In het schooljaar 2016-2017 is het Openbaar Vmbo Zeist (OVZ) gestart met een onderwijscafé. Aanleiding was de behoefte om effectievere POP-gesprekken te voeren. De logistiek die komt kijken bij lesbezoeken en nagesprekken die vaak worden uitgevoerd door de middenmanagers, zijn namelijk energievreters en hebben vaak maar beperkte waarde als het gaat om het daadwerkelijke gesprek met elkaar over onderwijs. Daarbij waren er op het OVZ veel nieuwe docenten gestart, voor wie aandacht nodig was.

Het onderwijscafé is een manier om wel goede interactie te organiseren over de lessen en over het lesgeven. Intensiever en rijker dan de jaarlijkse voortgangsgesprekken met je baas. In het onderwijscafé, dat je meerdere malen per jaar bezoekt, heb je het met je collega’s over je lessen. Hoe ze nog beter kunnen worden, hoe je experimenteert met nieuw lesgedrag en goed naar jezelf kijkt. Het onderwijscafé versterkt de dialoog over de kern van onderwijs: je leerlingen en je vak. Het versterkt ook de autonomie van leraren en hun eigen regie over hun beroep. Door meerde malen per jaar het POP-café te organiseren bouw je aan een cultuur op school waarin je van je collega’s leert, en waarin gezamenlijke aandacht voor het primaire proces niet verslapt. Een onderwijscafé, de plek waar je dronken kunt worden van gedeelde kennis.

Het onderwijscafé in vogelvlucht

Het verbeteren van de kwaliteit van de lessen is het hoofdonderwerp tijdens de gesprekken met elkaar. Het docentprofiel van de school kan hierbij als leidraad dienen.

Een plek waar het weer kon gaan over ons beroep van leraar.

Doelen:

- Met het onderwijscafé willen we vormgeven aan het versterken van de autonomie van de docent en de verantwoording die hierbij hoort en daar waar die thuishoort: bij de docenten.

- De dialoog met elkaar voeren over goede en betere lessen, over je vakkennis, je vitaliteit en je veranderbereidheid oftewel je duurzame inzetbaarheid.

Aanpak, voorwaarden:

- De school faciliteert het onderwijscafé door het regelmatig te organiseren (bijvoorbeeld een keer per zes weken). Dit kan leiden tot een nieuwe gewoonte in plaats van de jaarlijkse (incidentele) functioneringsgesprekken met je baas.

- Er worden trio’s gevormd binnen een team of schoolbreed.

- Samenstelling van de trio’s mag door docenten zelf of door de leidinggevende (om vriendjesgedrag te voorkomen).

- De trio’s stellen met elkaar hun ontwikkelingen op, eventueel volgens een bestaande schoolformulier.

Maak de gemaakte ontwikkelafspraken concreet:

- Wat wil ik wel? (Waar word ik gelukkig van?)

- Wat ga je doen om dit te bereiken?

- Waaraan merk ik dat ik mijn doel bereikt heb?

- Met wie, waar en wanneer wil ik dit?

- Wat kan er misgaan?

- De ontwikkelafspraken hebben betrekking op de lessen. Daarnaast is er de persoonlijke ontwikkeling die buiten de scope van de lessen ligt en persoonlijk blijft. Het is vrij aan eenieder om dit wel of niet te bespreken in het trio.

- De kaders: schoolplan, teamplan en of sectieplan.

Opzet:

- Voorbeeld van de inrichting van een onderwijscafé.

- Opening door directie, ‘voorlopers’.

- Plenair: informeren bijv. over de laatste harde resultaten. Overzicht cijfers, potentiële doubleurs, gedrag, lesverwijderingen etc. etc.

- Voortgangsgesprekken in trio’s: Vaste vragen hierbij: Dit ging goed in mijn les…, Dat kwam omdat ik…, Dit doe ik de volgende keer anders…(ontwikkelafspraak).

- Thema spreekbeurt door collega-expert over actueel onderwerp.

- Plenair afsluiten met bijvoorbeeld een video-opname van een les of met enkele gouden (les)tips op het gebied van didactiek en pedagogiek al dan niet voorzien van tastbare café-ingrediënten.

Er kan nog altijd de combinatie gezocht worden met de meer gangbare klassenbezoeken. In de 6-wekenperiode kunnen er bijvoorbeeld binnen de trio’s (A, B en C) lesbezoeken en nagesprekken plaatsvinden, samen lessen voorbereiden, leergesprekken voeren. (Bijvoorbeeld: A bezoekt de les van B en geeft feedback in het nagesprek, C bezoekt de les van B en geeft feedback in het nagesprek.) In het onderwijscafé kan dan de les van B besproken worden, waarbij overeenkomsten en verschillen worden besproken.

De ervaringen binnen OVZ waren erg positief. Willem Schnoor, plaatsvervangend directeur vmbo OVZ: ‘Binnen een school waar de gesprekkencyclus al enige jaren stilstond en men geen enkele gewenning had met het bij elkaar in de les kijken, popte het idee van het ‘onderwijscafé’ op. Een plek waar het weer kon gaan over ons beroep van leerkracht, over wat we zouden willen ontwikkelen en over hoe we van elkaar zouden kunnen leren. Geef daar maar eens vorm aan! Samen met de jaarlaagcoördinatoren en begeleid door Léon Dingemans hebben we gezocht naar een werkvorm voor het onderwijscafé. We hebben een aantal criteria opgesteld. Zo wilden we veiligheidskleppen inbouwen die bediend konden worden door ieder individueel personeelslid. Maar we wilden ook vrijblijvendheid voorkomen want dat was een van de redenen dat er zo weinig ontwikkeling te zien was geweest binnen de school.’

En wat goed is smaakt naar meer… Susanne Veldhuizen, docent theater: ‘Ik vind dat we er nog meer uit hadden kunnen halen dan we nu gedaan hebben met elkaar. Om te beginnen het feit dat het onderwijscafé dit jaar drie keer heeft plaatsgevonden. Dat is naar mijn idee veel te weinig. Ik merkte dat het nog te weinig leefde onder de collega’s. Soms voelde het als iets dat ook nog even tussendoor moest gebeuren. Wat er dan automatisch volgt is een veel te vrijblijvende sfeer. Ik ben met mijn trio geen van de drie sessies compleet geweest. Dit is erg jammer, vooral als je merkt wat voor positieve en zinvolle gesprekken je met elkaar voert als je samen bent op die momenten. Zo heb ik bij de afwezigheid van een collega eens een gesprek kunnen voeren één op één met mijn andere collega uit ons trio. Hij gaf aan diezelfde dag nog problemen gehad te hebben met mijn mentorklas. Hij vertelde wat er misging en ik heb hem vragen gesteld. Vanuit daar heb ik hem tips kunnen geven die hem wellicht konden helpen om meer structuur te bieden en dus meer overzicht te kunnen houden tijdens de les. Hij gaf tijdens ons gesprek al aan dat hij het goede tips vond en hij zei dat hij er de volgende dag direct mee aan de slag ging. Die dag erna zag ik hem en was hij enthousiast, de tips hadden gewerkt en het was een ontzettend leuke en goede les geweest vertelde hij mij. Dat vind ik zeer waardevolle momenten. Tegelijkertijd denk ik dan: dit soort ‘kleine’ gevallen zijn er zoveel en die kunnen zo makkelijk direct aangepakt worden, als je elkaar maar ziet en kunt spreken. Wat mij betreft dus veel vaker onderwijscafé.'