De wereldwijde coronacrisis schudde onze samenleving stevig door elkaar. Midden maart 2020 was de helft van de wereldbevolking door verregaande of lichtere maatregelen van lockdown getroffen. Ook vele scholen, hogescholen en universiteiten schakelden geheel of gedeeltelijk op afstandsonderwijs over. We werden als burgers opgeroepen - en soms verplicht - om afstand te houden, mondmaskers te dragen, handen te wassen en andere preventiemaatregelen te nemen.

Welke lessen trekken we uit de coronacrisis, nu we weten dat het corona-risico ook de volgende maanden zal doorwerken? Hoe gaan we opnieuw van noodtoestand naar normaliteit? Welke normaliteit willen we dan morgen? De risico’s en crisissen vandaag zijn kinderen van de normaliteit van gisteren. Net daarom is er nood aan een andere normaliteit, waarin we lessen proberen te trekken uit deze pandemie en uit de andere risico’s waarmee we worden geconfronteerd. Hoe zetten we daar samen bakens voor uit? Dat is de zoektocht waar we vandaag voor staan. Die zoektocht heeft ook met onze visie op burgerschap te maken.

Ons verantwoord (leren) gedragen als burger

De coronapandemie zal minstens duren tot er wereldwijd een werkend en betaalbaar vaccin beschikbaar is. Op korte termijn zullen we dus weer moeten leren omgaan met besmettingsrisico’s. Ons als ‘verantwoorde burgers’ gedragen, betekent dan preventie-adviezen opvolgen, van handen wassen tot mondmaskers, anderhalvemetermaatregelen en beperkingen van grote evenementen. Dat is allesbehalve leuk. Maar het is wél een verwachting of een verplichting in het algemeen belang. Het gaat daarbij niet alleen om zorg voor onszelf, maar het gaat ook én vooral om zorg voor anderen, en om verantwoordelijkheid nemen voor de samenleving. Sommigen hebben het daar moeilijk mee. Freeriders die enkel aan eigenbelang, eigen winst of eigen plezier denken, nemen hun verantwoordelijkheid tegenover anderen en tegenover de samenleving niet op.

Dat maakt van de coronacrisis een onbedoelde les in burgerschap: hoeveel verantwoordelijkheid zijn we bereid om op te nemen voor elkaar? Wat mag een samenleving minimaal van haar burgers verwachten, en wat kan, mag of moet ze opleggen? Maar ook: hoeveel risico kunnen, willen en mogen we nu weer nemen, als individu, als gezin, als school of als samenleving? Dat blijft de volgende maanden een van de meest cruciale vragen, tot er een vaccin is, of tot er een voldoende mate van groepsimmuniteit is ingetreden, al weten we ondertussen dat dat zeer traag zal gaan zonder vaccin. Niet voor niets sprak de Nederlandse premier Mark Rutte over de ‘duivelse dilemma’s’ waarmee regeringen vandaag moeten worstelen bij de geleidelijke afbouw van de lockdownmaatregelen.

Burgerschap is ook: verantwoordelijkheid opnemen voor de toekomst

De coronapandemie leert ons ook wat er gebeurt als we risico’s negeren en geen of te weinig verantwoordelijkheid opnemen. Precies dat dreigt bij de klimaatcatastrofe te gebeuren, waar we als beleidsmakers en burgers wetenschappelijke rapporten al jarenlang voor ons uitschuiven. We gedragen ons nog te vaak als consument, meer dan als burger.

We kunnen de urgente uitdagingen in deze mondiale risicomaatschappij niet langer onder de mat blijven vegen of ze doorschuiven naar kwetsbare groepen, andere landen of volgende generaties. De snelheid van de coronapandemie leert ons wat er kan gebeuren als we wetenschappelijke rapporten naast ons neerleggen en risico’s negeren. Onderzoek leert ook dat de risico’s en de impact van de klimaatopwarming op korte en middellange termijn nog veel groter zullen zijn.

