Hoe ziet het werk van een onderwijsinspecteur er uit, wat doet zo’n man of vrouw nu eigenlijk? Die vraag wordt regelmatig aan me gesteld. Soms in de vorm van vragen als: ben je dan iedere dag op een school? Kom je ook in de klas? Of praat je alleen met besturen en schoolleiders? Een enkele keer krijgen we het verzoek van belangstellenden (kamerleden, bewindslieden, schoolleiders, leraren) of ze eens een dag mee kunnen op inspectiebezoek. Een mooi verzoek natuurlijk, maar we zijn er niet zo scheutig mee die verzoeken te honoreren. Veel inspectiebezoeken zijn op zichzelf al belastend voor scholen en besturen. Als dan ook nog iemand van buiten meekijkt, dan kan dat extra spanning en druk geven.

Een enkele keer echter, lukt het wel om belangstellenden te laten meekijken in de keuken van het inspectietoezicht. Zo hadden een collega en ik een aantal jaren geleden een kamerlid mee tijdens het kwaliteitsonderzoek op een school. Ook liep een tijd terug een toetsdeskundige mee tijdens een herstelonderzoek. En onlangs werd ik zelfs tijdens een aantal werkdagen vergezeld door de lerares van een school. Dat kwam zo: met de bestuurder van de school waar deze leraar werkt voer ik zo ongeveer ieder jaar een gesprek met de benen op tafel. De samenstelling van de groep die daarbij aanschuift verschilt van jaar tot jaar. Begin dit jaar was een lid van de raad van toezicht van de school bij het gesprek aanwezig, alsmede een vertegenwoordiging van de schoolleiding en van de medezeggenschapsraad. Ik voerde het gesprek samen met mijn leidinggevende, die ik voor de gelegenheid uitgenodigd had. Het was zoals altijd een mooi gesprek, waarbij we, vanuit het perspectief van bestuur en inspectie spraken over ontwikkelingen in onderwijs en toezicht, over regionale vraagstukken en stelselkwesties. En toen kwam de vraag van het lid van de MR of ze eens met me kon meelopen.

Ook liep een tijd terug een toetsdeskundige mee tijdens een herstelonderzoek.

Dat zijn we vervolgens gaan regelen. En toen ik dat deed, viel me weer op hoe rijk en afwisselend het werk van een onderwijsinspecteur kan zijn. Verspreid over een aantal weken heeft mijn ‘meeloper’ namelijk deelgenomen aan het werkbezoek aan een innovatieve school (Kunskapsskolan) en een gesprek met een groep mensen die op het punt staan te starten met een innovatief onderwijsconcept, met een sterke maatschappelijke invalshoek. We hebben samen ook een reguliere, gewone school voor voortgezet onderwijs bezocht, een school die zelf een onderzoek had aangevraagd, om op basis daarvan de kwalificatie Goede school te verwerven. Ook namen we deel aan een gesprek over De toekomst van het onderwijs, georganiseerd door een schoolbestuur en collega’s van OCW. Dat gesprek was bedoeld om zonder polarisatie te komen tot een uitwisseling van ideeën over de gewenste ontwikkeling van ons funderend onderwijs. Het is mooi dat dergelijke gesprekken plaatsvinden. Op dit moment ben ik nog op zoek naar een laatste school- of bestuursbezoek voor mijn meeloper, om het beeld van wat wij zoal doen compleet te maken.

Dat meelopen deed bij mij de vraag rijzen of ik niet zelf ook eens zou kunnen meelopen met een bestuurder. Wij vellen als inspecteurs oordelen over besturen, dat is ons werk. Maar een vers inzicht in hoe een bestuur werkt en wat zo’n bestuur op een dag zoal doet, daar ontbreekt het mij toch aan. Daarom vond ik het zo aardig toen op een zakelijk platform ineens het idee geopperd werd om eens met een bestuur mee te lopen. Dus dat ga ik binnenkort doen, een dag meelopen met een bestuurder. Ik ben heel benieuwd wat me dat oplevert.

Anne Bergsma is inspecteur voortgezet onderwijs, [email protected]