De afgelopen twintig jaar heb ik heel wat schoolstraffen voorbij zien komen. Een van mijn favoriete straffen? Het kleuren van een kleurplaat van Donald Duck. Na schooltijd. Netjes binnen de lijntjes. Met daarop je naam en je leeftijd. In de hal pronkten prachtige kunstwerken van Daan, 17 jaar, Nicole, 15 jaar en Dominique, 18 jaar. De Wall of Shame werd wel langzaam maar zeker een cultmuur waar iedereen minstens één keer wilde hangen.

Leerlingen horen een keer te spijbelen of stiekem af te kijken. Het is een dagelijks spel waarbij ze vooral goed voor zichzelf proberen zorgen. Liegen is een vast onderdeel van het spel als het ze iets te heet onder de voeten wordt. “Het is echt mijn werkstuk, meneer. Ik heb er samen met mijn vader hard aan gewerkt”, zei Mabel terwijl de plagiaatcontrole roodgloeiend oplichtte. Ik keek haar fronsend aan en pakte de telefoon. Dat hoort namelijk ook bij het spel. Na een korte stilte klonk vader gedecideerd: “Klopt, mijn dochter en ik hebben hard gewerkt aan het profielwerkstuk over de allochtone samenleving in Nijmegen.” Ik zuchtte een keer en complimenteerde zijn dochter met haar onderzoek, haar schrijfvaardigheid en de statistische verwerking van de resultaten. De vader bevestigde hoorbaar zijn trots. Ik zuchtte andermaal. “Alleen jammer dat het werkstuk over het bombardement van Nijmegen gaat.” De stilte daarna was pijnlijk. Ook ouders kunnen soms zo slecht liegen.

Pedagogen zijn het er over eens: het negeren van ontoelaatbaar gedrag komt neer op het belonen ervan. Kinderen hebben dit mechanisme al snel door. Zeker op school. Het straffen hoort daarom ook bij het spel. Doe dat consequent, maar maak er geen politiestaat van. Integendeel, geniet vooral een beetje van het spel. Neem bijvoorbeeld Philip, een leerling uit 3havo. Hij maakte er afgelopen jaar een sport van om tijdens elke les één vliegtuig te vouwen en dat op een onbewaakt moment te lanceren. Het werd een hype. Elke les weer. De gehele klas wachtte op het moment dat het vliegtuigje van zijn hand vertrok zonder dat de docent het door had. Gevolgd door een klassikale vocale ronkende ondersteuning van het projectiel. Les verstoord, missie geslaagd. Philip vloog na tweehonderdzevenenveertig vliegtuigjes uiteindelijk tegen de lamp en meldde zich schoorvoetend. “Dus jij houdt van vliegtuigjes vouwen?” Philip knikte triomfantelijk. Zijn glimlach verdween toen hij zeshonderd genummerde blaadjes van verschillend formaat zag liggen. “Succes Philip!”

Pedagogen zijn het er over eens: het negeren van ontoelaatbaar gedrag komt neer op het belonen ervan.

De ochtend erop liep ik naar de klas van Philip. Achter in het lokaal stonden acht vuilniszakken. “Ze zitten er allemaal in, meneer,” verzuchtte Philip na vier uur en een kwartier vouwen. Ik liep naar voren en tekende een grote cirkel op het bord. “Je pakt je allerbeste vliegtuig en je gooit dat van achter uit de klas. Waag het eens de cirkel te missen.” Philip grabbelde in de vuilniszakken en met bezwete handen wiep hij. Zijn papieren Air Force One zweefde voor de allerlaatste keer door het lokaal. Ik draaide me om en liep met een glimlach het lokaal uit. Achter me werd zijn worp met klassikaal gejuich onthaald. De boodschap voor Philip was helder. En ik? Ik genoot van het spel en ben alvast begonnen met sparen. Minstens duizend euro. Voor het geval een rechter het niet snapt.

Bram Verweij is afdelingsleider havo bovenbouw op het Citadel College in Nijmegen.