Leren omgaan met complexiteit

Wat corona, klimaatopwarming of ongelijkheid met elkaar gemeen hebben, is dat ze ons ook confronteren met de complexiteit van onze risicomaatschappij. Het gaat telkens om wicked risks, die in elkaar grijpen, elkaar beïnvloeden, elkaar versterken of elkaar zelfs uitlokken. Als we niet willen dat we de ene crisis aanpakken en met de ongewenste neveneffecten van maatregelen een volgende crisis uitlokken, dan moeten we met die complexiteit leren omgaan. Net daarom moeten relancemaatregelen na de coronacrisis tegelijk ook klimaatmaatregelen zijn, en maatregelen die sociale en fiscale rechtvaardigheid dichterbij brengen. Daarom ook moet burgerschapsonderwijs leren omgaan met die complexiteit, zonder dat dit tot gevoelens van machteloosheid of moedeloosheid mag leiden.

Een van de lessen uit de coronacrisis is dat wetenschap ertoe doet.

Van crisispolitiek naar structurele verandering

Burgerschap impliceert risico’s ernstig nemen. Te lang hebben we als samenleving risico’s voor ons uitgeschoven. Als er zich dan weer eens een ramp, een calamiteit of een pandemie voordeed, dan gingen we brandjes blussen. In de zomer van 2019 leerden de Australiërs dat brandjes blussen niet volstaat als vorm van klimaatbeleid, wanneer de ongekende bosbranden grote delen van Australië in as legden en in rookwolken hulden. Ook de lockdown kon je moeilijk als een structureel klimaatbeleid zien.

Risico’s ernstig nemen betekent niet alleen openstaan voor verandering, maar ook actief werk maken van die verandering. Dat vereist geëngageerde burgers, en dat veronderstelt dus ook goed geïnformeerde burgers, die feiten van fake news kunnen onderscheiden.

Een van de lessen uit de coronacrisis is dat wetenschap ertoe doet, zowel om zicht en greep te krijgen op de verspreiding van het virus als voor de behandeling van wie zwaar getroffen werd, en niet het minst voor de ontwikkeling van een vaccin. Het zou het klimaatbeleid alleszins in een stroomversnelling doen belanden als politici, media en bevolking even nauwgezet de rapporten van klimaatwetenschappers zouden opvolgen, zoals de voorbije maanden de virologische expertise het beleid in belangrijke mate aanstuurde.

Naast het maximaal aanwenden van wetenschappelijke kennis is ook leiderschap een belangrijke voorwaarde om van de noodtoestand naar een andere normaliteit te komen. We beleven sinds twee decennia op verschillende plaatsen in de wereld opstoten van populisme. Klimaatontkenners als Donald Trump of Jair Bolsenaro bleken nu ook coronaontkenners, al konden ze dat laatste moeilijker volhouden en verplichtte het virus hen om (enigszins) met de werkelijkheid rekening te houden. Tegenover dergelijk populisme staan landen en regeringsleiders die samen met wetenschappers de bevolking op een verbindende manier door de pandemie en de lockdown proberen te begeleiden.

De samenleving maken we samen

De coronacrisis leidt zo tot een onbedoelde herontdekking van maakbaarheid van de samenleving, van veerkracht in tijden van kwetsbaarheid. Verantwoordelijkheid nemen voor morgen in plaats van profilering vandaag is een basisvoorwaarde voor beleid in de risicomaatschappij. Leren omgaan met complexiteit is een onderdeel van leiderschap in een risicosamenleving: leiding nemen voor morgen biedt meer perspectief dan risico’s te ontkennen, te minimaliseren en brandjes te blijven blussen.

Van mondmasker en anderhalvemeter tot klimaatbeleid, van de kleine vormen van straat- of stadsburgerschap in onze superdiverse steden tot de grote keuzes voor de toekomst. Aan thema’s en kapstokken geen gebrek voor burgerschapsonderwijs. De actualiteit leert ons waarom burgerschap ertoe doet. En wat we vandaag vanuit onze burgerschap samen doen, bepaalt hoe de wereld en de risico’s van morgen er zullen uitzien. Want de vraag ‘welke wereld na corona?’, die verkennen we het beste samen.

Prof. Dr. Dirk Geldof is socioloog (Universiteit Antwerpen) en senior-onderzoeker aan het Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Odisee).

Hij publiceerde onlangs ‘Als risico’s viraal gaan. Welke wereld na corona?’(www.acco.be/corona) en schreef eerder al ‘Superdiversiteit. Hoe migratie onze samenleving verandert’ (www.acco.be/superdiversiteit)