag gaan met taal. Dat ze niet alleen lezen om een tekst te lezen en vragen te beantwoorden. Ik wil dat ze ervaren dat taal uitdrukt wie je bent en dat je je met taal niet alleen verhoudt tot jezelf, maar ook tot anderen en de maatschappij, online en offline. Daarbij is het in het vmbo belangrijk dat leerlingen ook doelgericht aan de slag zijn, dus leren hoe zij taal in kunnen zetten in het beroep dat zij voor ogen hebben en hoe zij zich met taal moeten verhouden tot bijvoorbeeld stagebegeleiders, winkelpersoneel, zorgverleners en andere doelgroepen.”

De eerste bijeenkomst is geweest. Hoe heb je die ervaren? “Als heel positief. De groep bestaat uit een gevarieerd gezelschap waarin we elkaar heel goed aanvullen. De eerste stap is inmiddels gezet en we hebben er zin in om het hele proces met elkaar aan te gaan!”

Afbeelding met persoon, glimlachen, poseren    Automatisch gegenereerde beschrijving

Jolanda van der Ven is docente Nederlands bij Het Hooghuis, locatie Mondriaan College in Oss. Dat is een school voor mavo en havo. Ze werkt daar al bijna 20 jaar. Met veel plezier, zoals ze zelf zegt. Ook is Jolanda lid van de vakvernieuwingscommissie Nederlands.

Van Twaalf tot Achttien zal de komende tijd regelmatig en op verschillende manieren aandacht besteden aan het project Actualisatie kerndoelen en examenprogramma’s.

Over de actualisatie van examenprogramma’s
Het ministerie van OCW heeft in 2021 de opdracht gegeven aan SLO om de examenprogramma’s Nederlands, moderne vreemde talen, wiskunde, natuurwetenschappelijke vakken en maatschappijleer te actualiseren. SLO gaat deze opdracht uitvoeren, samen met de onderwijsprofessionals uit het veld. Hiervoor richt SLO vakvernieuwingscommissies en advieskringen in:

• Voor elk vak of voor verwante vakken is er een vakvernieuwingscommissie die bestaat uit leraren, vakinhoudelijke experts en curriculumexperts, die wordt begeleid door een procesregisseur.

• Elke vakvernieuwingscommissie werkt samen met een advieskring. Deze geeft feedback en reflecteert op tussenproducten van de vakvernieuwingscommissie. De advieskring bestaat uit o.a. vertegenwoordigers van vakverenigingen, wetenschappers, lerarenopleidingen en andere relevante experts passend bij het betreffende vakgebied.

Wat zijn examenprogramma’s? Een examenprogramma is een geheel aan eindtermen. Dit zijn de leerdoelen die beschrijven waar leerlingen mee in aanraking moeten komen, welke inspanning er van hen wordt verwacht met het oog op ervaringen, en wat ze uiteindelijk moeten beheersen. Leerdoelen zijn in de bovenbouw vastgelegd in examenprogramma’s per vak, per schoolsoort en leerweg. In het examenprogramma is ook vastgelegd welke eindtermen deel uitmaken van het centraal examen of van het schoolexamen.

In de komende twee jaren worden de conceptexamenprogramma’s geactualiseerd, te beginnen met de vakken Nederlands en moderne vreemde talen, wiskunde, natuurwetenschappelijke vakken en maatschappijleer. Deze conceptexamenprogramma’s worden vervolgens in de praktijk beproefd.

Wat zijn kerndoelen? Naast de ontwikkeling van examenprogramma’s is ook gestart met de actualisatie van de kerndoelen voor de leergebieden Nederlands, rekenen en wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid.

Kerndoelen zijn de wettelijke kaders voor de kern van de onderwijsinhoud. Deze worden vastgesteld voor het einde van het primair onderwijs en voor het eind van de onderbouw voortgezet onderwijs.

Meer informatie over de actualisatie van de kerndoelen en examenprogramma’s is te vinden op: slo.nl/actualisatie